De Bijbel Open | Jurjen ten Brinke: Christus heeft ons vrijgekocht

Doorslaggevend was het moment dat hij ‘alles uit handen gaf’, om met lege handen bij God te komen waar hij genade mocht ontvangen.
Samen startten we een traject richting zijn doop. In het boekje dat we gebruikten, werd uitgelegd dat het niet om ons geloof ging, maar om het ‘voorwerp’ van ons geloof: Christus. Hamed was verontwaardigd. “Eindelijk snapte ik dat ik niet door mijn goede daden gered wordt, maar door geloof… en nu gaat het opeens niet meer over mijn geloof!” riep hij uit.

Ik heb uitgelegd wat er bedoeld werd, waarop Hamed concludeerde: “Een paar weken geleden sloeg je me alles uit m’n handen, maar nu schop je ook nog mijn benen onder mijn lijf vandaan.” Ik vond het wel mooi, eigenlijk, en antwoordde: “Als je vervolgens op je knieën ligt, komt het wel goed.”

Aan dit voorval moest ik denken bij het lezen van Galaten 3. Het is nogal wat, wat Paulus beweert in de eerste vijf verzen. Een bewering waar heel veel christenen overheen lezen, maar die van doorslaggevend belang is. Want in de tweede helft van hoofdstuk 2 heeft Paulus laten zien dat we gered worden als we niet langer op onze eigen morele inspanningen of op de wet vertrouwen (we ‘sterven’ daaraan), maar op het werk van Christus. Daardoor ontstaat een heel nieuwe impuls voor alles wat we in dit leven doen, namelijk: leven voor God. Het evangelie is de manier waarop we het koninkrijk van God binnengaan. Maar nu laat de apostel zien dat het evangelie nog veel meer is dan dat. We worden niet alleen gered door het evangelie, we gaan er ook door groeien. Het is niet zo dat we beginnen door geloof en dan verdergaan door wat we zelf doen. Ook onze levensheiliging is het werk van Christus. We laten het evangelie, de blijde boodschap van bevrijding, dus nooit achter ons.

Op de avond van de ontmoeting met Hamed zat ik thuis op de bank en had ik een echte Godservaring. Ik realiseerde me dat ik uit genade gered was en nu héél druk was om als christen te leven – me te bewijzen. Ik rende van hot naar her met het goede nieuws. Mijn benen moesten onder mijn lijf vandaan, zodat ik zou leren dat levensheiliging óók genade is. Herken je dat?