Ga naar submenu Ga naar zoekveld

De nieuwe grafkelder van de Oranjes in Delft

Strakke betonnen wanden en een wit gesausd plafond

In het oude Egypte werden farao’s met veel pracht en praal begraven in indrukwekkende piramides. Maar tijden veranderen. De nieuwe grafkelder van de Oranjes, in de Nieuwe Kerk in Delft, bestaat slechts uit strakke betonnen wanden en een wit gesausd plafond.

Deel:

In 1829 ondertekende koning Willem l een wet die kerkelijk Nederland op z’n kop zette. Vanwege de hygiëne (lees: stank) mocht er voortaan niet meer begraven worden in en onder de gebedshuizen. Slechts voor één familie maakte de vorst een uitzondering: zijn eigen Huis van Oranje-Nassau.

De locatie van de koninklijke grafkelder kennen we. Tijdens de laatste bijzetting, die van prins Bernhard in 2004, staarden miljoenen ogen naar de smalle toegangstrap in het koor van de Nieuwe Kerk in Delft. Stapje voor stapje droegen zes militairen de met lood beklede kist naar beneden. Toen de familie ook in het voorportaal was aangekomen, werd de ruimte met een gordijn afgesloten. Rouwen doet de koninklijke familie privé.

Door de nauwgezetheid waarmee de privacy van de Oranjes wordt bewaakt, zijn er door de jaren heen veel vragen ontstaan over de grafkelder. Hoe zien de ruimtes er eigenlijk uit? En waarom mag het volk de kelder niet betreden, net als in het buitenland?

Op handen en voeten
Half december kreeg een groepje journalisten antwoord op deze laatste vraag, toen zij een nieuw deel van de grafkelder mochten bekijken. Claudia Hörster, directeur van het Koninklijk Huisarchief, liet aan de hand van allerlei bouwtekeningen zien dat er onder het koor van de Nieuwe Kerk meermaals ge-en verbouwd is. Anno nu zijn er eigenlijk drie koninklijke grafkelders, die door een voorportaal aan elkaar zijn verbonden. De oudste ruimte, waar Willem van Oranje ligt, is alleen toegankelijk via een gang van zo’n 75 centimeter hoog. Jaarlijks moet deze geïnspecteerd worden door Hörster en de burgemeester van Delft. Dat moet dus kruipend, op handen en voeten. 

Nog één nis vrij
De kelder uit 1822, waar koningin Juliana en prins Bernhard te ruste zijn gelegd, is eveneens te laag om rechtop te staan. Een openstelling is praktisch gezien dus onmogelijk, en daarnaast is de ruimte inmiddels overvol. Alleen vlak bij de kist van prins Claus is er nog één nis vrij. Voor alle betrokkenen was het dan ook wel duidelijk dat het na tweehonderd jaar weer tijd werd voor een uitbreiding.

24 plaatsen en een urnenwand
De inrichting van de nieuwste grafkelder, die in december 2022 werd opgeleverd, is sober en ingetogen te noemen. De wanden zijn van beton, de vloeren ook, en de plafonds zijn klinisch wit. De enige sprankjes kleur duiken op in de goudkleurige plint en de koningsblauwe kussens op de wandbankjes. Rekening houdend met de draai die een kist moet kunnen maken, is er in de nieuwe kelder plaats voor 24 kisten. Omdat cremeren steeds vaker voorkomt, is er in de grafkelder ook een urnenwand gerealiseerd. Tweedegraads familieleden van koning Willem-Alexander – zoals zijn broer Constantijn – mogen, indien gewenst, ook in de kelder worden bijgezet, maar daar is wel toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken voor nodig. 

Wederopstanding
Het is dat de medewerkers van de Rijksvoorlichtingsdienst er zenuwachtig rondlopen, anders zou uit niets blijken dat hier ooit koningen en koninginnen zullen rusten. Een verwijzing naar de Bijbel of een andere tekst ontbreekt eveneens. De zerk in het koor boven de kelder, vlak voor het praalgraf van Willem van Oranje, verwijst wel naar een eeuwige toekomst: “Hier verwacht Willem I, de Vader des Vaderlands, de wederopstanding.”

Tekst: Josine Droogendijk

--:--