Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Door mijn bekkenklachten lag ik hele dagen op de bank’

Ilse's relatie met God veranderde toen ze te maken kreeg met hevige pijn

Ilse is 34 als zij voor het eerst last krijgt van bekkenklachten. In de eerste instantie wordt gedacht aan overbelaste spieren. Ilse wordt behandeld door een fysiotherapeut, maar na negen maanden heeft zij zoveel klachten, dat zij alleen nog maar kan liggen.

Deel:

“Als bloemist had ik een staand beroep, dus toen ik voor het eerst bekkenklachten kreeg, dacht ik dat ik een verkeerde houding had en alleen maar wat last van spierpijn had. Ik ben naar een fysiotherapeut gegaan en hij constateerde dat ik een overbelaste bilspier had. Toen ben ik meteen bij hem onder behandeling gegaan, maar in de maanden daarna kreeg ik steeds meer klachten en werd de pijn steeds heviger. Pas maanden later zou blijken dat de fysiotherapeut er helemaal naast zat met zijn diagnose. Helaas was het kwaad toen al geschied. Als ik meteen de juiste diagnose en behandeling had gekregen, waren de bekkenklachten waarschijnlijk nooit chronisch geworden.”

‘Als ik meteen de juiste diagnose had gekregen, waren de bekkenklachten waarschijnlijk nooit chronisch geworden’

Toen mijn klachten na negen maanden fysiotherapie alleen maar verergerden, ben ik naar de huisarts gegaan voor advies. Hij stelde voor om bekkenfoto`s te laten maken en mij verder te laten behandelen door een bekkenfysiotherapeut. Op die bekkenfoto’s was niks afwijkends te zien, maar de bekkenfysiotherapeut constateerde daarentegen dat de spieren die mijn bekken ondersteunden, in zeer slechte staat waren. De oorzaak hiervan kan een combinatie zijn geweest van overbelasting, zware kinderen tijdens mijn zwangerschappen, snelle bevallingen, maar ook het niet luisteren naar mijn lichaam. De behandeling bij de fysiotherapeut had mijn situatie zodanig verergerd dat de therapeute schrok van de staat van mijn bekken toen zij mij voor het eerst zag.

‘Mijn dagen draaiden om pijn en mijn wereld werd steeds kleiner’

Omvallen van de pijn

Op een dag stond ik achter de toonbank, in de bloemisterij waar ik werkte. Opeens vond mijn lichaam het genoeg. Ik had vreselijk veel pijn en dreigde elk moment om te vallen. Eigenwijs als ik was, verbeet ik de pijn en probeerde ik uit alle macht om op de been te blijven. Mijn collega’s zagen mij, met een van pijn vertrokken gezicht, half over de toonbank hangen. Ze stuurden me meteen naar huis om te gaan liggen.

De bekkenfysiotherapeut adviseerde mij om eerst te gaan revalideren. Maandenlang moest ik vier keer per week naar een revalidatiecentrum voor behandelingen. Ik moest opnieuw leren hoe ik moest staan en zitten. Ik leerde hoe ik het beste met mijn pijn kon omgaan en hoe ik de signalen van mijn lichaam kon herkennen.

Op de bank

Om de pijn nog enigszins vol te kunnen houden, lag ik hele dagen op de bank. Mijn dagen draaiden om de pijn die ik had en om het revalideren. Mijn wereld werd steeds kleiner. Ik kon helemaal niks meer en moest overal bij geholpen worden. Simpele dingen, zoals mijn kinderen naar school brengen, een boodschapje doen, het huishouden doen: het ging gewoonweg niet meer. Hoe graag ik alles ook zelf wilde blijven doen, ik werd helaas belemmerd door de vreselijke pijn die ik doorlopend had. Er waren momenten dat ik de pijn gerust een 11,5 had gegeven, op de schaal van één tot tien.

Ik vond het heel erg dat mijn man en mijn twee zonen voortdurend rekening moesten houden met mij. En dat wij als gezin nooit meer iets leuks konden doen. Toen ik tegen mijn zoon zei dat ik het zo erg voor hem vond, zei hij: ‘Maar, mam, je bént er, toch?’ Wat een eyeopener was dat. Ik ben zijn mama niet door allemaal leuke dingen met hem te doen, maar omdat ik er altijd voor hem ben. Ook als ik op de bank of op bed lig, kan ik luisteren naar zijn belevenissen, kan ik zijn vragen beantwoorden en is hij niet alleen. Dat troostte en bemoedigde mij.

‘Ik had de pijn gerust een 11,5 had gegeven, op de schaal van één tot tien’

Tijdens de eerste periode van mijn ziekzijn voelde God erg dichtbij. Helaas bleef dit niet zo, want toen het slechter met mij ging, werd ik zó in beslag genomen door de pijn, dat het enorm donker werd in mijn leven. God leek mijlenver weg. Tóch wist ik diep van binnen dat Hij er was en bleef ik op Hem vertrouwen. Ik ben extra veel gaan bidden en in de Bijbel gaan lezen, in de hoop Gods nabijheid weer te mogen ervaren.

Sara's ongeloof

Op een gegeven moment deed ik een Bible journaling challenge over vrouwen in de Bijbel. Daar werd de geschiedenis van Sara, de vrouw van Abraham, behandeld (Genesis 18). Sara lachte schamper, omdat zij het nieuws van de engelen van God niet kon geloven, toen zij kwamen vertellen dat zij een kindje zou krijgen. Ik herkende veel van mijn eigen ongeloof in haar verhaal. Ik kon ook niet geloven dat ik ooit nog beter zou worden. De pijn duurde al zolang en mijn situatie was zó uitzichtloos.

In de bijbehorende bijbelstudie las ik een bemoediging en een aansporing om geduld te hebben met Gods plannen. Iets wat onmogelijk is bij mensen, is mogelijk bij God. Daardoor, terwijl ik eerst alle hoop had verloren en niet kon geloven dat ik ooit weer van de bank af zou komen, begon mijn vertrouwen in God weer langzaam te groeien. Hij zou mij weer laten lachen en laten genieten van het leven!

Zijn belofte

Wat is zijn belofte waar gebleken. Ik kan weer lachen en genieten! Helaas zal ik niet volledig herstellen en blijf ik dagelijks pijn houden, maar deze pijn is niks vergeleken met hoe het was. Ik mag weten dat God mijn Trooster is en dat Hij mij kracht geeft. Ik probeer, hoewel ik nog vaak struikel, volledig op Hem te vertrouwen.”

‘Blijf vooral op God vertrouwen’

“Ik zou graag iets bemoedigends willen zeggen tegen andere vrouwen die iets soortgelijks mee moeten maken: blijf vooral op God vertrouwen. Hoe donker het ook is in je leven en hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt. God is erbij, ook al ervaar je dat misschien niet op dit moment. Trap niet in dezelfde valkuil als waar ik in ben getrapt. Besef dat je identiteit niet je ziekzijn is. Zie Gods hand in alle mooie dingen die er nog wél zijn. Die zonnestraal die op je schijnt als je op je ziekbed ligt: zie hem als een aanraking van God. Of die regenboog die je door het raam ziet: beschouw hem als een persoonlijke bemoediging van God.”

Lees ook: U bent zo ver weg

Geschreven door

Rita Maris

--:--