Ernstig zieke Dolf van de Vegte: geduld is moeilijkste les
'We kunnen God niet dwingen'
Op twee plaatsen in zijn lichaam constateerden de artsen kanker. Ze zeiden erbij dat Family7-directeur Dolf van de Vegte hooguit nog een paar maanden te leven had. Bijna een jaar later gelooft Dolf niet dat dit het einde is. “Ik heb mijn ontslagbrief nog niet gekregen van de Heer.”
De oprichter en directeur van de Nederlandse televisiezender Family7 bezocht onlangs nog een mediaconferentie in Israël. “Het was goed te doen,” vertelt Dolf van de Vegte (66), die in mei te horen kreeg dat hij niet alleen lijdt aan darmkanker, maar ook aan alvleesklierkanker. “Alleen de nachten zijn zwaar. Zodra ik ga liggen, voel ik pijn.”
Andere weg
Vorig jaar kreeg Dolf rond Kerst zware rugklachten. Ook had hij last van obstipatie. Van de ene arts ging Dolf naar de andere, en toen hij twaalf dokters gezien had, bleek hij twee soorten kanker te hebben. Chemotherapie zou voor de endeldarm wel effect hebben, maar werkt niet voor de alvleesklier, waarin de ziekte zich het meest heftig openbaart.
“Dat is de ene kant van het verhaal,” haast Dolf zich te zeggen. “Ans en ik hebben de artsen steeds verteld dat we ook een andere weg bewandelen. Mijn leven ligt in de handen van de Heer. Mijn reactie in het ziekenhuis was daarom: ‘Ik ben benieuwd hoe God ermee wil omgaan en wat Hij zegt.’”
En wat zegt Hij?
“Als ik in mijn bijbel lees, zie ik twee dingen: ‘Wacht op Mij’ en ‘Vlucht niet naar Egypte’. ‘Wacht op Mij’ haal ik onder meer uit een van mijn lijfpsalmen, Psalm 20. Daar staat: ‘Anderen vertrouwen op paarden en wagens, wij op de naam van de Heer, onze God.’ Door de jaren heen heb ik geleerd dat dit werkt. Als je erop vertrouwt dat Hij bij je is, laat Hij ook zien wat er gaat gebeuren. En ‘Vlucht niet naar Egypte’ betekent: zoek je hulp niet buiten de Heer.”
Optimistisch
Vanaf het moment dat Dolf hoorde wat er in zijn lichaam gaande was, had hij er “alle rust en vrede mee”, vertelt hij. “Maar je schrok wel,” voegt zijn vrouw eraan toe. “Dolf is gezegend met een erg optimistisch karakter,” vervolgt ze. “Dat helpt mij enorm. Net voordat jij hier arriveerde, speelde hij ‘Groot is Uw trouw, o Heer’ op de piano. Zoiets bemoedigt mij dan weer.”
Wereldwijd gebed
Dat God wonderen doet door gebed staat voor de twee als een paal boven water. Vanwege Dolfs contacten over de hele wereld bidt
er op Borneo zelfs een heel weeshuis voor hem, vertellen ze. Dolf: “Wereldwijd wordt er voor mij gebeden, dat is echt uniek.
We zijn ook bij Jan Zijlstra geweest; in die dienst is speciaal voor de alvleesklier gebeden. Toen we daarna naar het ziekenhuis gingen, raakten we in een juichstemming, want er leek niets meer te zitten op die plek. Dat bleek later toch niet zo te zijn.”
Toch beleven jullie het samen zo dat dit niet het einde is.
Dolf begint te lachen. “‘Beleef het samen’, dat was ooit de kreet van Family7.” Ans: “Eerlijk gezegd denk ik weleens: waar gaat dit naartoe? Als je ’s nachts wakker wordt omdat je man ligt te kreunen en niet kan slapen van de pijn, nou, daar word je niet blij van. Dan kun je wel een standvastig geloof hebben, maar dat wordt gigantisch door elkaar geschud.” Ze zwijgt even. “We hopen allemaal op het beste. Maar wat is dat? Of het is genezing, zodat we hem nog een poosje bij ons mogen hebben, of de Heer haalt hem thuis. In beide gevallen is het goed.”
En dan was er nog een verhuizing. Afgelopen september vertrok Family7 naar een ruimer kantoorpand aan de Nagelpoelweg in Apeldoorn. Het oude pand was aan onderhoud toe en voldeed niet meer aan de eisen. “Ik kan niet geloven dat de Heer me blij maakt met een dode mus,” klinkt Dolf overtuigd. “Zo is Hij niet. Ik heb een prachtig kantoor nu – het zal toch niet zo zijn dat ik daar geen gebruik van kan maken?”
Zending
De les die Dolf door dit alles heen leert, is die van vertrouwen. Eerder moest hij dit al leren op organisatorisch en financieel vlak. “Begin jaren negentig werkte ik voor het ministerie van Financiën en verdiende ik een ton – in guldens – per jaar. Rond mijn 40e wisten we ons geroepen tot de zending. Ik stopte met mijn werk, maar kreeg nog anderhalf jaar lang doorbetaald.”
Aan banden gelegd
Toen dat salaris ophield, begon Dolf met het maken van programma’s voor de EO. Zo produceerde hij onder meer het populaire kinderprogramma Prinsen en Prinsessen. “Ik deed wat mijn hand vond om te doen. Zo leerde ik het vak. Op een goed moment merkte ik dat het evangelie van de radio verdween. Ik vroeg de Heer of het op televisie ook zo zou gaan. Daar was in die tijd, halverwege de jaren negentig, helemaal nog geen sprake van. Maar Hij bevestigde dat dit zou gaan gebeuren.”
Toch is de EO er nog steeds.
“Dat klopt, en ze zijn ook nodig in het publieke bestel. Ik bid vrijwel dagelijks voor alle christelijke media – dat ze een zoutend zout mogen zijn. Het verkondigende aspect van de EO, datgene waarvoor ze zijn opgericht, wordt wel steeds verder aan banden gelegd door de Publieke Omroep. Family7 maakt louter verkondigende programma’s. Als commerciële zender kunnen wij dat doen.”
Vijf gulden
Niet dat alles van een leien dakje ging, merkt de Family7-directeur op, want tussen de eerste aanvraag voor een zender bij de kabelaars en de totstandkoming van Family7 zat wel tien jaar. Jaren waarin de opdrachten voor de EO soms ophielden en het gezin moest zien rond te komen van vijf gulden per week.
De twee leerden steeds meer op God te vertrouwen. ‘Als er maar niets met mijn lichaam gebeurt’, dacht Dolf, die driemaal per week hardliep en al jaren geen huisarts had gezien. “‘Vertrouw op Mij voor alles in je leven,’ zegt God tegen mij nu ik ziek ben. Door de lessen die ik eerder leerde, sta ik er nu heel ontspannen in.”
Als ik dan ’s morgens onder de douche sta, zeg ik: ‘Prijs de Heer, een nieuwe dag.’
Welke belofte geeft God jou als Hij om vertrouwen vraagt?
“Dat Hij gaat afmaken wat Zijn hand begon. Toen de medische boodschap steeds ernstiger werd, bad ik: ‘Heer, U bent erbij. U hebt zo veel wonderen gedaan in ons leven, dit kunt U ook.’ Vannacht las ik Jesaja 53, waar staat dat we door Zijn striemen genezing hebben ontvangen. Dat is een vast gegeven, waarop iemand die er niet van afweet geen aanspraak maakt. Maar onze ziekte is op het kruis gedragen.”
Waarom moet jij dan zo veel pijn hebben, als Hij onze ziekte gedragen heeft?
“Dat vraag ik mezelf ook weleens af. Ik val dan terug op Psalm 57, waar staat dat we mogen schuilen onder de vleugels van de Allerhoogste, totdat het onheil voorbij is. Als de pijn ’s nachts hevig is, strijd ik met deze psalm in het gebed. ‘U heeft beloofd dat ik bij U mag schuilen, maar laat dit onheil snel voorbijgaan.’ En als ik dan ’s morgens onder de douche sta, zeg ik: ‘Prijs de Heer, een nieuwe dag.’”
Je weet nooit wanneer het licht weer gaat schijnen
Vertrouwen moet je leren, zeg je. Leer je nog nieuwe dingen?
Het gesprek valt even stil. “Nou, ja... Als de Heer zegt ‘Wacht op Mij’ vind ik dat wel weer een les. Hij weet toch dat ik Hem vertrouw? Waarom moet ik dan zo lang wachten op een volgend wonder? Maar we kunnen God niet dwingen en ik voel me over het algemeen goed. Je weet nooit wanneer het licht weer gaat schijnen, want Hij doet nooit twee keer hetzelfde. Geduld, dat is wel de moeilijkste les voor me.”
Hoe is het om straks misschien wel voor het laatst samen Kerst te vieren?
“Niet anders dan anders,” reageert Dolf. “Mijn gedachten gaan wel terug naar de vorige Kerst, toen de klachten opkwamen. Artsen gaven me hooguit een paar maanden en nu ben ik al bijna een jaar verder. Je kunt hun verhaal aannemen, maar woorden hebben kracht. Op de tong liggen leven en dood. We moeten leren wachten.”
Lees het uitgebreide interview met Dolf van de Vegte in Visie 48.
Geschreven door
Reinald Molenaar