Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Esmee: 'In de gevangenis mocht ik Jezus ontmoeten'

De gevangenis – een plek waar iemand opgesloten is en een straf uitzit. Maar voor Esmee werd het ook de plek waar ze vrijheid vond en volledig vrijgesproken werd.

Deel:

Esmee (46): “Ik kom uit een veilig, liefdevol gezin en ben gelovig opgevoed. Maar in mijn jeugd heb ik het geloof nooit echt begrepen, ik vond het te moeilijk. Toen ik ouder werd, maakte ik een aantal foute keuzes in mijn leven waardoor mijn wereld steeds onveiliger werd. Het ging steeds slechter met mij en uiteindelijk heb ik iets gedaan wat bij de wet verboden is. Dat bleef niet zonder gevolgen; ik ben opgepakt en veroordeeld, en zit nu in de gevangenis.

Dit zijn de feiten, maar ondanks dat ik voor de wet een strafblad heb, ben ik vrijer dan ooit. Want hier in de gevangenis heb ik Jezus mogen ontmoeten. Dat gebeurde tijdens een gesprek met een pastor. Ik was al een hele tijd aan het worstelen met wat ik had gedaan en vroeg in ieder gebed om vergeving. De pastor vroeg mij toen: ‘Wanneer ga je accepteren dat God jou al vergeven heeft?’ In het gebed dat ik daarna bad, kreeg ik een beeld, waarin ik samen met Jezus op een berg stond. Hij vroeg aan mij of ik Hem mijn rugzak vol pijn, angst, schuld en schaamte wilde geven. Toen ik dat had gedaan, hing Hij die rugzak aan het kruis en zei: ‘Alles is volbracht.’ Dat was het moment waarop ik besefte dat ik vergeven was. En vrijgesproken van elke veroordeling. 

'De straf die de rechter heeft gegeven, wordt niet door God uitgegumd'

Dat beeld was geen droom, of een gevoel van hoop. Het was echt. En vanaf dat moment voel ik me compleet anders en ben ik vrij. Niet letterlijk, want de gevangenisdeur blijft voorlopig nog dicht. De straf die de rechter mij hier in de wereld heeft gegeven, wordt niet door God uitgegumd. En dat hoeft ook niet, want ik heb die straf in de wereld verdiend. Maar er gaan wel andere deuren voor me open, alleen geen zichtbare. Ik mag nu hier in de gevangenis mensen helpen met mijn ervaring in een gelijke situatie. Uitdelen van een rijkdom die alleen maar groeit als je deelt.

Nieuwe dromen

Ik weet niet hoe mijn toekomst eruit zal zien. Maar wie wel? Zolang je voorwaarden gaat stellen aan wat je nog verwacht, zul je nooit gebruiken wat je al hebt ontvangen. Ik weet dat ik geliefd ben, en dat ik mag gebruiken wat Hij gegeven heeft.

Ja, in de wereld zal mijn detentie levenslang zijn consequenties hebben, want straks als ex-gedetineerde zijn bepaalde banen niet meer mogelijk. Maar ik heb nu nieuwe dromen en verlang ernaar om later ook buiten de gevangenis uit te gaan delen van het kostbare dat ik heb ontvangen. Voor het eerst in mijn leven kijk ik echt uit naar de toekomst, die hier al is begonnen. 

In Jeremia 29 staat dat God ons een hoopvolle toekomst wil geven. Waarom zou ik me er dan zorgen over maken waar straks mijn bed komt te staan, of me bezorgd afvragen of ik in de vrije wereld geaccepteerd zal worden? Ik ben wel heel blij dat ik regelmatig bezoek krijg van iemand uit de kerk waarin ik ben opgegroeid, en ze hebben mij gezegd dat hun deur altijd voor mij zal openstaan. Dat is een geschenk. Ook kijk ik er echt naar uit om straks onderdeel te zijn van een gemeente. Maar welke gemeente dat wordt, dat weet ik nog niet. God weet het, dat is genoeg. Want waar mijn weg ook heen gaat, Hij zal mij leiden en uiteindelijk hebben we maar één Thuis.

Overwinnaar

Als ik terug zou kunnen draaien wat ik heb gedaan, zou ik dat natuurlijk doen. Maar ik ben nog steeds dankbaar voor de tijd en de lessen die ik hier heb geleerd en nog leer. Zoals het aangeven van mijn grenzen en het onder ogen zien van mijn gebreken en fouten. Maar bovenal heb ik geleerd om die te aanvaarden en eraan te werken. Of ik mijzelf vergeven heb? Ik draai die vraag liever om; hoe kan ik mijzelf nog langer veroordelen wanneer God door Zijn liefde en genade mijn zonden heeft weggenomen? Er staat in de Bijbel dat je jezelf net zo lief moet hebben als de ander. Maar als ik niet van mezelf houd, wie zorgt er dan voor dat ik verander? God heeft me volkomen lief, en vanuit die liefde mag ik leven en uitdelen. Hij draagt me, nu, straks en altijd. Hij zal me niet laten vallen, niet laten verdrinken en niet laten verbranden, ook niet als ik door het vuur heen moet (Jesaja 43:1). Als ik straks weer vrij ben, zal satan er alles aan zal doen om mij onzeker te maken en te breken. Maar dat zal hem nooit meer lukken, want met Jezus aan mijn zij ben ik meer dan overwinnaar.”

 

N.B. Esmee is een gefingeerde naam. Haar echte naam is bij de redactie bekend.

--:--