Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Gevangen in een sekte

'Wij waren uitverkoren'

"Een stevige boodschap", had sekteleider Vrieswijk te vertellen. Zo stevig en zo levensbelangrijk dat iedereen hem, de boodschapper, moest volgen. Mirjam (25) was een van zijn slachtoffers.

Deel:

De sekte van Vrieswijk begon als gewone christelijke gemeente. Behoorlijk gesloten en Vrieswijk was tamelijk autoritair. Wat hij zei, waren ‘woorden van God’. Mirjams familie sloot zich aan bij zijn gemeente en samen vormden ze een hechte, wat in zichzelf gekeerde groep. Mirjam wist niet beter of dit was nu het geloof: een voorganger die precies zei wat je wel en niet moest doen en die je hele denken bepaalde.

Alles veranderde snel toen Vrieswijk een klooster ‘moest’ kopen. Veel sekteleden verkochten huis en haard om Vrieswijks plannen te financieren. Mirjams vader gebruikte al zijn vrije tijd om in het klooster te werken. Samen met de andere mannen was hij druk met de restauratie van het complex, waar de hele sekte in ging leven.

Intussen verlegde Vrieswijk zijn aandachtsvelden. Meer en meer was hij vooral geïnteresseerd in de vrouwelijke sekteleden. Enkelen van hen moesten nodig eens mee naar een hotel verderop. Al snel verspreidde zich het gerucht dat Vrieswijk zich had bezondigd aan overspel. Mirjams vader vroeg hem daarnaar. Vrieswijk ontkende en Mirjams vader mocht niet meer in de samenkomst komen. Mirjam, haar broertjes, zusjes, en haar moeder moesten blijven.

Bang

Tijdens een zomervakantie, de regels waren inmiddels veel strenger geworden, moest Mirjam liefst zes weken in een kamertje zitten. Straf, omdat ze twijfelde of Vrieswijk wel een echte profeet was. Inmiddels had Vrieswijk ook een ‘moeilijke’ boodschap voor onder anderen Mirjam. "Hij had door gekregen dat hij, als profeet van God, ook seksuele omgang met meisjes en vrouwen moest hebben. Zo ook met Mirjam, die toen tien jaar oud was. ‘Ben je bang’? vroeg hij. Mirjam antwoordde van niet. Natuurlijk was ze bang, maar zeg dat eens tegen iemand van wie je denkt dat hij woorden van God spreekt."

"Alles werd voorgekauwd: Wat je zei, wat je dacht en wat je deed. Ik dacht echt dat dat zo hoorde. Bovendien: Al waren er afschuwelijke dingen, je wist zeker: Wij zijn zeer bevoorrecht zo dicht bij de profeet te leven. We waren uitverkoren om in de buurt van hem te zijn, door hem misbruikt te worden en omwille de goede zaak van familie verstoken te zijn." Later werd Vrieswijk voor zijn seksuele vergrijpen gevangen gezet. Vanuit de gevangenis bleef hij echter de sekteleden regeren.

Mirjam was ongelukkig met de situatie, maar durfde de sekte niet te verlaten. "Ik twijfelde er niet aan of Vrieswijk had het bij het rechte eind, maar ik werd wel steeds ongelukkiger en filosofeerde zelfs over zelfmoord. Ik dacht: ‘Als het echt zo’n wonder is dat God mij hier laat leven, waarom zorgt Hij er dan niet voor dat ik het kan?’ Ik was wanhopig omdat ik dacht dat ik ziek zou worden en in de hel zou komen als ik weg ging. Blijven ging ook niet, want dan was ik ook gek geworden. Inmiddels werkte ik ook weer in de maatschappij – dat was moeilijk want je kon zomaar weggeroepen worden als Vrieswijk vanuit de gevangenis een opdracht gaf – dus ik zag kans mezelf in te schrijven bij verhuurbureaus. Post werd bij een collega bezorgd."

Diezelfde collega hielp Mirjam met de stiekeme verhuizing bij de sekte vandaan. Toen Mirjam eenmaal weg was, ging ze zelf nadenken. "Dat was eigenlijk nieuw voor me. Meer en meer besefte ik onder welk juk ik geleefd had. Mijn moeder zit er nog steeds, de rest van de familie is weggestuurd. Soms kom ik mijn moeder tegen, maar er is altijd iemand bij haar. Ze zit nog steeds gevangen."

Wonder

Als door een wonder zei Mirjam God en de Bijbel geen vaarwel. "In het klooster zat ik vaak in moeilijke omstandigheden, maar als ik dan bad om kracht, kreeg ik weer moed om door te gaan. Ik kan wat Vrieswijk gedaan heeft los zien van wat de Here Jezus gedaan heeft. Dat neemt niet weg dat ik ook veel zwakke momenten heb en dat ik schade heb ondervonden van de periode bij de sekte. Ik zoek overal iets achter en het kleinste foutje bij mezelf neem ik me kwalijk. Ik kreeg altijd uitvoerig te horen wat ik fout deed en daar heb ik echt een negatief zelfbeeld aan overgehouden."

Mirjam is blij dat Vrieswijk achter de tralies zit. Maar ze heeft geen haat of wrokgevoelens. "Dat zie ik als genade. Als je je hele dagen boos maakt, schaad je alleen jezelf. Ik ben nu bezig om alles wat ik die jaren niet heb kunnen doen in te halen: Studie, een vriendenkring en een gemeente. Bepaalde dingen, zoals een onbezorgde jeugd, zijn je afgenomen en krijg je niet meer terug. Het is niet gemakkelijk en soms valt ‘het echte leven’ tegen. Toen ik nog bij de sekte zat, had ik een fantasiewereld gemaakt van hoe het was als je er niet bijzat. De werkelijkheid is dan wel weer anders en dat zorgt soms voor teleurstellingen."

--:--