Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Heeft een celstraf wel zin?

‘De gevangenis is dé hogeschool voor criminaliteit’

Na gevangenschap vallen veel ex-gedetineerden terug in de criminaliteit. Moeten we zo veel mogelijk gevangenisstraffen vervangen door werkstraffen? En verbetert de nieuwe Wet straffen en beschermen het systeem?

Deel:

“Een gevangenis is dé hogeschool voor criminaliteit,” aldus Saskia Belleman, rechtbankverslaggever van De Telegraaf. En dat terwijl gevangenschap het doel heeft om te vergelden, de samenleving veiliger te maken en herhaling te voorkomen. Bij dat laatste gaat het echter vaak mis: het aantal mensen dat recidiveert (terugvalt) is hoog. Bijna 50 procent van de gedetineerden komt binnen twee jaar na vrijlating opnieuw in contact met justitie, en de helft van hen moet dan ook weer naar de gevangenis. Mensen met een werkstraf in plaats van een korte gevangenisstraf gaan 47 procent minder vaak opnieuw de fout in, meldt de reclassering op haar website.

Recidive voorkomen

Johan Bac is directeur van de reclassering. “De reclassering heeft verschillende taken,” legt hij uit. “Zij adviseert rechters, legt werkstraffen op, geeft gedragstrainingen aan mensen binnen en buiten de Penitentiaire Inrichtingen, en houdt toezicht op ex-gedetineerden, bijvoorbeeld door middel van enkelbanden. Ook werken wij aan het voorkomen van terugval, iets wat afhangt van veel factoren. Zo is het lastig om ex-gedetineerden aan een woning te helpen vanwege de enorme woningnood in Nederland. Als mensen zwerven, vallen ze eerder terug.”

Straf in de samenleving

Om het recidiveaantal terug te dringen, ziet Bac graag dat overtreders hun straf in de samenleving krijgen. “Bijvoorbeeld een werkstraf bij de voedselbank of in het bejaardentehuis, eventueel gecombineerd met voorwaarden, toezicht, meldplicht en een enkelband.” Zorgt een werkstraf wel voor genoeg vergelding? 

Een gevangenisstraf is het laatste redmiddel

Bac: “Vergelding betekent ‘met gelijke munt terugbetalen’ en dat is juist wat je met een werkstraf doet. In plaats van op je achterste in de gevangenis te zitten, lever je jouw vrije uren in door te werken voor de samenleving. Toch blijft in sommige gevallen een gevangenisstraf het meest passend. Maar het moet wel het laatste redmiddel zijn, want het levert ook veel schade op.”

Kleinere hersenen

Welke schadelijke effecten gevangenisstraffen opleveren, weet Miranda Boone te vertellen. Zij is hoogleraar Criminologie en Vergelijkende Penologie bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie aan Universiteit Leiden. “Voor de gestrafte is het lichamelijk schadelijk, vanwege de kleine ruimte, de beperkte beweging en het weinig gezonde eten. Ook het concentratie- en reactievermogen nemen af. Sociaal gezien verslechteren relaties en raken gevangenen hun baan of huis vaak kwijt. Verder kost gevangenschap de samenleving veel geld: minimaal tweehonderd euro per dag per gevangene.”

Hogeschool voor criminaliteit

Terug naar de recidivecijfers. Hoe komen die toch zo hoog? Saskia Belleman zei al: “Een gevangenis is dé hogeschool voor criminaliteit.” En ze voegt eraan toe: “Gedetineerden komen in aanraking met andere misdadigers en leren nieuwe criminele trucjes. Er zitten mensen vast die keiharde criminelen zijn en niet stoppen als ze vrijkomen. Criminaliteit is hun verdienmodel, een gevangenis schrikt hen niet af.

Maar er zijn ook mensen die een misdaad plegen uit emotie, in een opwelling of na jarenlange terging. Zij zullen niet snel in herhaling vallen.”

Een werkstraf heeft minder schadelijke en méér positieve effecten

Een andere verklaring voor de hoge recidivecijfers is dat relatief veel mensen met psychiatrische problemen in de gevangenis terechtkomen, weet Miranda Boone te vertellen. “Van alle gevangenen heeft 45 procent een licht verstandelijke beperking, 50 procent een verslaving en 60 procent een psychische stoornis. Soms is het dus een combinatie. Als zij een straf van enkele weken uitzitten, worden die problemen niet opgelost. Zij komen er juist vaak verstoorder uit. Daarom moet je, als de mogelijkheid er is, die mensen een straf buiten de gevangenis geven.”

Veel korte gevangenisstraffen

Net als de reclasseringdirecteur pleit Boone voor meer werkstraffen. “Een werkstraf heeft minder schadelijke en méér positieve effecten dan een gevangenisstraf: je wordt er socialer van, je doet iets nuttigs voor de samenleving en je houdt er soms zelfs een baan aan over.”

Bovendien zou de werkstraf in veel gevallen opgelegd kunnen worden. “Mensen hebben een vertekend beeld van het aantal zware misdrijven dat gepleegd wordt,” verklaart Boone. “Van de gedetineerden zit de helft korter dan een maand en driekwart korter dan drie maanden. En dat terwijl de Nederlandse rechter even zwaar straft als zijn Europese collega’s. Het is natuurlijk vreselijk om beroofd of in elkaar geslagen te worden, maar moet je het ene vervelende met iets anders vervelends compenseren? Je kunt het slachtoffer beter goed helpen én maatregelen nemen zodat de dader niet in herhaling valt. Zolang er geen acuut risico is, voldoet een werkstraf.”

Motie in de Kamer

Om de recidiveaantallen verder terug te dringen, heeft Bac een voorstel gedaan dat als motie in de Tweede Kamer is aangenomen. “Ik heb voorgesteld een vervangende werkstraf op te leggen bij onbetaalde boetes,” vertelt hij enthousiast. “Nu steekt de wet zo in elkaar dat mensen voor elke onbetaalde 50 euro boete één dag naar de gevangenis moeten. Maar als mensen niet betalen, komt dat vaak door schulden. Vervolgens worden ze opgesloten, waardoor ze nog meer kwijtraken. Met mijn voorstel doen mensen iets terug voor de samenleving én zijn ze minder ver van huis.”

Gezondheidszorg verbeteren

Voor nog verdere terugdringing van terugval moet er meer veranderen aan de gezondheidszorg, vindt Boone. “Het is niet altijd goed geregeld in de geestelijke gezondheidszorg, sociale voorzieningen en het bijzonder onderwijs. Hierdoor komen mensen met problemen in de gevangenis terecht. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het immigratiebeleid...” 

Rechters kunnen het beste beoordelen welke straf past 

Belleman haakt hierop aan: “Nederland vangt vluchtelingen op, geeft ze een dak boven het hoofd, maar verder moeten ze het zelf uitzoeken. Vluchtelingen hebben oorlogstrauma’s en andere mentale problemen, waar onvoldoende hulp voor lijkt te zijn. Zij kunnen door iets kleins getriggerd worden, zoals de knallen van vuurwerk, waardoor ze opeens ‘terug’ zijn in de situatie die ze waren ontvlucht, en in paniek of zelfs in een psychose in staat zijn tot iets vreselijks. In zulke situaties zie ik alleen maar verliezers in de rechtszaal.”

Onbegrijpelijke wet

Kunnen rechters dan niet gewoon mildere straffen geven of meer werkstraffen uitdelen? Zo simpel ligt het niet. Belleman: “In sommige situaties, zoals bij moord, is een lange gevangenisstraf een passende vergelding. Maar in situaties waarin rechters een andere straf passender vinden, hebben ze te maken met wetten waardoor ze geen werkstraf mogen opleggen. Bijvoorbeeld bij gewelds- en zedendelicten, en sinds kort bij geweld tegen hulpverleners.” Volkomen onterecht, vindt ze. Met ontzetting in haar stem: “Rechters kunnen het beste beoordelen welke straf past bij een specifiek persoon. Zij weten ook dat werkstraffen beter werken. Als een moeder een hulpverlener duwt omdat diegene haar niet wil toelaten bij haar zoon die een verkeersongeluk heeft gehad, waarom moet je zo iemand verplicht een celstraf opleggen?”

Nieuwe Wet straffen en beschermen

Vanaf 1 juli treedt de nieuwe Wet straffen en bescherming in werking, waarbij re-integratie een grotere rol speelt. Gedetineerden kunnen vanaf de eerste dag van hun gevangenschap werken aan hun re-integratie, iets wat Belleman een goed idee vindt. Wel maakt ze zich zorgen over de verkorting van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Deze is nu twee-derde van de straf en verandert naar maximaal de laatste twee jaar van de straf. 

Veel gedetineerden hebben meer begeleiding nodig

“Ik snap dat het lastig is om aan de samenleving uit te leggen dat iemand vrijkomt na het uitzitten van twee-derde van een straf – maar dat gebeurde tot nu toe wel onder strenge voorwaarden en begeleiding. Uitsluitend twee jaar kan in sommige gevallen te kort zijn. Bovendien gaan rechters in hun vonnissen rekening houden met de langere periode dat iemand daadwerkelijk achter de tralies zit.”

Werken aan re-integratie

Nu is het zo geregeld dat gedetineerden in gevangenschap kunnen deelnemen aan re-integratie- en resocialisatie-activiteiten, maar dit kan alleen bij goed gedrag. Hoe gaat het als iemand vrijkomt? Dat weet Boone: “Diegene is weer een gewone burger en krijgt een screening op een aantal punten, zoals zorg, financiële problemen en huisvesting. Na die screening kan hij of zij naar de gemeente worden verwezen, die verleent zorg waar nodig. Vaak gebeurt dit niet. Zeker als iemand kort vastzit, omdat er niet op tijd contact met de gemeente gelegd kan worden.”

Eigen verantwoordelijkheid ‘een risico’

Door de nieuwe wet zullen gedetineerden meer zelf verantwoordelijk zijn voor hun re-integratie. Ze moeten motivatie en goed gedrag tonen om voor verlof in aanmerking te komen én ze mogen alleen met verlof als het nuttig is voor de re-integratie. Over die eigen verantwoordelijkheid maakt Boone zich zorgen. “Veel gevangenen kunnen die niet dragen. Als het hele systeem van re-integratie daaraan wordt opgehangen, vallen veel mensen buiten de boot.” Bac deelt deze zorg. “Veel gedetineerden hebben psychische problemen, waardoor zij niet goed om kunnen gaan met eigen verantwoordelijkheden. Zij hebben meer begeleiding nodig.”

Intensieve samenwerking

Toch maakt de wet Bac ook enthousiast. “Dankzij de wet kunnen het gevangeniswezen, gemeenten en de reclassering intensief samenwerken. Nu begeleidt de Dienst Justitiële Inrichtingen iemand tijdens gevangenschap, neemt de gemeente dit na vrijlating over en is de reclassering er maar in 18 procent van de gevallen bij betrokken. Straks werken de drie partijen tegelijk aan iemands begeleiding. Ook hoop ik dat de reclassering bij meer dan 18 procent van de zaken betrokken raakt, om te voorkomen dat mensen terugvallen. Daar zijn nieuwe afspraken en investeringen voor nodig. We streven naar een reclasseringswerker in elke gevangenis, zodat we in alle instellingen goed aan de re-integratie kunnen werken.”

Tekst: Anouk van de Schootbrugge
Beeld: Shutterstock

--:--