Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hennie raakte voor 30% verbrand

‘Ik zag hoe de huid van mijn hals, wang en oor voor mijn ogen wegbrandde’

Op 26 Januari 2013 veranderde een noodlottig ongeval het leven van Hennie Francoijs (56) voorgoed. Tijdens het bijvullen van de sfeerhaard in haar tuinhuis ontstaat er een grote steekvlam waardoor haar jurk vlamvatte. Dertig procent van haar lichaam raakte derdegraads verbrand.

Deel:

“Ik zat heerlijk voor de sfeerhaard in ons nieuwe tuinhuis te breien. Dat tuinhuis hadden wij van onze kinderen gekregen toen wij 25 jaar getrouwd waren en ik had er een gezellig, knus plekje van gemaakt. Toen mijn man de deur uitliep om bij onze jongste zoon te gaan kijken, voelde ik een ijzige windvlaag en zag ik dat de haard bijna was uitgegaan. Ik besloot hem bij te vullen en goot heel voorzichtig wat Bio-Ethanol in het daarvoor bestemde reservoir. Tot mijn afgrijzen ontstond er echter een enorme steekvlam.”

Vlam gevat

“Het eerste wat ik dacht was: oh nee, mijn bank! De steekvlam was tot mijn bank gekomen, maar doordat ik nog niet besefte hoe ernstig de situatie was, dacht ik dat ik die nog wel kon redden. Ik had niet in de gaten dat mijn jurk al vlam had gevat. Ik rende naar buiten om de tuinslang te pakken, maar die was bevroren en werkte dus niet. Ik rende vervolgens de keuken in en besefte voor het eerst dat ik zelf ook in brand stond. Ik rende naar boven om onder de douche te springen. In de badkamer draaide ik - door de paniek en de pijn die inmiddels in volle hevigheid tot mij was doordrongen - aan de verkeerde knop. In plaats van dat ik de kraan opendraaide, draaide ik tevergeefs aan de thermostaatknop.”

Nergens water

“Ik dacht wanhopig: hier is ook al geen water! Terwijl ik me omdraaide om te zoeken naar iets waar ik het vuur mee kon doven, zag ik mezelf in een flits in de spiegel. Het was zo’n surrealistisch beeld; ik zag hoe de huid van mijn hals, wang en oor voor mijn ogen wegbrandde en verschrompelde. Ik besefte dat ik letterlijk de dood in de ogen keek en dat dit mijn einde was. Ik schreeuwde het uit: oh God, help me!” 

“Niet wetende hoe ik een einde aan deze nachtmerrie kon maken strompelde ik met mijn laatste krachten, naar beneden mijn voortuin in. Daar ging mijn leven in een flits aan mij voorbij. Ik wist dat ik elk moment God zou gaan ontmoeten, maar besefte ook dat ik dat niet kon. Een paar dagen eerder had ik, met een boos en opstandig hart, God uit mijn leven proberen te bannen door te zeggen dat ik Hem niet langer nodig had en zonder Hem verder wilde gaan. Mijn leven ging niet naar mijn zin sinds ik een burn-out had gehad en ik gaf God daar de schuld van.”

Te laat

“Net voordat ik dacht te gaan sterven, besefte ik dat God mij mijn hele leven had overladen met Zijn zorg en dat Hij mij dat op heel veel manieren had laten merken. Ik had Hem keer op keer weggeduwd. Ik besefte dat mijn tijd op was en dat het nu te laat was voor mij. Ik stond daar, brandend in mijn voortuin en schreeuwde het uit: oh God, ik moet sterven en ik kan U nog niet ontmoeten! Help me!” 

Rollend door de sneeuw

“Mijn dochters kwamen naar buiten rennen en rolden mij door de sneeuw. Een buurvrouw heeft mij vervolgens onder de douche gezet. De pijn die ik had was ondragelijk. De ambulance was inmiddels ter plaatse en de ambulancebroeders verdoofden mij gelukkig meteen. Mijn brandwonden waren zo ernstig dat ik naar het Brandwondencentrum in Beverwijk werd gebracht.”

“Vier dagen lang lag ik op het randje van de dood. Ik werd kunstmatig in coma gehouden. Dertig procent van mijn lichaam was derdegraads verbrand. Na vier dagen werd ik voorzichtig wakker gemaakt. Verhalen over bijna-doodervaringen, nam ik vroeger altijd met een korreltje zout. Inmiddels weet ik dat die tunnel van licht, waar mensen die van de dood zijn gered het over hebben, echt ervaren kan worden. Ik ben in die tunnel geweest en heb dat licht gezien.”

Ik leefde nog

Toen ik na vier dagen wakker werd was mijn eerste verbaasde gedachte: leef ik nog? Ik dacht dat ik gestorven was. Ik werd vervuld met dankbaarheid en zei: God, dank U dat U mij nog een kans geeft, terwijl ik zó tegen U heb gedaan. Ik dacht vóór het ongeluk dat ik wel zonder God door het leven kon, maar Hij liet mij zien dat ik helemaal niet zonder Zijn liefde en trouwe zorg kon.”

“Toen mijn man bij mij kwam las hij ‘toevallig’ psalm 30. Daar stond precies mijn leven in omschreven: dat ik tot God geroepen had, dat Hij mij genezen (bewaard) heeft, dat ik niet in de kuil (het graf) hoefde neer te dalen. Wat was dat bijzonder. God sprak door Zijn woord rechtstreeks tot mij.

‘Natuurlijk had ik pijn nadat ik was verbrand, maar door God’s genade werd de pijn verdoofd’

“De weg naar herstel werd een lange, pijnlijke strijd. Toch kon ik God alleen maar groot maken. Ik was onverdiend gered en Hij gaf mij een nieuwe kans. De kamer waar ik in lag, kamer B27 van het brandwondencentrum in Beverwijk, werd een dierbare plek voor mij. Dit was de plek waar ik God had leren kennen. Hij droeg mij door deze zware tijd heen. Natuurlijk had ik pijn, maar door Gods genade werd deze pijn verdoofd. Dat maakte mij ontzettend klein, want ik had dat niet verdiend.”

29 Operaties

“Ik onderging operatie na operatie. Alle huid van mijn benen is gebruikt om naar mijn armen te transplanteren en de grote gaten op mijn hals, wang en oor te kunnen dichten. Op mijn rechterarm is een stuk getransplanteerde huid met 250 nietjes vastgezet. Na een week moesten al die nietjes weer verwijderd worden, je kunt je wel voorstellen hoe vreselijk dat was, want ze waren inmiddels in mijn huid gegroeid. Tijdens die momenten dat de pijn bijna ondragelijk was, voelde ik zo duidelijk Gods kracht in mij stromen, dat ik de behandelingen rustig kon ondergaan. Dat was iets wat de verpleging en de artsen niet eerder hadden meegemaakt. De meeste patiënten vloekten en tierden en wilden dood om van het lijden af te zijn.”

“Inmiddels ben ik zes jaar en 29 operaties verder. Pijn zal ik altijd blijven houden. Ik ben snel moe en lijk niet meer op de vrouw die ik voor de brand was. Mijn innerlijk én uiterlijk zijn door de brand veranderd. Maar hoe ík ook ben veranderd, God is dé Onveranderlijke.” 

Lees ook: 'mijn huis stond in brand, en mijn dochter lag in bed'

Geschreven door

Rita Maris

--:--