Navigatie overslaan
Sluit je aan
Visie op de Bijbel.
© EO

Hoe het verhaal van de verlosser Mozes vooruitwijst naar dat van de verlosser Jezus

Visie op de Bijbel

vandaag · 16:08| Leestijd:3 minVisie

Update: vandaag · 16:09

Een moment van Bijbelse bezinning. Elk weekend biedt 'Visie' je een nieuw perspectief op een Bijbelverhaal. Lees én praat mee!

De overdenking van vandaag gaat over Exodus 3:1-10. Scroll naar beneden voor de Bijbeltekst.

De overdenking

In de adventstijd lezen we vaak profetieën die verwijzen naar de komst van de Messias. Maar vooruitwijzingen van deze Redder, Jezus Christus, vinden we door het hele Oude Testament. Misschien is de tekst van vandaag niet de eerste waar we in dit verband aan denken. Toch zijn er in dit Bijbelgedeelte allerlei connecties te maken tussen de verlosser Mozes en de verlosser Jezus. Er zijn engelen bij betrokken, prinsen die veranderen in herders, een volk dat verlost moet worden, een prijs die daarvoor betaald moet worden, en God die iemand zendt en aanspreekt.

Praat mee Wat is volgens jou de rode draad door de Bijbel?

Exodus 3:1-10

Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde ver de woestijn in, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep Hij hem vanuit de struik: 'Mozes! Mozes!' 'Ja, ik luister,' antwoordde Mozes. 'Kom niet dichterbij,' waarschuwde de HEER, 'en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.' Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
De HEER zei: 'Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, Ik weet hoe ze lijden. Daarom ben Ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. Daarom stuur Ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.'

Tekst: Eline de Boo

Meest gelezen

Lees ook