Navigatie overslaan
Sluit je aan
Jan Martijn Abrahamse door Janita Sassen.
© Janita Sassen

Hoe zing je een jaar uit dat zwaar en mooi tegelijk was? Probeer het met dit pelgrimslied

De Bijbel Open

vandaag · 08:47| Leestijd:4 min

Update: vandaag · 08:47

Zo aan het einde van het jaar zingen we als land het jaar uit. Tenminste, als je de Top 2000 mag geloven. Steevast eindigen we met ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen.

Persoonlijk vind ik ‘Fix You’ van Coldplay nog mooier; vorig jaar stond het op nummer twee. Het gaat over verlies, over niet helemaal kapotgaan, en over thuiskomen: Lights will guide you home. Zingen over onverwacht geluk, over verrassende redding.

In de rubriek De Bijbel Open lees je elke week bij Visie een overdenking bij een Bijbeltekst. Jurjen ten Brinke en Jan Martijn Abrahamse wisselen elkaar af.

Psalm 124

Een pelgrimslied van David.

Was de HEER niet voor ons geweest,
- Israël, blijf het herhalen -
was de HEER niet voor ons geweest
toen de mensen zich tegen ons keerden,
ze hadden ons levend verslonden,
zo hevig was hun woede.

Dan had het water ons meegesleurd,
de stroom ons overspoeld,
wij zouden zijn overspoeld
door het ziedende water.

Geprezen zij de HEER, die ons niet
ten prooi gaf aan hun tanden:
wij zijn als een vogel ontsnapt
uit het net van de vogelvangers,
het net is gescheurd en wij,
wij zijn ontkomen.

Onze hulp is in de naam van de HEER,
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Zo is ook dit pelgrimslied: een lied over kapotgaan en toch thuiskomen. Het is een getuigenis waarin God wordt bezongen tegenover anderen: “Was de HEER niet voor ons geweest… ze hadden ons levend verslonden.” De pelgrim schetst een wat-als-scenario waarin het volk verloren zou zijn geweest zonder Gods ingrijpen. Walter Brueggemann noemt het een psalm van heroriëntatie: een lied over de verwondering van vernieuwd leven. Israël stond altijd onder druk om op te gaan in de vaart der volken: zeven decennia ballingschap, geen tempel, geen koningshuis, geen eigen land. Zelfs bij terugkomst was voortbestaan onzeker. En toch: ze waren er nog. Juist dát verdient het om bezongen te worden.

Strijd met de mensheid

De taal van de psalm in de verzen 4-7 laat zien dat de worsteling verder gaat dan fysieke vijanden. Anders dan de vertaling suggereert, gaat het bij deze pelgrim niet om de strijd met andere mensen, maar met de mensheid zelf, met de menselijke conditie, of met het eigen ik. Het slagveld ligt in het hart: wij tegen onszelf, ik tegen mij. De pelgrim beschrijft hoe overweldigend dit kan zijn: vloedstromen die alles meesleuren, kolkend water, tanden en klauwen van de vijand. Ons moderne leven kan zich precies zo laten voelen: een constante vloed aan informatie en prikkels die nooit verzadigen, ons leven dichtslibt en dreigt ons te overweldigen. Zonder een God die een andere wereld opent, raken we gevangen in onze eindige verlangens.

Met God geleefd

En toch: de pelgrim is ontkomen. We hebben opnieuw een jaar met God geleefd. Sommigen van ons hebben geworsteld om hier te komen, anderen zitten er gehavend bij. We hebben verlieservaringen die we aan het einde van het jaar extra voelen. Misschien kun je, net als de pelgrim, wel zeggen dat het zonder God er heel anders aan toe zou zijn gegaan.

Terugkijken op deze manier kan heilzaam zijn: we leven voorwaarts, maar begrijpen achterwaarts. Wanneer we Gods spoor in ons leven helderder zien, stemt dat tot dankbaarheid. Zo eindigt de psalm met lof, en zo wil ik ook dit jaar afsluiten en het nieuwe ingaan: “Onze hulp is in de naam van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft.”

Praat mee Wat is jouw gebed voor het nieuwe jaar?

Meest gelezen

Lees ook