Het is zomer: tijd voor de liefde!
Wolter brengt een ode aan Hooglied. Omdat deze vurige liefdespoëzie ruikt naar het leven. En weergeeft hoe we kunnen dwalen op zoek naar het hart van de ander.
Hooglied – wat ben ik blij dat het in de Bijbel staat.
Een verademing is het, tussen het zondigende geweld in het Oude Testament en de soms al te serieuze, zware toon van Paulus’ brieven. Een lach tussen de denkrimpels.
Eindelijk een boek waar het gewoon, direct en puur naar leven ruikt. Waar een jongen en een meisje door de bedauwde heuvels huppelen, verlangend naar elkaar. Een sappig boek, in heel veel vruchtbare en bloedgeile opzichten.
Geloven, kerk, God – het ruikt soms naar alles, behalve naar leven.
Prettig om dan eens een geluid als dit te horen:
Sta op, vriendin!
Mooi meisje, kom!
Kijk! De winter is voorbij,
Voorbij zijn de regens, weggegaan.
De bloemen zijn verschenen op het veld,
Nu breekt de zangtijd aan,
Het koeren van de duif klinkt op het land.
Toen ik een jaar of veertien was, zal het denk ik een van m’n lievelingsbijbelboeken geweest zijn.
‘Je borsten zijn als kalfjes’. Haha!
Ja natuurlijk, je bent puber en zo’n boek vol verlangen en speelse erotiek, afijn, daar gniffel je om met anderen. Maar als je alleen bent, dan lees je die woorden weer eens over en dan voel je dat er bij je van binnen iets meegloeit met die vurige liefdespoëzie.
Goedkoop en preuts
Wat een afknapper toen iemand me vervolgens vertelde dat Hooglied vrijwel in alle eeuwen door de kerk is gelezen als een boek dat gaat over ‘de liefde tussen Christus en zijn Kerk’, of zeg maar de liefde tussen God en mens.
Dat vond ik wel zo goedkoop en preuts. ‘Ja hoor, het zal de kerk weer eens niet zijn. Hebben we eindelijk een boek dat gewoon over twee verliefde mensen gaat en dan moet de kerk het weer verzieken door er zo’n over-serieuze boodschap in te lezen, die ook nog eens nergens op slaat.’
Inmiddels ben ik daar wat milder over gaan denken. Je kunt Hooglied namelijk óók prima lezen als een verhaal over het verlangen tussen God en mens. Zoals je liefdesliedjes op de radio ook op God kunt betrekken. Tenminste, dat gebeurt mij nogal eens (ik herinner het me voor het eerst bij dit nummer – ‘I turn to you, like a flower leading towards the sun’ – ja, hallo, dat komt rechtstreeks uit een christelijk liedboek. Lekker nummertje was dat trouwens).
Een belangrijk, duizelingwekkend verlangen
Ja natuurlijk, Hooglied is echt gewoon een boek over twee mensen en hun verliefdheid en hun verlangen naar elkaar. Maar de kerk heeft iets belangrijks bespeurd door dat duizelingwekkende verlangen en ook die soms radeloze zoektocht tussen verliefden te lezen met het oog op God en de mens. Waarom? Omdat het verlangen tussen God en mens de motor van al ons verlangen is. En dat is volgens mij ook wat geloven is: een voortdurende oefening in verlangen.
Ik geef twee voorbeelden met van die typische Hooglied-stukjes die dat illustreren:
1. ‘Waar ben je toch?’
’s Nachts in mijn slaap zoek ik mijn lief.
Ik zoek hem, maar ik vind hem niet.
Laat ik opstaan, rondgaan in de stad,
laat ik in de straten, op de pleinen,
zoeken naar mijn allerliefste.
Ik zoek hem, maar ik vind hem niet.
Ik bezweer je, meisjes van Jeruzalem,
als jullie mijn lief vinden,
wat zeggen jullie tegen hem?
Dat ik ziek van liefde ben.
Dat hoort er ook bij in Hooglied. Soms is het dwalen en hevig gefrustreerd raken. Ik verlang naar je, maar je bent er niet.
Steeds maar dwalen en zoeken. De ander wil maar niet op jouw pad komen.
Dat geldt als je op zoek bent naar een relatie, maar net zo goed binnen een relatie. Ook dan is het vaak dwalen en zoeken naar het hart van de ander.
En tussen God en mens: hetzelfde verhaal. God is de vervulling van onze dolende levens. Maar je hebt God nooit. We dolen dus heel wat af, vragend, zoekend en eenzaam in de nacht.
2. ‘Je borsten zijn als druiventrossen’
Sta op vriendin,
Mooi meisje, kom!
Laat mij je gezicht zien,
laat me luisteren naar je stem,
Want je stem is zo lieflijk,
je gezicht zo bekoorlijk.
Liefde en verrukking, dat ben jij.
Als een palm is je gestalte,
je borsten zijn als druiventrossen.
Er is in het geloof een tijd voor zwaarte, voor serieusheid en verantwoordelijkheden.
Maar er is ook een tijd voor lichtheid, voor kinderlijke blijdschap, een tijd om heel eenvoudig blij te zijn over God.
Er is in het geloof een tijd voor verdriet, voor zorgen, voor denkrimpels.
Maar met Hooglied is het tijd voor verliefdheid. Tijd om te strelen en te kussen, tijd om intens te verlangen. Waar draait het nou om tussen God en mens? Verlangen. Liefde. Leven.
Mensen, het is zomer! De natuur barst bijkans uit elkaar van vruchtbaarheid en overvloed. Het is tijd voor liefde, tijd voor poëzie. Laten we in het gras huppelen en verliefd zijn. Op alles en op jou in het bijzonder. I’m hungry for you my love!
Geschreven door
Wolter Huttinga