Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘In de hemel herkennen we elkaar’

Troostrijke gedachte

We troosten elkaar vaak met de gedachte dat we elkaar in de hemel zullen terugzien. Maar is er wel herkenning in het hiernamaals?

Deel:

Oneens

“God is van zo’n andere dimensie, dat herkenning van ondergeschikt belang is," zegt vrijzinnig hervormd predikant Marianne Gaastra uit Zwolle. “Die vraag speelt zich af in onze denkwereld, maar God is groter. Waarom zou je elkaar moeten herkennen? Het is mooi genoeg om in de hemel te zijn. Straks bezoek ik een stervende. Ik zou haar antwoorden: ‘Nu heb je nog die vraag, straks krijg je misschien een antwoord.' God is zo dichtbij, maar tegelijkertijd zo veraf en groter dan wij, dat we niet alles kunnen begrijpen. Doen alsof ik alles weet, is geen echte troost.”

Eens

“Ik weet niet of we elkaar in de hemel herkennen zoals op aarde; dat je iemand ziet en weet dat je die persoon kent,” reageert uitvaartverzorgster Brenda Siebrand uit Kampen. “Wel krijgt herkenning in de hemel volgens mij een diepere betekenis: een werkelijk herkennen van de ander en werkelijk zien. Zoiets staat beschreven in 1 Korintiërs 13:12: ‘Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht.' Ik hoop en verwacht dat mensen elkaar in de hemel volledig en volmaakt mogen zien. Dat we elkaar herkennen als schepselen van God.”

Oneens

Opperrabbijn Binyomin Jacobs vindt de stelling een voorbeeld van beperkt menselijk denken en daarmee "onzin". “Herkenning heeft betrekking op ons lichaam en onze ziel. In die zin bestaat menselijke herkenning straks niet. God is zo verheven, dat Hij ons driedimensionale denken overstijgt. Wij kunnen ons niet voorstellen hoe de hemel eruitziet.”
Jacobs illustreert de beperking van het menselijk denken met een tegenvraag: “Geloof je dat God almachtig is? Dan geloof je dus dat Hij een steen kan maken die zó zwaar is, dat Hij hem Zelf niet kan optillen. Betekent dit dat Hij niet almachtig is? Nee, want Hij kan een steen maken die Hij niet kan optillen, en toch kan Hij dat wél! Wij kunnen ons van God en de hemel geen voorstelling maken en kunnen ons menselijk denken dus niet op Boven loslaten.”

Eens

“Met het nodige voorbehoud ben ik het eens met de stelling,” reageert Henk Binnendijk. “We moeten oppassen dat bijzaken geen hoofdzaken worden. Van de hemel moeten we niet een reünie van christenen maken. In rouwadvertenties lees ik wel eens: 'Jan is nu bij Annie.' Dat is mij te platvloers, want we gaan naar Jezus.
De Bijbel geeft wel enkele voorbeelden van herkenning, zoals de ontmoeting van Jezus met Mozes en Elia. Petrus noemt de namen van die laatste twee, die al gestorven zijn. Ook in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus is sprake van herkenning. God heeft ons gemaakt voor de eeuwigheid. Dan kan het niet zijn dat wij daar onherkenbaar zijn."

Tekst: Jeroen Kanis
Beeld: Shutterstock

--:--