In gesprek over dilemma’s, betekenis en geschiedenis van de Joodsche Raad

Over de Joodsche Raad doen ook na bijna 80 jaar allerlei verhalen de ronde; regelmatig met een negatieve ondertoon. Al tijdens de Tweede Wereldoorlog spraken sommige Joodse Nederlanders over dit instituut als ‘Joods verraad’. En nu - jaren later - is dat niet veel anders. Kan het zijn dat de realiteit een stuk complexer en genuanceerder is?

De zes geïnterviewden verklaren vanuit hun positie en achtergrond het fenomeen van de Joodsche Raad:

• Journalist Hans Knoop publiceerde in 1983 het gedurfde standaardwerk over de Joodsche Raad.
• De in Jeruzalem wonende Mirjam Bolle-Levie (106) was de secretaresse van de Joodsche Raad.
• Frank Diamand, kleinzoon van voorzitter Abraham Asscher die onder meer met zijn grootvader in concentratiekamp Theresienstadt verbleef.
• Rob Oudkerk, kleinzoon van voorzitter David Cohen die als opgroeiende jongen zijn grootvader goed heeft gekend.
• Historicus Bart van der Boom, schrijver van het onlangs uitgekomen boek De politiek van het kleinste kwaad: een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam 1941-1943.
• Regisseur Paula van der Oest die de historische dramaserie De Joodse Raad heeft geregisseerd.

Historische dramaserie

Voor welke onmogelijke dilemma's stelde de Duitse overheerser de Joodse gemeenschap? Het antwoord op die vraag wordt duidelijk zichtbaar én voelbaar in de vijfdelige historische EO-dramaserie De Joodse Raad. De geschiedenis komt tot leven door het indringende verhaal van vader en dochter; David en Virrie Cohen. Hoofdrollen in de serie zijn voor Pierre Bokma, Claire Bender, Jack Wouterse, Malou Gorter en Monic Hendrickx. De Joodse Raad is vanaf 10 maart te zien bij de EO om 21.30 uur op NPO 1.