Ga naar submenu Ga naar zoekveld

In het gareel lopen: zo doe je dat het beste in deze tijd

Nu de tweede coronagolf weer oprukt moeten we opnieuw ‘in het gareel’. Lydia duikt in het verhaal achter deze uitdrukking en doet mooie inzichten op voor ouders, leiders, politici en voor iedereen die deze tijd lastig vindt.

Deel:

Het valt niet mee voor mensen om zich aan regels te houden. Zeker als het erg lang duurt. Er is een houdbaarheidsdatum. Politie en boa’s klaagden de afgelopen maanden regelmatig dat ze mensen niet meer ‘in het gareel’ kunnen houden. En dat is ook wel logisch. Want waarom zouden we in het gareel lopen?

We leven in een moderne tijd en laten ons niet voor iemands karretje spannen. Toch is dat precies waar een gareel voor bedoeld is. Ee gareel is een soort halsband voor paarden, die de dieren helpt om een zware last te kunnen trekken. En aangezien zo’n uitdrukking natuurlijk niet uit de lucht komt vallen, zijn er vast wat inzichten uit te destilleren. Daarom hieronder: “De zin en onzin van ‘het gareel’.”

Het moet vrijwillig en passend zijn

Je hebt een gareel nodig als er een zware klus gedaan moet worden. Op de plekken waar het gareel op de borst en schouders van het paard rust, heeft het dikke gevoerde bekleding, zodat het paard enorm veel kracht zetten, zonder dat het gaat knellen.

Als een paard altijd die zware halsband zou moeten dragen, krijgt hij last van zijn rug en zal hij zich ertegen gaan verzetten. Bovendien lukt het dan al snel niet meer om hem ‘in het gareel’ te krijgen: dat ding is topzwaar en een paard moet vrijwillig zijn hoofd laten zakken om het gareel om te kunnen doen. En dat doet hij natuurlijk alleen als hij met plezier aan het werk gaat.

Dat is dus het eerste inzicht:
Wil je mensen dus zover krijgen dat ze in het gareel lopen, dan zullen ze het vrijwillig moeten doen en niet te lang achter elkaar. Het moet functioneel en tijdelijk zijn. Duurt het langer, dan zal het steeds meer moeite kosten de mensen in het gareel te houden.

Ieder paard heeft bovendien een eigen uniek op maat gemaakt gareel nodig, want elke hals heeft een unieke vorm. Doe je een paard niet passend gareel om, dan volgen er al snel blessures en schaafplekken.
Je voelt het al: Je kunt dus niet zomaar alle mensen in hetzelfde gareel proppen. Ieder mens heeft een eigen unieke benadering nodig.

Er is een reden voor gedrag

Een paard in het gareel houden, betekent ook dat je ervoor zorgt dat het paard zich zo beweegt, dat de druk zich mooi verdeeld over het hele gareel. Een paard dat zich hier tegen verzet, en bijvoorbeeld achteruit gaat lopen of gaat hangen naar links of rechts, zorgt voor gevaarlijke situaties, belemmert het werk en loopt blessures op. De kunst van het mennen is om je je niet te laten frustreren, maar te weten dat een paard, net als een mens, altijd een reden heeft om zich zo te gedragen. 

Net als een mens, wil een paard het liefst samenwerken, maar is hij geen domme kracht. Het paard wil meedenken. Het is goed leiderschap om je paard serieus te nemen en niet over te gaan tot dwang. Misschien heeft het pijn, angst, een slechte ervaring, of gewoon een rotbui. Doe je daar niks mee, dan groeit de frustratie. Doe je er wel iets mee, dan groeit het vertrouwen.

Als de samenwerking op orde is, zal een trekpaard bergen voor je verzetten en zelfs pijn en vermoeidheid verdragen, als het werk daarom vraagt. En dat is uiteindelijk de basis die je nodig hebt om, ook in een crisissituatie, net dat tandje meer te kunnen vragen van je paard.

Een licht juk

Ik ben ervan overtuigd dat ook mensen graag iets teweegbrengen en bereid zijn zich ervoor in het zweet te werken. Jezus wist dat ook. In een tijd dat iedereen nog heel goed wist hoe je met trekpaarden en andere lastdieren moest samenwerken, zei Hij het zo: ’Neem Mijn juk op je en leer van mij. Want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. En je zult rust vinden voor je ziel, want mijn juk is zacht, en mijn last is licht’. (Mattheüs 11:28-30)

Het bijzondere is dat Hij niet zegt dat we ons juk af mogen gooien en voortaan als my little pony’s door de wei mogen huppelen. Hij weet dat we als mensen het beste tot ons recht komen als we samenwerken en iets teweegbrengen; eruit halen wat erin zit. Maar wel onder de juiste voorwaarden. Met een zacht juk, een lichte last en een leider die ons kent, voor ons zorgt en de samenwerking met ons aangaat.

Het stille, vanzelfsprekende werkritme van een span op het land, met alleen de geluiden van hun zware ademhaling en de zachte aanwijzingen van de boer, heeft iets magisch. Het moment dat de paarden hun enorme lijven in het gareel duwen en de ploeg in beweging komt, zie je het gewoon: trots. Plezier. Hier zijn ze voor geboren. Ze stralen als ze doen waar ze het best in zijn. Net als wij.

Laten we de kunst afkijken.


De foto hierboven komt uit de collectie van het Powerhouse Museum en dateert uit ong. 1900 toen er nog ploegwedstrijden werden gehouden. 

Geschreven door

Lydia van Maurik

--:--