Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Ina’s tienjarige dochter overleed na een treinongeluk

'Ik riep: Heer, bent u er wel?'

Twaalf jaar geleden is Ina’s tienjarige dochter overleden. Bij een onbewaakte spoorwegovergang wordt Liza geraakt door een trein. Na het ongeluk denkt Ina dat haar leven nooit meer goed zal worden.

Deel:

Liza is met haar moeder en een nichtje op stap om de pony van opa terug naar de stal te brengen als het bij een onbewaakte spoorwegovergang misgaat. Moeder Ina fietst vlak achter haar, maar Liza hoort haar waarschuwingen niet. Ina: “Door een lichte bocht in de weg, zag ik – gelukkig – niet dat ze geraakt werd. Ik hoorde de trein remmen en het gekletter van ijzer. Als een gek ben ik er heen gerend, hopend dat ze ok zou zijn, dat ze er net voorbij was. Maar ze was wel geraakt al leken haar verwondingen op het eerste gezicht mee te vallen. Ze was gewond aan haar gezicht en knie.”

Traumaheli

Op dat moment komt het niet in Ina op dat haar dochter zou kunnen overlijden. Ze maakt zich vooral zorgen om wat Liza allemaal zal moeten doorstaan na het ongeluk. Liza wordt vervoerd met de traumaheli en Ina en haar man worden door de politie naar het ziekenhuis gebracht. Op de spoedeisende hulp krijgen ze hun dochter weer te zien. 

 “Ze had veel bloed verloren en lag daar aan allemaal slangen en toeters en bellen. We stonden er wat verloren bij. Pas toen kwam voor het eerst het besef dat ze het misschien niet zou redden. Een arts vertelde dat ze inwendige bloedingen had en dat er een grote kans bestond dat ze het niet zou halen. Twee uur na het ongeluk is ze overleden.”

Je dochter overleden, het ergste wat je kan bedenken

Ina is lamgeslagen. Je kind is overleden; het ergste wat ze zich kan bedenken. In het ziekenhuis wordt gevraagd of ze slachtofferhulp nodig hebben, maar Ina weigert.

“Ik wist gelijk dat ze in de hemel was. Dat zei ik ook toen mij werd gevraagd of we slachtofferhulp nodig hadden. Het was voor mij een zekerheid. Bijzonder, want destijds had ik een verstandelijk geloof. Ik ben groot geworden met de Bijbel, ging keurig twee keer naar de kerk, catechisatie en vereniging. Maar God was niet aanwezig in mijn dagelijkse leven.Ik wist dat hij bestond, maar mijn geloof was meer een plichtpleging. Deels gebaseerd op angst dat ik het vooral goed moest doen. Achteraf is mijn geloof vanaf dat moment in het ziekenhuis veranderd.”

Teken van God

Na het overlijden moet Ina verder voor haar andere dochter. Ze leeft bij de dag en ziet niet in hoe ze ooit weer blij kan worden. Toch blijft het zwarte gat uit. Ze voelt zich gedragen door God.

“Op momenten dat ik het niet zag zitten, gebeurde er telkens iets wat me moed gaf. Ik riep eens: Heer, bent u er wel? Kunt u een teken geven, een regenboog, om te laten zien dat u er bent? Dat sloeg nergens op, want de lucht zag er helemaal niet naar uit. Maar toen ik even later naar buiten keek, wás daar een regenboog. Een gebedsverhoring.”

'Voor mij was dat zo duidelijk een teken van God, heel troostvol'

“Een vriendin stuurde me eens een berichtje met de tekst ‘als achterom kijken pijn doet en vooruit kijken je bang maakt, kijk dan opzij Hij is naast je’ Die avond liep ik in donker met de hond daarover na te denken, toen een flits uit de lucht vlak langs mij ging. Een vallende ster waarschijnlijk. Voor mij was dat ook zo duidelijk een teken van God, heel troostvol.”

Via een vriendin komt Ina in contact met Christa Rosier. Bij haar vindt ze herkenning en kan ze met vragen en twijfels kwijt. Christa stuurt haar een gedicht wat Ina nog altijd troost biedt:

Zeker zal zij er zijn,
die wij op aarde beschreien,
komende over de weide,
lachend en zonder pijn.

Kniediep in bloemen, klein
komende over de weide
zeker zal zij er zijn.

Lopende tussen ons beiden.
En in haar wijze geleide,
zullen wij kinderen zijn.

Komende over de weide.
Zéker zal zij er zijn.

“Mede door Christa besefte ik dat ik het met God aankon. Het verdriet is niet weg, maar God ook zeker niet. En ik wil Hem ook niet missen. Ik heb af en toe naar God geschreeuwd, maar ik heb altijd antwoord gekregen, Hij gaf kracht. Waar ik voor het ongeluk verstandelijk geloofde, kan ik nu oprecht zeggen: ik hou van God!”

Cadeautje

Twee jaar na het ongeluk van haar dochter gebeurt er iets onverwachts. Ina raakt, op haar tweeënveertigste, opnieuw zwanger. “Ik had nooit gedacht dat ik nog eens zwanger zou zijn. Na de twee meiden heb ik het niet meer aangedurfd, ik heb het altijd uitgesteld. Achteraf denk ik: hoe kon ik er zo over denken? Ik vond de zwangerschap, zeker ook gezien mijn leeftijd, heel spannend, ik was erg bezorgd. Maar ook toen was God dichtbij en we kregen een gezonde zoon. Ons cadeautje!”

'We zien haar weer'

Ondanks God’s troostende aanwezigheid in haar leven, heeft Ina nog veel angsten. Tijdens Eva’s Kloosterretraite beseft ze: God is mijn zekerheid. 

“Wat Hij in mijn leven heeft gedaan zijn een soort gedenksteentjes. Ik heb mijn leven met God en ik zie wel wat er gebeurt. Hij was er toen en ik hou me eraan vast dat Hij ons blijft dragen. Liza is als het ware mijn lijntje met God. Door het gemis van Liza ben ik ook verbonden met God. Voor haar overlijden was ik op dit leven gericht. Nu weet ik dat we in een onvolmaakte wereld leven. Dat raakte me tijdens de retraite. We zijn nog in de woestijn, we zijn nog niet in het beloofde land. Ik weet dat Hij mijn zekerheid is. Ik zeg altijd: God heeft ons er doorheen geholpen en we zien haar weer.”

Lees ook: Jedidja verloor haar zoontje. ‘Mijn ziel is diepbedroefd, mijn geest is levend’

Geschreven door

Annemarie Kok-van Twillert

--:--