Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Irma verloor haar oudste zoon

‘Toen de wijkagent zijn pet afzette, wisten wij genoeg’

Het ondenkbare overkwam Irma van Vliet uit Zierikzee. Ze verloor een kind – Daniël, haar oudste zoon – aan de dood. Op 21-jarige leeftijd verdween hij plotseling spoorloos. “Om 20.43 uur stuurde ik hem die avond nog een appje: ‘Daan, kom nou naar huis.’ Maar het bleef stil.”

Deel:

‘Daniël draagt een blauwe spijkerbroek, een grijze hoodie, sportschoenen en een petje. De jongen heeft in zijn linkeroor een oorbel. Op zijn rechterarm zit een tatoeage.’ (Uit het politiesignalement, augustus 2015)

Van jongs af aan was Daniël “vooral een ontzettend lieve jongen”, vertelt Irma (47) thuis op de bank in Zierikzee. Haar oudste zoon werd in de zomer van 2015 – na drie dagen vermist te zijn – levenloos aangetroffen in een lokale gracht. “Altijd wilde hij het anderen naar de zin maken. Zat iemand in de problemen en kon hij er iets aan doen? Dan deed hij dat. Wel was hij wat verlegen en soms een einzelgänger, die vaak stilletjes zijn eigen gang ging.”

Spontane verrassing

Op de vraag wat haar meest dierbare herinnering aan Daniël is, blijft het lang stil. Irma glimlacht, de handen in de schoot gevouwen en de blik omlaag. “Het zijn er zo veel,” zegt ze uiteindelijk als ze weer opkijkt, met warme ogen. “Hij dacht altijd aan anderen. Eén keer, nog geen jaar voor zijn overlijden, was hij samen met Esther – onze dochter – gaan winkelen in Goes.

Toen ik thuiskwam uit mijn werk, gaf Daniël me een doosje. Chocolade of koekjes, dacht ik. Maar er kwam een stoer jasje uit. Van leer. Zachtroze. Voor mij, als spontane verrassing. Zó lief. Typisch Daniël: hij wilde het anderen naar de zin maken. Dat jasje heb ik ontzettend veel gedragen. Het leer begint nu te scheuren, dus ik kan het helaas niet meer aan. Maar wegdoen? Nooit. Ik droeg het ook op zijn begrafenis.” 

Ik heb zó vaak gedacht: wás hij maar met vrienden gegaan

Niet met vrienden

Medio augustus 2015 – een hete zomermaand – streek de jaarlijkse kermis neer in het centrum van Zierikzee. Daniël, productiemedewerker bij de CSM-suikerfabriek in Goes, ging er altijd graag heen. “Hij kwam ’s middags uit zijn werk,” vertelt Irma, “deed z’n rugtas in de kelderkast en ging gelijk door naar de kermis.” In z’n eentje? “Ja, helaas. Niet met vrienden.” Op zachtere toon: “Ik heb zó vaak gedacht: wás hij maar met vrienden gegaan.”

Veel opgeschreven

Irma houdt tekening van Daniel vast
Credits: Ruben Timman.

Omdat Irma zelf nog aan het werk was bij een hotel in Renesse, heeft ze hem niet thuis zien komen of vertrekken. “Esther zag hem rond 20.00 uur nog wel, op de kermis. Daarna ging hij naar de Troubadour, een lokaal cafeetje. Esther was destijds 14, dus ze moest rond die tijd weer naar huis. In dat café heeft ze afscheid van hem genomen. Later had ze daar veel moeite mee. Esther voelde zich schuldig: van ons gezin was zij de allerlaatste die hem nog heeft gezien en gesproken.”

App-contact had Irma die avond nog wel. Ze staat op en loopt naar het dressoir in de achterkamer. “Ik heb destijds veel opgeschreven,” roept ze over haar schouder, “in mijn dagboek.” Ze haalt een schrift met vogeltjeskaft tevoorschijn, gaat weer op de bruine bank zitten en slaat het open. Bladert, zoekt. “O ja, hier.” 

Ik appte nog: ‘Waar ben je?’ Hij zei: ‘Stad, kermis. Hoezo?’ Ik weer: ‘Nou, omdat je er niet bent. Eet je mee of zo? Communiceren heet dat.’ Toen zei Daan: ‘Ben rond 19.30 uur weer thuis. Nee, ik ga bij Dean’s (eetcafé, red.) eten.’ Dit was rond 17.30 uur. Om 18.00 vroeg ik nog: ‘Ben je wel zuinig op je centjes?’ Waarop hij antwoordde: ‘Zekers.’ Daarna appte ik hem om 20.43 uur. ‘Daan, kom nou naar huis’ – en was het stil...

Enigszins verbaasd dat Daan nog steeds niet was thuisgekomen én niets meer van zich had laten horen, kroop Irma die dinsdagavond in bed en viel in slaap. Niet wetend dat ze de komende nachten geen oog meer zou dichtdoen.

Zijn bed was leeg

De volgende ochtend zat ze alleen aan de ontbijttafel. Esther en haar oudere broer Benjamin lagen nog in bed, net als echtgenoot Chris: zij hoefden niet zo vroeg te beginnen. Maar waar bleef Daniël? Normaliter gingen ze doordeweeks vrijwel altijd tegelijkertijd de deur uit naar hun werk. Had hij zich soms verslapen?

“Ik liep zachtjes de trap op; Daan sliep op zolder. Ik wilde hem wakker maken, deed zijn deur open en zag dat zijn bed leeg was. Hij zal dan wel bij een vriend hebben geslapen, dacht ik nog. Deed hij bijna nooit, maar goed. Voordat ik naar mijn werk ging, legde ik een briefje neer voor Chris: ‘Daniël is niet thuis geweest.’”

'Misschien is er toch iets mis'

Later die ochtend vertelde Chris zijn collega’s hierover. Die adviseerden hem de politie in te seinen. Chris overlegde eerst telefonisch met Irma. “Ik dacht: de politie bellen? Dat is toch helemaal niet nodig? Maar vanaf dat moment dacht ik: misschien is er toch iets mis...” Het was rond 9.30 uur dat ze er opeens aan dacht naar Daniëls werk te bellen. Waarschijnlijk was hij gewoon daar? Al versliep hij zich soms, hij kwam altijd opdagen. “Alleen: vandaag niet. Toen dacht ik: wat is hier aan de hand? Hij was een betrouwbare jongen, geliefd bij zijn collega’s. Dit was niets voor hem.”

De politie bellen, dat is toch niet nodig?

'Desnoods via het raam'

Zelf maakte ze haar werk nog af voordat ze, toch wat opgelaten, naar huis ging. “Chris stopte eerder met werken om naar de politie te gaan. Omdat er bij ons thuis geen problemen waren, namen ze het daar wel meteen serieus op. Voor de rest werd er niet veel mee gedaan – als het een volwassen persoon betreft, doet de politie de eerste 48 uur niets – al keken ze wel naar hem uit.” 

Dat laatste deden Irma, Chris, Benjamin en Esther uiteraard ook. “Ik geloofde dat hij ieder moment terug kon komen. Daarom – en vanwege de warmte – hebben we vanaf die woensdag alle deuren en ramen steeds opengehouden. Zodat Daniël hoe dan ook altijd binnen kon komen. Desnoods via het raam.”

Flyers

Maar Daniël kwam ook die woensdag niet thuis. Familie en vrienden arriveerden donderdag om te helpen zoeken. “We hebben óveral gezocht. Chris heeft bijvoorbeeld eindeloos veel met de auto rondgereden, ook langs de gracht. Esther had flyers gemaakt die we in Zierikzee, maar bijvoorbeeld ook in Burgh-Haamstede en andere plaatsen in de buurt hebben uitgedeeld. En via Facebook kreeg Esther eindeloos veel tips binnen. Sommige sloegen nergens op, andere leken serieuzer. Uiteindelijk kwamen er steeds meer aanwijzingen dat mensen hem voor het laatst, dinsdagnacht, bij de gracht hebben gezien."

Hij kon ieder moment terugkomen

Op donderdagmiddag gingen twee duikers het water in om met stokken de bodem af te tasten. Ze vonden niets. “Gelukkig maar, denk ik achteraf, want Chris stond vanaf de kant toe te kijken.” Die nacht deden Irma en Chris opnieuw geen oog dicht. De raadsels rond Daniëls vermissing en hun eigen, groeiende bezorgdheid hielden hen klaarwakker.

Keihard geschreeuwd

Dagboek Irma
Credits: Ruben Timman.

Op vrijdag meldden twee voorbijgangers bij de politie dat ze ‘iets’ hadden gezien bij de rietkraag van diezelfde gracht. De plek werd afgezet met linten, terwijl schermen nieuwsgierige blikken van passanten moesten tegenhouden. Irma haalt diep adem en vertelt: “Onze wijkagent, Freek, kwam vooraf vertellen dat er op basis van deze nieuwe aanwijzing nogmaals onderzoek zou worden gedaan. Hij zei: ‘Ik kan jullie niet verbieden bij het water te gaan kijken, maar wil je sterk aanraden thuis te blijven en dit onderzoek af te wachten. En geloof niets van wat je allemaal via social media te horen krijgt; wacht tot ik weer bij jullie ben.’”

Uren van martelende onzekerheid volgden. Hoe die zijn voorbijgegaan en wat ze al die tijd deed? Irma kan het zich nauwelijks herinneren (“Eindeloos ijsberen, denk ik”). Maar dit vergeet ze nooit: tegen 22.00 uur bevroor de tijd. “Freek kwam binnen – alle deuren stonden nog steeds open. Toen hij zijn pet afnam, wisten wij genoeg. Hij brak. Als dienstdoende agent, die wij al jaren kenden, moest hij ons vertellen dat het inderdaad Daniël was die ze hadden gevonden.” 

Dit schreef Irma er later over in haar dagboek: ‘Na twee slopende nachten waarin we niet geslapen hebben en Chris zich suf bleef zoeken, ook langs de gracht ontelbare keren, ook mijn vader, kwam het noodlottige nieuws dat onze lieve zoon Daniël is verdronken.’

Irma herinnert zich alleen nog dat ze keihard geschreeuwd heeft, onbedwingbaar begon te trillen en volledig instortte. Een inderhaast opgeroepen arts gaf haar een oxazepam, waarna ze – liggend op de bank – kalmeerde.

Met eigen ogen

Rond middernacht reden Irma, Chris en haar vader met bonzende harten naar het mortuarium. Hoewel er geen twijfel over bestond dat het inderdaad Daniël was die in de gracht was gevonden en ze hem niet hoefden te identificeren, wilden ze hem met eigen ogen zien. “Dat,” zegt ze, “was het meest verschrikkelijke moment. Zó onwerkelijk.” De rillingen lopen weer over haar rug als ze eraan terugdenkt. De enorme deur in het mortuarium die knarsend werd ontgrendeld en langzaam openging. De weerzinwekkende geur van de dood (“ze hadden ons ervoor gewaarschuwd, maar ik vergeet het nooit meer”), en vooral: de aanblik van haar opgebaarde zoon, tot aan zijn hals bedekt met een laken. In haar dagboek staat een zinnetje dat misschien wel alles zegt: ‘Ik wilde hem knuffelen, maar ik kon het niet.’

Ik wilde hem knuffelen, maar ik kon het niet

Chris bleef bij de grote deur staan en riep: “Nee! Nee!” Alleen Irma’s vader kon op de een of andere manier de kracht opbrengen om Daniël nog één keer aan te raken. Op de terugweg hield Irma een bruine zak met doorkijkvenster op haar schoot, met daarin de persoonlijke bezittingen die met Daniël uit het water waren gehaald, waaronder zijn portemonnee en een Zippo-aansteker.

Een kist uitzoeken

“Die ochtend, een paar uur na die verschrikkelijke ervaring in het mortuarium, stond de uitvaartleidster al op de stoep,” vervolgt Irma. “We moesten een kist uitzoeken. Kun je het je voorstellen? We waren nog helemaal in shock. En eindeloos moe.” De begrafenis vond plaats op woensdag 12 augustus 2015. Omdat Daniël lang in het water had gelegen, konden ze niet nóg langer wachten. “Wat ik me vooral van de uitvaart herinner, is dat we een ontzettend warme en mooie dienst hadden met elkaar.” Ze wijst omhoog. “Ondanks alle pijn, moeite en verdriet hebben we Gods vrede ervaren. Dat was zo bijzonder. We konden de liederen zelfs uit volle borst meezingen. Nu denk ik vaak: hoe hebben we dit kunnen doen?” Ferm: “We wisten ons gedragen.”

Irma bij het graf van Daniel
Credits: Ruben Timman.

Veel niet-gelovigen

Je begraaft je zoon en staat tóch God te prijzen? Irma beseft dat je die twee dingen met je verstand niet bij elkaar kunt krijgen. “Er waren veel niet-gelovigen bij Daniëls uitvaart, maar ook zij vertelden ons: ‘Er wás iets in die dienst... Een soort vrede.’ Wij geloven dat het de heilige Geest was.” Ze legt haar hand op haar borst. “Ondanks de pijn, voelden we vrede. Dat is bijna niet uit te leggen. Ik weet nog dat ik, toen het laatste lied werd gezongen, dacht: nee, nee, nee, ik ben er nog niet aan toe.”

Ze zingt spontaan de eerste regels van dit lied, ‘Alleen door U’ (Opwekking 498): ‘Er is een stad met gouden straten, vol van Jezus’ heerlijkheid. Er is een weg die daarheen leidt; daar is leven in eeuwigheid.’

‘Daan z’n lied’

Glimlachend: “Dat was Daan z’n lied.” Chris, die inmiddels thuis is gekomen uit zijn werk en op de bank naast haar zit, knikt. Hij staat op en haalt voorzichtig een ingelijste tekst van de muur boven het dressoir. “Dit is zo’n grote troost voor ons,” zegt hij terwijl hij een ingelijst formulier laat zien. Daniël heeft dat op 19 april 2015 zelf ondertekend na een samenkomst van de Volle Evangelische Gemeenschap ‘Nehemia Ministries’ in Burgh-Haamstede.

Irma: “Daan heeft dat formulier ingevuld na de dienst, en na een gesprek met een van de voorgangers daar, als teken dat hij Jezus Christus als Verlosser en Heer heeft aanvaard. Dit is inderdaad zo’n enorme troost, dat hij zijn hart aan Jezus heeft gegeven. We hebben daarom ook ‘Veilig in Jezus’ armen’ op zijn grafsteen laten zetten. Hij heeft zelf nog een foto van dit formulier gemaakt en via WhatsApp naar een paar van zijn vrienden gestuurd. Dit formulier bewaarde hij op zijn kamer.” Ze kijkt naar Chris en zegt: “Daniël heeft de goede keuze gemaakt, en is nu bij God. Dat hij er de laatste maanden zo mee bezig was, niet wetend dat hij...”

‘Het blijft gissen’

Dé vraag die haar vier jaar na dato nog steeds bezighoudt, is deze: wat is er in die nacht van dinsdag op woensdag precies gebeurd waardoor Daniël is verdronken? “Dat weten we nog altijd niet, en waarschijnlijk zullen we het nooit weten,” verzucht ze. “De politie sluit een misdrijf uit. Maar het is allemaal zo... raadselachtig.” Stilte. “We hebben zó verschrikkelijk veel scenario’s bedacht. Maar we weten het gewoon niet.”

De dood heeft niet het laatste woord

Chris knikt en zegt: “Hij had heel veel zwemdiploma’s, inclusief reddingzwemmen. Als er iemand kon zwemmen, was hij het wel.” Irma: “Je wilt gewoon weten: wat is er gebeurd? Zelf denken wij dat het een combinatie van factoren was. De zomerse warmte; Daniël had veel gewerkt en was erg moe; hij heeft die dinsdag niet gegeten, wel een biertje op in het café. Al die dingen bij elkaar, zijn hem fataal geworden. Hij klaagde daarvoor trouwens ook weleens over steken in zijn hoofd. Maar het blijft gissen.”

Een babyfoto

Babyfoto Daniel
Credits: Ruben Timman.

In de hoek naast het achterraam staat een zuilvormige, glazen vitrinekast met daarin spullen die bij Daniël horen. Zoals zijn kleurrijke SpongeBob-knuffeltje, stoere sneakers, z’n portemonnee en een oude huissleutel. Er staat ook een kleine, ingelijste babyfoto tussen (“nog geen uur na zijn geboorte gemaakt”). Daarop zie je de pasgeboren Daniël. Slapend. Een warm mutsje op zijn hoofd. Irma opent de vitrinekast en pakt er een herinneringsboek uit, waarvan de hele familie na de uitvaart een eigen exemplaar naar huis mocht meenemen. Er staan veel foto’s in, plus alle toespraken, condoleanceteksten, de preek, de liederen en persoonlijke herinneringen aan Daniël.

‘Jij in Jezus’ armen’

Ook Irma’s eigen toespraak is erin opgenomen, als gescande tekst. “Dit heb ik geschreven op de ochtend van Daniëls begrafenis, hier aan deze tafel,” zegt ze. “Ik had het al eerder geprobeerd, maar het lukte me gewoonweg steeds niet. Die ochtend kwamen de juiste woorden plotseling wel.”

Haar handgeschreven in memoriam, dat ze – staand naast Chris – uitsprak voordat ze die laatste, loodzware gang naar het graf moest maken, eindigt zo: ‘God zal ons leiden en als ik omhoogkijk, zie ik het plaatje voor me, Daan. Jij in Jezus’ armen. De dood heeft niet het laatste woord! Jouw aardse tent is er niet meer, maar je leeft voort in je hemelse tent. Er is maar één verlangen, jongen, dat wij als gezin jou op een dag terug gaan zien in de hemel. We zullen je altijd in ons hart meedragen! Bedankt voor jouw liefde, zoon. Ik vond het een eer om jouw mama te mogen zijn.’

Ik mis je

In de Ik mis je-uitzending van deze week ontmoet Arjan Lock Irma en haar dochter Esther op de begraafplaats van Zierikzee. Bij het graf van de 21-jarige Daniël vertellen ze over zijn leven, zijn vermissing en overlijden, en de periode erna. “Wat ik heel bijzonder vind,” zegt Irma, “is dat deze uitzending eerst op 12 oktober te zien zou zijn. Maar deze is ‘toevallig’ een week verplaatst, naar zaterdag de 19e: precies op zijn geboortedag.”

Zaterdag 19 oktober, 18.55 uur, NPO 2 ('Ik mis je' is ook elke zondag om 8.55 uur te zien op NPO 2)

Beeld: Ruben Timman

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--