Navigatie overslaan
Sluit je aan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

NPO Start
Jan Martijn Abrahamse door Janita Sassen.
© Janita Sassen

Jan Martijn Abrahamse: Bang voor Jezus, en toch gered

vandaag · 11:26

Update: vandaag · 11:26

Bang zijn voor Jezus? Wat moet je daarvan denken? Ik moet bij dit Bijbelgedeelte denken aan een van de mooiste citaten uit het boek De wereld achter de kastdeur van C.S. Lewis over het land Narnia. Als Lucie de bevers vraagt of de Leeuw niet gevaarlijk is en of de Leeuw wel ‘veilig’ is. Waarop Meneer Bever antwoordt: “Natuurlijk is hij niet veilig! Hij is goed. Hij is de koning.”

Lucas 8:26-39

Ze kwamen aan in het gebied van de Gerazenen, dat tegenover Galilea ligt. Toen Jezus uit de boot stapte, kwam er een man uit de stad naar Hem toe. In die man zaten duivelse geesten. Hij droeg al heel lang geen kleren meer en woonde niet in een huis, maar in de graven.
Toen hij Jezus zag, begon hij te schreeuwen. Hij viel voor Hem op de grond en riep luid: "Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van de Allerhoogste God? Ik smeek U: doe me geen pijn!" Want Jezus had de onreine geest bevolen om uit de man weg te gaan. Die geest had de man al heel lang in zijn macht. En al bonden de mensen hem vast met kettingen en voetboeien om hem in bedwang te houden, toch rukte hij zich telkens los. En de geest dreef hem telkens naar een eenzame plaats in de woestijn. Jezus vroeg hem: "Hoe heet je?" Hij antwoordde: "Leger." Want er zaten veel duivelse geesten in hem. En die smeekten Jezus dat Hij hen niet naar de bodemloze put zou sturen. Op dat moment liep er op de helling een grote kudde varkens te grazen. De geesten vroegen of ze in die varkens mochten gaan. Jezus vond dat goed. De duivelse geesten gingen uit de man weg en trokken in de varkens. Meteen stormde de hele kudde de helling af het meer in, en verdronk.
Toen de mannen die op de varkens moesten passen dat zagen, vluchtten ze. Ze vertelden in de stad en op het platteland wat er gebeurd was. De mensen gingen kijken wat er gebeurd was. Ze kwamen bij Jezus en vonden de man bij wie de duivelse geesten waren weggegaan. Hij zat bij Jezus, netjes gekleed en helemaal bij zijn verstand. Toen werden ze bang. De mensen die alles gezien hadden, vertelden hun hoe de man met de duivelse geesten genezen was. Toen vroeg iedereen in het gebied van de Gerazenen aan Jezus of Hij bij hen weg wilde gaan, want ze waren vreselijk bang. Jezus stapte weer in de boot om terug te varen. De man bij wie de duivelse geesten waren weggegaan, vroeg Hem of hij met Hem mee mocht gaan. Maar Jezus stuurde hem weg en zei: "Ga naar huis. Vertel aan iedereen wat God voor je heeft gedaan." Toen ging hij weg en vertelde in de hele stad wat Jezus voor hem had gedaan.

In onze tekst lezen we tweemaal over angst voor Jezus. De eerste is de angst van een bezeten man; iemand wiens menszijn overweldigd is en wiens persoonlijkheid is weggewist. Ontdaan van kleren en van een huis, leeft hij met twee benen in het graf. Buiten de sfeer van de levenden, geketend aan de dood. Als Jezus hem vraagt naar zijn naam, kan hij slechts antwoorden met de macht van het getal: “Legioen.” Hij is een gekoloniseerd en binnengevallen gebied. Net als Israël in die tijd was platgelopen door de Romeinen.

De angst van de man is niet zijn eigen angst, tenminste niet helemaal. Zijn angst is ingeboezemd, maar niet minder terecht. In de vrees van deze bezetters spreekt herkenning over wie hen nadert. Ze weten dat Jezus niet veilig is. Deze Jezus doet hen terugdeinzen. Zij kunnen zich niet aan zijn bevel onttrekken. Dat is macht. Goede macht. En zo trekt Jezus de man terug het leven in. Gekleed en wel vindt hij een thuis bij Hem.

Ze weten dat Jezus niet veilig is. Deze Jezus doet hen terugdeinzen

De tweede angst is die van de varkenshoeders en de dorpelingen. Net als de bezettingsmacht in de man lopen ze tegen Jezus te hoop. Ze willen Hem niet in hun gebied. Ze hebben hun kapitaal liever dan het leven van de man en verkiezen hun bezette staat boven bevrijding.

Jezus’ komst is bedreigend. Wat redding betekent voor mensen die vastgelopen zijn en overweldigd door boze machten, is verontrustend voor wie graag alles bij het oude houdt. Voor wie geen gedoe wil. Voor wie banger is om te verliezen dan voor bevrijding en overgave aan deze macht.

De man wil wel bij Jezus blijven. Jezus is iemand die te vrezen is. Vrezen kan samengaan met liefhebben. Zijn overweldigende goedheid gaat je niet in de koude kleren zitten. Die moet je van de sokken blazen. Hij is de Koning. Aan zijn voeten wil je zitten, omdat daar het Goede Leven te vinden is.

Meest gelezen

Lees ook

Schrijf je hier in voor de Visie-nieuwsbrief

Als christelijke gids willen we je helpen om te leven met God. We brengen je persoonlijke verhalen, verdiepende thema’s, christelijk nieuws en mediatips. In onze wekelijkse nieuwsbrief willen we je inspireren om hoopvol te leven en te geloven.

Lees onze privacyverklaring.