Navigatie overslaan
Sluit je aan
De Bijbel Open met Jan Martijn Abrahamse.
© Janita Sassen / EO

Jan Martijn Abrahamse: Hoe Jezus onze menselijke kijk op de opstanding overstijgt

De Bijbel Open

vandaag · 09:17| Leestijd:4 min

Update: vandaag · 09:18

Theologie is een prachtige discipline. Ze daagt uit, verrijkt, opent nieuwe vergezichten. Als theoloog is het een voorrecht om met grote vragen bezig te zijn – over God, leven en dood.

Maar juist een discipline die zich richt op wat ons allen te groot is, kan ook worden misbruikt als podium om eigen slimheid te etaleren. Of, erger nog, om anderen te kleineren. Of om een vroomheid te veinzen die uiteindelijk vooral over henzelf gaat.

Lucas 20:27-40

Onderricht in de tempel
Enkele sadduceeën, die ontkennen dat er een opstanding is, kwamen naar Hem toe en vroegen Hem: 'Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: als een gehuwd man kinderloos sterft, moet zijn broer met de weduwe trouwen en nakomelingen verwekken voor zijn broer. Nu waren er zeven broers. De eerste was gehuwd, maar stierf kinderloos; daarna trouwde de tweede broer met de vrouw en vervolgens de derde, en toen de andere broers, maar alle zeven waren ze kinderloos toen ze stierven. Ten slotte stierf ook de vrouw. Wiens vrouw is ze dan bij de opstanding? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.' Jezus zei tegen hen: 'De kinderen van deze wereld trouwen en worden uitgehuwelijkt, maar wie waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, trouwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt. Zij kunnen ook niet meer sterven, want ze zijn als engelen en ze zijn kinderen van God omdat ze deel hebben aan de opstanding. Dat de doden opgewekt worden, dat heeft ook Mozes al duidelijk gemaakt in het verhaal over de doornstruik, waar hij spreekt over de Heer als de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Hij is geen God van doden, maar van levenden, want voor Hem zijn allen in leven.' Enkele schriftgeleerden zeiden: 'Meester, wat U zegt is juist.' En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.

Ook Jezus kreeg met dat soort discussies te maken. In Lucas 20 ontmoet Hij een groep waarover we weinig weten: de sadduceeën. Het zijn priesterlijke geleerden met de tempel als centrum van hun macht. Precies dáár vindt ook de confrontatie tussen Hem en de sadduceeën plaats. Anders dan de farizeeën, hielden de sadduceeën zich uitsluitend aan de vijf boeken van Mozes en, zoals Lucas ons uitlegt, ontkenden zij de opstanding van de doden. Later zou ook Paulus over ditzelfde vraagstuk in debat raken in het Sanhedrin (Hand. 23:6).

Andere werkelijkheid

De sadduceeën leggen Jezus een onmogelijke puzzel voor. Een al dan niet hypothetisch geval – mogelijk geworteld in onzuivere huwelijkspraktijken onder priesters – bedacht als strikvraag om de absurditeit van de opstanding te bewijzen. Maar Jezus doorbreekt hun spel. Zijn antwoord overstijgt zowel de discussie als onze al te menselijke kijk op de opstanding. Het leven na de dood is geen voortzetting van wat wij hier op aarde al kennen. De opstanding is een andere werkelijkheid. “Zij kunnen ook niet meer sterven, want ze zijn als engelen en ze zijn kinderen van God omdat ze deel hebben aan de opstanding.”

Opvallend is Jezus’ formulering: de opstanding niet als doorgang of portaal naar de hemel, maar als nieuwe werkelijkheid. Letterlijk staat er zoiets als: “niet meer bij machte zijn om te sterven – als engelen gelijk zijn zij, kinderen van God, kinderen van de opstanding”. De opstanding wordt hier door Jezus voorgesteld als een werkelijkheid die al in dit leven effect heeft. Een werkelijkheid waarin de dood geen blijvende aanspraak meer kan maken, en waarin gestorven generaties al delen.

Boodschappers van God

Het ‘zijn als de engelen’ is hier bovendien geen belofte voor de toekomst, maar staat in de tegenwoordige tijd. Mensen die deelhebben aan de opstanding zijn boodschappers van God omdat zij iets van zijn heiligheid laten zien (Hag. 1:14; Mal. 2:7). Iets soortgelijks horen we ook terug in Handelingen, waar Paulus op de Areopagus wordt aangesproken als boodschapper van “Jezus en de opstanding” (17:18).

Wat een tekst. Het is alsof we even een glimp opvangen van iets wat ons te groot is. Theologische discussies met Jezus eindigen óf in verwondering, óf in sprakeloosheid. Zoals bij zijn vragenstellers, van wie de plannen op niets uitliepen. “En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.”

Op de hoogte blijven van de nieuwste geloofsverhalen?

Schrijf je in voor de Visie-nieuwsbrief

Lees onze privacyverklaring.

Meest gelezen

Lees ook

Schrijf je hier in voor de Visie-nieuwsbrief

Als christelijke gids willen we je helpen om te leven met God. We brengen je persoonlijke verhalen, verdiepende thema’s, christelijk nieuws en mediatips. In onze wekelijkse nieuwsbrief willen we je inspireren om hoopvol te leven en te geloven.

Lees onze privacyverklaring.