Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Marjon Moed op pelgrimage: ‘Vandaag ben ik oma geworden’

Marjon gaat als een razende van start met haar pelgrimage, maar loopt vervolgens tegen haar eigen grenzen aan. Buiten adem leert ze een belangrijke les. Ze wordt een dagje ouder én wijzer…

Deel:

Vandaag ben ik oma geworden. Dat klinkt misschien een beetje raar omdat ik geen kinderen heb, maar toch is het zo. Ik zal je uitleggen waarom. De eerste dagen van de camino liep ik helemaal alleen. Ik begon een paar dagen eerder dan het officiële startpunt zodat ik alvast een beetje kon inlopen voor de eerste zware etappe. Ik ging als een razende van start. Dat doe ik Nederland ook vaak en daar gaat dat altijd prima, maar dat is vooral dankzij de afwezigheid van grote hoogteverschillen.

Marjon Moed gaat op pelgrimage: ‘Geen idee waar ik uitkom’

Lees ook over:

Marjon Moed gaat op pelgrimage: ‘Geen idee waar ik uitkom’

Buiten adem

Hier in de Pyreneeën leerde ik al snel een wijze les. Bij de eerste steile klimstukken ging ik in hoog tempo naar boven, alsof ik een deadline te halen had. Mijn hoge tempo resulteerde erin dat ik om de 20 meter buiten adem stond te pauzeren om vervolgens de volgende 20 meter te lopen. Dan keek ik omhoog en werd ik moedeloos van de grote steile afstand die ik nog af te leggen had. Ik had ook twee stokken bij me, maar op een of andere manier vond ik dat ik die nog niet mocht gebruiken en liet ze bevestigd aan mijn rugzak zitten. Hoe meer ik moest klimmen, hoe stommer ik het vond. En vooral mezelf. Ik vond dat ik het langer vol zou moeten kunnen houden, baalde dat ik mijn rugzak niet lichter had gepakt en dat ik mijn schoenen niet beter had ingelopen en probeerde ondanks de moeite toch elke keer langer te lopen, met meer ademgebrek tot gevolg. Op een bepaald moment stond ik weer stil en vroeg ik me ineens af: voor wie ga ik zo hard die berg op? Met wie doe ik een wedstrijd? Er was niemand anders met mij, ik hoefde nergens anders te zijn dan waar ik was en ik had tijd zat. De rest van de dag besloot ik het wat rustiger aan te doen, maar nog steeds stond ik regelmatig stil om bij te komen.

Weerstand

De dag erna had ik weinig zin, omdat ik de hoogteverschillen al in mijn boekje had gezien en ik zag letterlijk als een berg tegen de wandeling op. Ik had zoveel weerstand om mijn stokken erbij te pakken, omdat ik van tevoren had bedacht dat ik die pas zou gebruiken als ik echt uitgeput zou zijn. En weer vroeg ik mezelf af: Waarom? Waarom maak ik het mezelf zo oncomfortabel en moeilijk? Met de nodige tegenzin besloot mijn stokken te gebruiken en bergopwaarts niet alleen langzamer te lopen, maar écht te vertragen. Ik zette hele kleine stapjes, gebruikte mijn stokken voor support en deed nog iets wat me de daaropvolgende dagen erg zou helpen. Ik keek niet meer omhoog, maar opzij. Ik liep op een tempo dat veel trager was dan ik had bedacht of gewild. Ik stopte alsnog af en toe, maar dan om van het uitzicht te genieten, niet om op adem te komen. En toen, zomaar ineens was ik er.

Het klimmen heeft me geleerd te vertragen.

Vertragen

De natuur zit vol mooie metaforen. Het klimmen heeft me geleerd te vertragen. Niet als een razende de berg op te rennen om aan mezelf te kunnen bewijzen dat ik als eerste boven ben. Om zelfs tijdens de klim (lees: moeilijke situaties, hardnekkige patronen, dingen waar je tegen opziet) alsnog te kunnen genieten van wat ik links of rechts van mij zie, niet gefocust te zijn op waar ik nog niet ben of waar ik tegenop zie.

Om hulp vragen

Het heeft me geleerd dat ik de ‘stokken’ die ik heb meegekregen (in de vorm van mensen of andere dingen die mij helpen) mag gebruiken. En niet pas als het echt niet meer gaat. Ook als het me allemaal nog net wél lukt, kan en mag ik mijn eigen tempo bepalen, hulp vragen (of in elk geval accepteren) en een beetje lief voor mezelf zijn. En om me heen blijven kijken, in het vertrouwen dat ik er uiteindelijk wel kom. De klim wordt er niet minder steil van, maar het zorgt er wel voor dat ik niet constant buiten adem raak en moet stoppen om op krachten te komen.

Een beetje oma

Eigenlijk is het gek dat we pas leren om te vertragen en om een stok te gebruiken als we ‘oud’ zijn. Als we hier verplicht mee zouden beginnen op ons 20e zou dat een hoop burn-outs kunnen voorkomen wellicht. Maar vandaag werd ik dus gelukkig al een beetje oma. Morgen ben ik jarig en word ik 36. Ik ga vanmiddag alvast op zoek naar een fles advocaat en een bus slagroom om het te vieren. En daarna loop ik weer rustig verder.

Buén Camino! 

0635AADB-A8B4-46F4-B722-5BF76661FDB2

Geschreven door

Marjon Moed

--:--