Mooi rood is niet lelijk
27 oktober 2020 · 16:03
Update: 15 november 2024 · 08:15
‘Hé rooie! Vuurtoren! Rode biet!’ Slechts twee procent van de wereldbevolking heeft het van nature: rood haar. En vaak worden roodharigen hierom gepest. Visie draait het om en zet deze prachtige, zeldzame groep in het herfstzonnetje.
Jojanneke van Asselt, 10 jaar:
“Het heeft voor- en nadelen om rood haar te hebben. Je kunt er leuk, maar ook vervelend commentaar op krijgen. Ik vind het leuk, omdat ik best veel complimenten over mijn haar krijg. Alleen op mijn vorige school kreeg ik vaak negatieve opmerkingen. Ze zeiden dan dat ik lelijk was of dat ik om aandacht vroeg. Dat maakte me wel verdrietig. Ik vind mezelf niet bijzonder omdat ik rood haar heb, maar anderen vinden dat wel. Nu zit ik op een andere basisschool en daar word ik niet gepest om mijn haarkleur. Mijn broer noemt me trouwens wel ‘rooie’ of ‘vuurtoren’, maar dat bedoelt hij niet om te pesten en ik vind het wel grappig.Ik weet niet of ik mijn haar ooit ga verven. Misschien de haarpunten in een andere kleur, dan wordt het nóg mooier.”
Tekst loopt door onder foto
Dat bedoelt hij niet om te pesten
Noah van der Linden, 21 jaar:
“Ik ben heel trots op mijn rode haar én op de sproeten die in de zomer als paddenstoelen omhoogschieten. Op de basisschool werd ik ermee gepest, maar naarmate ik ouder werd, begon ik het unieke van mijn haarkleur in te zien. Waar ik vroeger voor ‘ginger’ werd uitgemaakt, noemt mijn vriendin mij nu haar ‘favoriete ginger’. Het woord heeft een heel andere lading gekregen. Het moet niet kunnen dat je gepest wordt omdat je rood haar hebt, maar blijkbaar is het zo bijzonder dat het nog steeds gebeurt. Mijn vader had rood haar en mijn beide oma’s ook. Binnen ons gezin ben ik nu de enige met rood haar. Dat ik dit familie-gen heb geërfd, maakt me trots. Ik zou het mooi vinden als ik het weer mag doorgeven. Dus ik hoop dat ik een roodharig kind mag krijgen. Anders adopteer ik er een!”
Tekst loopt door onder foto
Lydia Kramer, 34 jaar:
“Als je mij als kind had gevraagd of ik blij ben met mijn haarkleur, was mijn antwoord gegarandeerd ‘nee’ geweest. ‘Lelijke rooie’, ‘smerige rooie’ of ‘vuurtoren’ waren scheldwoorden die ik regelmatig te horen kreeg. Op mijn 13e was ik het zó zat dat ik mijn oudere zus heb gevraagd mijn haar te verven. Eenmaal op de middelbare school werd ik wat zelfverzekerder en ik kreeg een vriendin met rood haar. We werden altijd de ‘gezellige rooien’ genoemd, dat was een compliment. Nu ben ik trots op mijn haarkleur en heel blij dat mijn kinderen ook allemaal rood haar hebben. Dat is best bijzonder, want mijn man heeft ook rood haar en er wordt gezegd dat je dan juist geen roodharige kinderen krijgt.
Dat mijn man ook rood haar heeft, is echt toeval hoor. Ik heb altijd gezegd dat ik absoluut geen roodharige man wilde, maar dat is dus mislukt, haha!”