Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nienke Bakker, hoofd EO Metterdaad: ‘Alle vorm en cultuur werd van het geloof afgepeld’

Wat kreeg Nienke mee over het geloof en waar staat zij nu?

Op den duur vocht Nienke Bakker als tiener zó tegen de vorm dat ze de inhoud van waar het in de kerk om draaide, bijna vergat. Nu kijkt het hoofd EO Metterdaad liefdevol terug. “Ik zag hoe mensen in mijn omgeving er wel bij voeren, maar ik had behoefte aan een andere wereld.”

Deel:

“Een prettige en onbezorgde jeugd” had Nienke Bakker (43) in het hervormde gezin waarin ze opgroeide in de Overijsselse stad Genemuiden. “Mijn ouders waren voor het systeem waarin ze zaten – de Gereformeerde Bond vóór de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland – behoorlijk mild. Twee keer naar de kerk was bijvoorbeeld geen must en hoedjes geen issue.”

Protest

Toch begon het hoofd EO Metterdaad in haar tienerjaren een eenzame maar felle strijd tegen de vórm. Zo zelfs dat ze de inhoud van het geloof vergat, vertelt ze op een Hilversums terras op steenworp afstand van het EO-gebouw. “In mijn hoofd maakte ik mijn protest waarschijnlijk groter dan in werkelijkheid,” relativeert ze lachend, “want in de aanloop naar dit gesprek vroeg ik mijn vader of hij nog wist dat ik op zondagochtend in een broek naar beneden kwam. Hij kon zich daar niets van herinneren, terwijl ik dat echt met het hart in de keel deed.”

Veilig en gezellig

Inmiddels heeft Nienke – op dit ene incident na – geleerd om haar geloofsopvoeding met mildheid te bezien. Sowieso kijkt ze goed terug op haar jeugd. “Nagenoeg mijn hele familie woonde in dezelfde plaats, wat betekende dat op dinsdagmiddag om half vier al je tantes en neefjes en nichtjes op verjaardagsbezoek konden komen. Het was echt een veilige en gezellige jeugd. Ik denk dat de meeste kinderen in mijn klas naar de kerk gingen. Vorig jaar vonden mijn man en ik het een wonder dat onze dochter met één christelijk meisje in de brugklas terechtkwam. Dat is de context onder de rook van Amsterdam, waar wij wonen.”

Ik heb als tiener geen persoonlijke band met God ontwikkeld

Bad je als kind zelf al tot God?
“Nee, aan tafel en voor het slapen bad ik de standaardgebeden mee. Vrij bidden aan tafel zijn mijn ouders pas later gaan doen, toen ik het huis al uit was. Ik heb als tiener geen persoonlijke band met God ontwikkeld. Ook geen rancune tegen Hem hoor; ik was alleen boos op de vorm, die had mijns inziens niets met God te maken.Overigens viel het met die vorm buiten de kerkdiensten om wel mee. Ik bewaar goede herinneringen aan de activiteiten voor de kinderen en jeugd. Die waren een warm bad waar heel veel lieve mensen zich voor inzetten.”

‘Wilde jaren’

Maar desondanks rook Nienke, die op haar zeventiende zonder probleem met een vriendin Europa mocht doorkruisen (“zónder telefoon hè! Af en toe belden we collect call naar huis, dat was het”), de vrijheid. Op haar achttiende verliet ze het huis waar ze sinds haar geboorte had gewoond en vertrok ze naar Groningen om Nederlands en later ook journalistiek te gaan studeren. Met een grijns: “Dat waren m’n wilde jaren, al is dat ook weer relatief hoor.”

Naar de kerk ging ze niet meer. Ze had de ruimte nodig om haar eigen weg te ontdekken. De journalistiek werd haar wereld en daarom verhuisde ze naar Amsterdam om aan de slag te gaan bij Skyhigh TV in Hilversum. In die jaren, rond haar 23e, begon Nienke weer iets te doen met geloven en de kerk. “Ik gaf bij christelijke vrienden aan dat ik weleens een Alphacursus wilde doen. Ze verwezen me naar Crossroads, een internationale kerk waar ik nu nog steeds kom met mijn man en onze drie kinderen.”

Wat gebeurde er op die Alphacursus?
“Het kwartje viel. Alle vorm en cultuur werd van het geloof afgepeld, ik ging terug naar de basis. Het was me allemaal wel een keer verteld, maar nu ging ik voelen wat er ten diepste aan het kruis gebeurde en welke betekenis dat voor mij had. Jezus’ lijden en sterven en zijn opstanding zijn zo’n grote daad van liefde voor iedereen. Voor iedereen! Niet alleen voor dat clubje mensen dat op zondagochtend vroeg opstaat, niet alleen voor die paar die aan het avondmaal deelnemen… En het was er ook voor mij.”

Er komt zo vaak iets op wonderlijke wijze goed

Welke gevolgen had die ontdekking?
“Vanaf mijn 23e ging ik bewustere keuzes maken, dingen biddend doen. Jezus werd onderdeel van mijn leven. Ik ging weer naar de kerk en liet me – na heel wat aarzelingen – dopen. Ik had geen belijdenis gedaan en wilde me toch uitspreken. Het heeft jaren geduurd hoor, inmiddels was onze oudste dochter er al. Tot mijn vreugde waren mijn ouders ook bij mijn doop. En ook toen wij onze kinderen lieten opdragen kwamen ze naar de dienst.”

Hoe zou je je geloof aan een niet-gelovige uitleggen?
“In Jezus en God geloven is voor mij de stabiele basis onder mijn leven. Bij EO Metterdaad spreken we vaak over God als de grote Regisseur. Er komt zo vaak iets op wonderlijke wijze goed. Elke donderdagmiddag om half één bidden we met elkaar. Soms ook heel concreet om een visum bijvoorbeeld. En vaak komt het dan gewoon goed.
Laatst baden we om een visum en kwam het niet. We zeiden nog: ‘We hebben erom gebeden, dus het komt vast morgen nog.’ Maar nee. Op zo’n moment moet je je reis cancelen en een nieuwe uitstippelen. Gedoe voor de collega die thuis ook een gezin heeft dat op de reis voorbereid is. Een week later ging hij alsnog, naar een ander gebied. Wij geloven op zo’n moment dat we dan dáár moeten zijn.”

Basisvertrouwen

Ruimte voor twijfel of je even niet verbonden voelen met God is er ook op de redactie, benadrukt Nienke. “Geloven is je leven toevertrouwen aan Iemand die je niet helemaal kunt doorgronden, zei iemand pas tegen me. Dat is het ook. Het vraagt trouw. Je kunt het niet goed verklaren. Want waarom is er ziekte, onrecht, en ellende? Ik weet het niet, maar dat basisvertrouwen is er wel, en dat geeft rust.”

Piekeren

Filippenzen 4 vers 6 en 7 is Nienkes favoriete Bijbeltekst: “Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Jezus Christus bewaren.” Peinzend: “Ik ben ten diepste een piekeraar. Deze tekst is mijn overlevingsmechanisme. Ik hoef niet altijd om een oplossing te vragen, ik heb genoeg aan rust. Ook als de kinderen ouder worden en misschien minder makkelijk meegaan naar de kerk heb ik God te vertrouwen. Onze zoon is gek van voetbal. Wat doe je als hij op zondagochtend wedstrijden moet gaan spelen? Hij is trouwens echt een denker en kent de Bijbel op z’n duimpje. Hoe komt het van zijn hoofd naar zijn hart? Zulke vragen kunnen mij bezighouden. Filippenzen 4 vers 6 leert me dat ik ze moet loslaten op een gegeven moment.”

Beeld: Ruben Timman

Geschreven door

Reinald Molenaar

--:--