Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Niet tot hoever, maar in hoeverre

Deel:

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Niet tot hoever, maar in hoeverre – PopUpGedachte maandag 8 oktober 2018

Gisteren is mijn telefoon gestolen. Meestal weet je zoiets niet helemaal zeker, maar gisteren stond het op camera. Bij vrienden in een strandhuisje, buiten op de picknicktafel, even een snelle duik, een ogenblik van niet-opletten en een man met een hondje. Als ik mijn telefoon mis, dan rinkelen er nog geen alarmbellen. Dat ding ligt wel ergens en komt wel terug. Maar de vriendin bij wie we langskwamen, was de hare ook kwijt. En toen was het opeens wel zeker. De eigenaar van de strandtent had een camera gericht staan op onze plek en ja hoor, daar wandelde een man met een hondje. Keek links, keek rechts, nog eens naar links – precies zoals ik mijn kinderen leer bij het oversteken – stapte op de tafel af, pakte telefoon één en daarna telefoon twee, wierp ontspannen het balletje richting strand en riep naar zijn hond waarschijnlijk iets als: pak ze. Dat had hij tenslotte net ook gedaan.

Man was een bekende, van strandtenten en politie en die avond nog waren ze bij hem thuis. Of hij ze al verpatst had of zo goed verstopt heeft dat ze niet vindbaar zijn, dat zal de komende dagen blijken. Het mooie is dat het niet zoveel meer uitmaakt of-ie nu terugkomt of niet. De aandacht van restauranteigenaar en drie Katwijkse dienders is zo hartverwarmend. Dat iedereen gaat bewegen, terwijl je zelf een stommiteit hebt uitgehaald. Dat mensen verontwaardigd zijn. Dat er uren in gestopt worden en techniek en alles. Erg verzachtend in de omstandigheden van een gestolen telefoon.

Vandaag lees ik een fragment, zoals elke werkdagochtend, uit de Bijbelse teksten en mijn gedachten blijven door deze gebeurtenis haken bij het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Voor bijbelkenners en cultuurkenners gesneden koek. Er wordt een Joodse man kapotgemept door rovers op de weg van Jericho naar Jeruzalem. Drie Joodse religieuze functionarissen (priester, leviet)  komen langs en laten de man links liggen. Dan komt er een Samaritaan, aartsvijand van het volk en verzorgt de man. Vraag van Jezus is nadat hij dit voorbeeld heeft bedacht: wie is de naaste van deze man geweest? Antwoord: degene die hem barmhartigheid heeft bewezen. Klopt, zegt Jezus, doe gij evenzo.

Het is verrekte fijn als je barmhartigheid wordt bewezen. Als mensen naasten voor je zijn. Dat verandert een boel. Het verandert niets aan de feiten, maar alles aan de pijn. En dan waren wij nog niets eens op wat voor manier dan ook écht pijnlijk getroffen. Het ging om twee derdehands telefoons.

Fascinerende van dit verhaal van Jezus is wat mij betreft de inleiding. De man stelt namelijk helemaal niet de vraag hoe je het beste een naaste kunt zijn. Hij wil Jezus testen of hij wel netjes de Joodse leer volgt of zichzelf op een voetstuk plaatst en vraagt: wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven. Jezus antwoordt keurig volgens de regels: Wat staat er in de Joodse wet? De man vat de Joodse wet samen en Jezus zegt: keurig, zo hoort het, nu gaan doen. Dat had de vragensteller niet helemaal verwacht, die dacht toch iets te horen met Messias-achtige proporties als volg mij, aanbid mij, zoiets. Dus hij moet even doorvragen om niet helemaal in zijn hemd te staan en vraagt dan de vraag die zovelen bezighoudt: maar wie is dan mijn naaste?

Heb ik dan verantwoordelijkheid voor iedereen? Zijn al die mensen in mijn straat mijn naaste? Zijn alle vluchtelingen mijn naaste? Dat kán helemaal niet. Als dat wel zo is, dan moeten we het concept liefhebben misschien een beetje downgraden. Dat liefhebben ook kan betekenen dat je niet actief mensen kapotmaakt, want zelfs als je al die mensen een heel klein fragmentje positieve aandacht zou moeten geven, sta je al voor een ondoenbare taak. Laat staan als je ze allemaal écht zou moeten liefhebben. Dat gaat helemaal niet. Dus wie is dan mijn naaste, beste chef en rabbi en wijsheidsleraar?

En Jezus vertelt een verhaal en draait de vraag om. Zo simpel. Niet: wie is nog mijn naaste. Moet ik dan alle mensen die ooit zielig langs de weg liggen of het moeilijk hebben op mijn ezel laden, hun zorg betalen aan de herbergier etcetera etcetera. Jezus doet niet aan dergelijke paniekerige luchtfietserij. Hij vraagt: ’Voor wie is de Samaritaan een naaste geweest?’ Hij verandert het gebod, zoals alleen een messias dat kan. ‘Heb uw naaste lief’, wordt ‘wees een naaste en heb lief’. Subtiel, maar groots in omvang. Ga heen en doe evenzo. En de man gaat. Of hij het doet, is een andere vraag. De restauranteigenaar en de politie waren het even voor ons in ons kleine ongerief. En dat doet goed. Goed voorbeeld, nu maar goed volgen dan.

Hier vind je drie tekstgedeeltes die Rikko vanochtend las.


afbeelding
afbeelding.

Deze rubriek heeft een eigen boek: Lazarus staat op. Daarin zijn de 25 mooiste ochtendgedachtes van de afgelopen tijd gebundeld en geïllustreerd door Joanne Zwart.

Lazarus staat op | Rikko Voorberg | Vuurbaak | ISBN 9789460050404 | € 17,95

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--