
Achter de schermen bij Brownies&downieS: drie toefjes slagroom en een flinke dosis trots
Reportage
vandaag · 10:00| Leestijd:10 min
Update: vandaag · 10:00
Op zoek naar een plek waar mensen écht plezier in hun werk hebben, belandt redacteur Mirjam in haar eigen woonplaats Apeldoorn bij lunchroom Brownies&downieS. De medewerkers – de meesten met een verstandelijke beperking – heten hier ‘kanjers’, en hun enthousiasme is aanstekelijk.
“Wil je meehelpen met afrekenen, Muriël?” vraagt begeleider Maud. “Leuk!” glundert Muriël (27), en opgewonden knijpt ze haar handen samen. Niet veel later zwaait ze de gasten met een gulle glimlach uit. “Heeft u gereserveerd?” vraagt ze aan twee nieuwe klanten die in de hal staan. “Nee? Kom dan maar mee”, en met een zwaai trekt Muriël de glas-in-looddeur open. Toch wel een beetje trots begeleidt ze hen naar een tafeltje. Als ze me ziet kijken, knijpt ze haar ogen achter haar vrolijk gekleurde bril tot spleetjes.
Koninklijke familie
Hoewel ik het concept wel kende, was ik gek genoeg nog nooit bij Brownies&downieS geweest. Het statige pand – een stadsvilla uit 1898 – ligt op de route van het station naar de winkelstraat en is een voormalige apotheek. De apotheker was zelfs hofapotheker van de koninklijke familie. In 2017 is het gebouw gerenoveerd en twee jaar later werd het de werkplek van jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Via de vestibule van deze villa kom je in de ruime, met marmeren tegels beklede hal. In de deuropening naar de lunchroom staat een jongedame met een beigekleurig schort voor, haar donkerblonde haren in een slordige staart. “Sabien”, zegt ze, als ze zich voorstelt. “Nee, geen Sabine, Sabien!” corrigeert ze me vriendelijk maar beslist. Ze vertelt dat ze 24 is – “volgend jaar 25!” – en behalve hier ook nog ergens anders werkt. Even later loopt ze met haar handen op haar rug op een tweetal gasten af om de bestelling op te nemen. “Komt eraan, mevrouw!” zegt ze opgewekt. Als ze richting de bar loopt, steekt ze in het voorbijgaan haar hand naar me op voor een high-five. “Goed gedaan, hè?”
Grapjes maken
“Ik wil naar huis!”, klinkt het ineens. Het is Lian (29), die vandaag bedient en net vanuit de hal de lunchroom binnenstapt. Aan haar guitige blik zie ik dat ze er weinig van meent. Lian wil niet op de foto, maar houdt wel van grapjes maken. Ze had vanochtend haar jaargesprek met Nino, en hij was tevreden over haar, vertelt ze.
Nino Waanders (34) is de bedrijfsleider van deze vestiging en samen met Maud (26) begeleidt hij de werknemers. Beiden hebben een horeca-achtergrond en vinden juist het werken met deze bijzondere doelgroep de meerwaarde van hun baan. “Ik heb de opleiding maatschappelijke zorg gedaan,” vertelt Maud, “en ik vind het ontzettend leuk dat ik hier horeca en zorg kan combineren.”
“Het leuke van deze mensen,” vult Nino aan, “is dat ze van hun hart geen moordkuil maken. Zo was Josia net een beetje uit haar doen. Je ontmoet haar straks nog wel, maar wat bleek? Ze was gewoon even te druk. Dan krijgt ze het moeilijk met prikkelverwerking. Als je daar goed mee weet om te gaan, is ze na een paar minuten gewoon weer lekker aan het werk.”
Al is het soms flink aanpoten, erkent hij, juist omdat de medewerkers zo nu en dan echt wel wat extra begeleiding nodig hebben. “Sommige dagen zijn pittiger dan andere. Dat ligt een beetje aan de samenstelling van het team. Tegelijkertijd zeg ik: als iedereen lekker aan het werk is, kost het mij helemaal niet zoveel energie.”
Vinden klanten het lastig als ze worden bediend door iemand die misschien wat minder goed verstaanbaar is, of als de bestelling een beetje onbeholpen op tafel belandt?
Maud: “Dat gebeurt soms inderdaad, maar we proberen de medewerkers er gewoon goed in te begeleiden. Sommigen kunnen bestellingen niet goed op de tablet vinden, dus dan lopen we even mee. Bovendien leren we hun altijd: wanneer het niet lukt, roep ons erbij. Blijf niet hulpeloos bij de klant staan, want dat is niet zo professioneel. Gelukkig hebben de meeste klanten er begrip voor als het een keer niet helemaal vlekkeloos gaat.”
Klanten weten natuurlijk ook in wat voor zaak ze zitten.
“Nou, niet altijd”, lacht Maud. “Sommigen lopen hier naar binnen en denken dat het een gewone lunchroom is. Dan komen ze er later pas achter dat we hier met bijzondere mensen werken. Meestal zijn ze dan wel positief. En vinden mensen het niks, even goede vrienden.”
Sommige klanten denken misschien: straks niezen deze mensen per ongeluk in mijn cappuccino.
Maud: “Haha, dat zegt mijn vader ook altijd: ‘Misschien zijn ze net naar het toilet geweest, hebben ze niet goed opgelet en zitten ze daarna aan mijn bord.’ Maar nee, iedere medewerker weet dat hij na het eten en na een toiletbezoek handen moet wassen. Ook tussendoor laten we hen hun handen wassen. Soms hoor je dat mensen hier zouden kwijlen of iets niet goed zouden kunnen, maar dat is niet waar. Onze kanjers doen hun werk met trots en plezier.”
Wat is de grootste uitdaging voor de medewerkers?
“Ik denk vooral drukte”, reageert Maud. “Ze hebben allemaal een duidelijke eigen taak, en dat gaat over het algemeen heel goed. Maar wanneer het wat drukker wordt of er is veel lawaai in de zaak, dan hebben sommigen de neiging zich af te sluiten. Dan zijn wij er om hen te helpen en aan te sturen. Kijk maar naar Muriël, zij doet het heel goed en geniet ontzettend van haar werk. Ze heeft al drie certificaten behaald. Maar eerlijk is eerlijk: niet iedereen met het syndroom van Down kan dit werk doen. Daar zit echt verschil in. We werken ook met mensen met bijvoorbeeld autisme. Dat vult het team goed aan.”
Nino knikt. “Als je ze gewoon rustig benadert, gaat het eigenlijk altijd goed.”
‘Goed bezig’
Als ik een blik werp in de vitrine naast de kassa, beginnen mijn speekselklieren direct overuren te draaien. De brownies in allerlei variaties, carrot cake en appeltaart lijken om het hardst om aandacht te roepen. Wat de lekkerste is? Muriël denkt even na en zegt dan: “De carrot cake.” Sabien weet het direct: “Die met M&M’s!”
Dan tikt Sabien me aan. “Je bent goed bezig”, zegt ze met een glimlach, en ze legt een hand op mijn schouder. Op mijn vraag of haar ouders een beetje trots op haar zijn, knikt ze bevestigend. “Ze vinden het helemaal leuk dat ik hier werk.”
“Zullen we tafel 8 opnemen, Sabien?” vraagt Maud, en ze loopt naar de serre, waar de herfstzon de tafeltjes nét in lichterlaaie zet.
Gratis kraanwater
Bij de bar aan de andere kant van de lunchroom ontmoet ik Josia (32), over wie Nino het net al had. Ze heeft even tijd en laat zien wat ze hier zoal doet. Ondertussen swingen de grappige knotjes op haar hoofd gezellig mee. “Als je je verveelt, kun je hier alvast dingen opruimen. Kijk, er staat net een bak met schone vaat. Die kan ik nu gaan opruimen. En als er een bestelling gedaan wordt, komt-ie hieruit.” Ze wijst naar een apparaatje op het aanrecht. Precies op dat moment rolt er eentje uit. “Een espresso en een cappuccino”, leest Josia voor. “En twee keer gratis kraanwater.”
“Als de bonnen achter elkaar komen, word ik gek”, gaat Josia verder. “Dan wordt het te veel in mijn hoofd.” Na een paar minuten drukt ze op een belletje; de bestelling staat klaar. Als het haar te lang duurt voor iemand de volle kopjes komt ophalen, drukt ze nog een keer de bel in, wat harder nu. “Soms staan ze allemaal hier bij mijn werkplek, dat vind ik ook niet fijn. Dan is het hier veel te druk. Dit is mijn plek, dat is hun plek.” De bestelbon met de bestelling die ze zojuist heeft klaargemaakt prikt ze op de prikker.
Soep op de vloer
Of er weleens een kop koffie over iemands jas gaat? Of een bord soep op de vloer belandt? Muriël is erbij komen staan en tuit haar lippen. Ze houdt een moment haar hoofd schuin en zegt dan: “Geen grote ongelukken. Soms morsen we koffie op tafel. Maar dan maken we het met een doekje schoon.”
“Ik zie niet zo goed, dus soms weet ik niet hoe ik een dienblad neerzet”, haakt Josia aan. “Dus er valt weleens een glas. Maar dan maak je gauw een nieuw drankje klaar en is het weer opgelost. Ik heb een mapje met foto’s. Daarin staat precies hoe ik alles moet serveren. Koffie kan ik heel goed maken, maar smoothies lukken me niet zo goed. Het afmeten vind ik lastig. Dus daar helpt een van de begeleiders altijd bij.”
Heerlijke geur
Het loopt inmiddels tegen lunchtijd en als ik een kijkje neem in de hal, komt mij een heerlijke geur van gebakken spek tegemoet. Ik loop door naar de keuken en maak kennis met Patrick (42), die geconcentreerd drie toeven slagroom op een bord met pancakes spuit. Ernaast ligt al een schepje jam en hij topt het gerecht af met een takje munt. Als hij het bord naar voren schuift, slaat hij met zijn hand op het belletje.
Patrick is de vaste kok van Brownies&downieS en werkt hier al zolang deze vestiging bestaat. Het stresslevel is vandaag nog niet zo hoog, maar, zegt hij, “dat komt misschien nog. Af en toe is het wel zweten, hoor. Dan is het de kunst om de kalmte te bewaren. Vooral omdat de medewerkers zo nu en dan wat begeleiding nodig hebben. Dat kost mij meer tijd. Maar goed, ik heb al vijfentwintig jaar ervaring in de horeca, dus ik ben wel wat gewend.”
Hij draait zich om en opent de oven, waaruit een dampende walm komt. Straks gaat hij aan de slag met een high tea die een groepje van vier heeft gereserveerd. Gelukkig kan hij als het nodig is de hulp inroepen van Yassine (25). Die staat achter een klein muurtje in de spoelkeuken en sproeit net een groot wit bord schoon. Hij is een man van weinig woorden, maar als ik hem vraag of hij zijn werk leuk vindt, grijnst hij breed.
‘Hatseflats’
“Alles naar wens?” informeert Lian bij een tafeltje waar een echtpaar met een kleuterzoon zit. Als ze de keukenbel hoort, beent ze meteen door naar de hal. “De bel gaat, hatseflats!” Ze komt terug met een gevuld bord, dat ze voor Marijk neerzet. “Dit is uw tosti, geniet ervan”, zegt ze beleefd. Marijk uit Den Haag kwam vandaag toevallig langs Brownies&downieS. Ze kent het concept en omdat haar trein vertraging had en haar afspraak verviel, besloot ze hier een lekkere lunch te gebruiken. “Ik kon natuurlijk naar de Hema gaan, maar ik vind dit een prima initiatief. Dus ik kom hier ook wel een beetje om het te steunen.”
“De volgende keer dat je komt”, zegt Sabien als ik m’n jas aantrek om te vertrekken, “krijg je een armbandje.” Ze werpt me een warme lach toe en samen met Muriël zwaait ze me uit. Als de deur achter me dichtvalt, hoor ik nog net het belletje in de keuken.
Meest gelezen
- Zo werk je aan een gezonde, sterke en liefdevolle relatie – 8 tips van relatietherapeut Cocky Drost
Wil je weten
Zo werk je aan een gezonde, sterke en liefdevolle relatie – 8 tips van relatietherapeut Cocky Drost
- Rail Away viert feest met jubileumaflevering en nachttrein-special over wereldspoorlijnen
Kijktip
Rail Away viert feest met jubileumaflevering en nachttrein-special over wereldspoorlijnen
- Docu over Vlaardingse pleegkinderen komt binnen: ‘Deze zaak gaat je voorstellingsvermogen te boven’
Kijktip
Docu over Vlaardingse pleegkinderen komt binnen: ‘Deze zaak gaat je voorstellingsvermogen te boven’
Lees ook
- Achter de schermen bij Brownies&downieS: drie toefjes slagroom en een flinke dosis trots
Reportage
Achter de schermen bij Brownies&downieS: drie toefjes slagroom en een flinke dosis trots
- Kijktips: alles over de Urker vuurtoren en nieuwe serie over kinderen die opgroeien in armoede
Dit weekend op tv
Kijktips: alles over de Urker vuurtoren en nieuwe serie over kinderen die opgroeien in armoede








