Paulines dochter werd 4 maanden te vroeg geboren: ‘Er kon elke minuut iets misgaan’
21 november 2024 · 12:00
Update: 25 november 2024 · 10:59
Pauline (30) is iets meer dan 26 weken zwanger wanneer de bevalling plotseling begint. Samen met haar man Sander (35) is ze onderweg naar het ziekenhuis als hun dochter Rosie wordt geboren – veel te vroeg. “Je houdt continu rekening met het ergste.”
“Ik was al mijn hele zwangerschap niet echt lekker, maar ik zocht daar niet veel achter. De ochtend van de bevalling ben ik gewoon gaan werken, maar alles deed pijn. Op werk had ik kramp in mijn buik; ik dacht dat ik buikgriep had. Ik weet nog dat ik tegen een collega zei dat de pijn op weeën leek. Toen heb ik aan mijn moeder gevraagd of ze mij naar huis wilde brengen.”
Horrorscenario
Thuis laat Pauline het bad vollopen en komt ze even tot rust. Totdat ze haar ogen opent en het badwater rood ziet kleuren. “Het was echt als in een horrorfilm. Ik was alleen thuis en ik heb de verloskundige en Sander gebeld. Die stonden binnen tien minuten op de stoep.” De bevalling blijkt te zijn begonnen. Er is nog geen ontsluiting en Pauline wordt met de ambulance naar het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam gebracht. “Tijdens mijn weeën heb ik de kinderopvang nog gebeld om te zeggen dat iemand anders ons zoontje Julius moest ophalen”, vertelt Pauline. “Ondertussen deden ze er in de ambulance alles aan om de bevalling te remmen. Maar toen we Rotterdam binnenreden, braken Paulines vliezen”, vertelt Sander.
Tekst gaat verder onder de afbeeldingen
De ambulance stopt op de vluchtstrook, zodat een speciaal medisch team het ambulancepersoneel kan ondersteunen. “Iedereen was druk en ik lag daar, met de verloskundige naast me. Ik voelde dat de baby niet meer te houden was.” De ambulance rijdt weer door naar het ziekenhuis, en na 300 meter bevalt Pauline van baby Rosie. “Ineens was ze er. Voor mijn gevoel heeft het nul pijn gedaan.”
Traumatische ervaring
De bevalling is traumatisch voor Sander. Hij zit voorin de ambulance en ziet door het raampje hoe de kleine Rosie op de borst van Pauline wordt getild, maar hij heeft het idee dat ze niet meer leeft. Pauline: “Ze konden haar hartslag niet vinden en ze haalde ook geen adem. Maar ik voelde haar bewegen. Ik voelde dat ze leefde, maar voor Sander was dat heel anders.” Vijf minuten later hoort hij pas dat Rosie leeft. Sander: “Ik dacht echt: over vijf tot zes dagen heb ik iets anders te doen.”
1000 gram
Zodra ze arriveren bij het ziekenhuis begint de medische achtbaan. Sander mag mee in de ruimte waar de artsen Rosie behandelen. “Dat was heel bizar, want je weet niet wat ze aan het doen zijn. Ik hield Pauline via het raam op de hoogte.” Op een gegeven moment gaat Sander met Rosie naar de intensive care (ic) en blijft Pauline achter. “Ik was ineens alleen en ben iedereen maar gaan bellen om te vertellen wat er is gebeurd”, vertelt ze.
Rosie is op dat moment geïntubeerd en kan niet zelfstandig ademen. Ze weegt 1000 gram en vecht voor haar leven. Sander: “De vooruitzichten waren onzeker: er kon elke minuut iets misgaan. De artsen waren ‘gematigd positief’.” Rosie krijgt nare complicaties, waaronder twee hersenbloedingen. “Je houdt continu rekening met het ergste”, vertelt Sander. “Ze lag wekenlang in het ziekenhuis. Het is heel gek om in een wereld te komen die je totaal niet kent”, vertelt Pauline. “Maar we waren wel heel nuchter: zolang het met Rosie goed ging, ging het met ons ook goed.”
Naar huis
Na zeven weken in het Sophia Kinderziekenhuis en zes weken in het ziekenhuis in Dordrecht mag Rosie naar huis. Een week vóór de uitgerekende datum is het gezin van Pauline en Sander eindelijk weer compleet. Maar dan begint het voor hen eigenlijk pas echt. “Je bent euforisch dat ze eindelijk naar huis mag en niet meer naar het ziekenhuis hoeft, maar je neemt ook een patiënt mee naar huis”, duidt Sander. “Je komt thuis en je staat er helemaal alleen voor.”
Je komt thuis en je staat er helemaal alleen voor
“Het was allesbehalve rozengeur en maneschijn. We waren getraumatiseerd en hadden het loodzwaar. Er was geen kraamhulp en we moesten de zorg voor Rosie – met alle medische handelingen – en de zorg van ons zoontje Julius op ons nemen”, vertelt Pauline.
Nasleep
Na een week krijgt de kleine Rosie een luchtweginfectie en komt ze weer op de ic te liggen. Er ontstaan complicaties waardoor haar leven aan een zijden draadje hangt. Op dat moment is er weinig hoop. “We waren op, we liepen echt op ons tandvlees”, aldus Sander.
Wonder boven wonder komt Rosie er weer bovenop. Toch moet ze in haar eerste jaar steeds opnieuw terug naar het ziekenhuis; een periode die slopend is voor Sander en Pauline. “De nasleep was heel lastig. Iedereen ging door met zijn leven, maar wij hadden continu zorgen of het wel goed zou komen met Rosie”, zegt Pauline.
Een stuk beter
Inmiddels gaat het een stuk beter met Rosie, ze is nu twee jaar oud. Pauline: “Ze staat nog onder controle bij het ziekenhuis, maar het gaat goed met haar.” “Ze heeft geen zuurstof meer nodig”, vertelt Sander. “Daarom worden we er niet meer dagelijks mee geconfronteerd. Dat Rosie gewoon gezond is, heeft mij erg geholpen. Het is heel heftig en hectisch geweest, maar het is goed zo.”
Het is heel heftig en hectisch geweest, maar het is goed zo
Praten, praten, praten
“Er met elkaar over praten heeft veel geholpen om het te verwerken, ook met de mensen om ons heen”, aldus Pauline. “We hebben een doos gemaakt voor Rosie met alles uit die tijd: de slangetjes, het dagboekje. We hebben ook een pop laten maken die exact even lang en zwaar is als Rosie bij haar geboorte. Deze doos pakken we er af en toe bij.”
Hoewel de relatie van Pauline en Sander tijdens deze periode onder druk komt te staan, hebben ze ook veel aan elkaar. Pauline: “We hebben een tijd uit elkaar geleefd omdat er altijd een van ons in het ziekenhuis was. Maar we hebben ook bewust tijd voor elkaar gecreëerd. Als Julius op school was, gingen we samen de stad in om leuke plekjes van Rotterdam op te zoeken.”
Anders in het leven
“Deze gebeurtenis heeft onze kijk op het leven heel erg veranderd. We kunnen ons niet meer druk maken om bepaalde dingen, we staan anders in het leven,” zegt Pauline. “Ik denk dat we meer zijn gaan genieten van het leven”, vult Sander aan. Sinds het goed gaat met Rosie, is er weer meer ademruimte voor het gezin. Pauline: “Dat is heel erg fijn. Maar het grijpt me nog steeds aan. Als ik een hoogzwangere vrouw zie, denk ik weleens: met Rosie heb ik mijn zwangerschap nooit kunnen afmaken. Maar ik kijk vooral naar wat we wél hebben: twee gezonde kinderen.”
Dit artikel hoort bij het programma
Handen aan de couveuse