Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Puberblog: ‘Soms heb ik de neiging om de sokken in hun neus te duwen’

De puberpuinhoop in huis herinnert Anna geregeld aan het gefoeter van haar moeder in de tijd dat zijzelf nog een puber was. Regelmatig struikelt ze erover. Maar ze heeft inmiddels ook een - rigoureuze - oplossing.

Deel:

‘Ruim je rommel toch eens op.’ Het mantra van vele ouders met tieners ben ik bang. En ik roep het ook.
Maar in mijn achterhoofd klinkt een echo van toen ik zelf tiener was.
“Jongens, als je naar boven gaat, neem dan even wat mee van de trap.” We liepen erlangs.
“Hè, toe nou. Neem even wat mee naar boven.” En m’n moeder drukte me een stapel kleren in mijn handen. Die ik achteloos op een stapel in mijn kast legde, als ik ze daar al neerlegde en niet gewoon op de grond naast m’n bed. “Van wie is dat snoeppapiertje?” “Help even mee afruimen.” “Ruim je rommel toch eens op.”

Elke twee weken de beste artikelen over pubers in je mailbox?

Meld je hier aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief, en ontvang ook onze gratis gesprekskaartjes!

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

En nu ben ik volwassen, met tieners in huis, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik nog steeds een hoge tolerantie voor chaos heb. Zo kan ik rustig langs een stapel op de trap lopen en als het druk is met werken wordt de kamer gerust een paar dagen niet opgeruimd. Dus ik snap het wel.
Overigens weet ik ook dat tieners rommel vaak niet als zodanig zien. Het nut en noodzaak van opruimen gaat nog even aan hen voorbij en daar heb ik tot op zekere hoogte respect voor. Daarom laat ik hun kamers redelijk ongemoeid.
Maar mijn kinderen... tjonge die hebben echt een hoge tolerantie voor chaos, daarvan word ik zelfs netjes. Soms heb ik de neiging om de sokken die ze achterlaten in de woonkamer in hun neus te duwen. Sokken! Wie laat er nou sokken slingeren. En bij het opruimen kom ik er zo gerust 5 tegen (ook altijd een oneven getal hè en geen nette paren sokken...)
Of de loomelastiekjes die opeens weer populair zijn en ik dus overal terugvind, net als tien jaar geleden toen ze als kleuters gingen loomen. Alleen werkt de strategie van toen niet meer.
Toen zei ik nog: “Als je het niet heel gauw oppakt, zuig ik alles op met de stofzuiger hoor.” En hop, daar gingen ze. Alles van de grond, anders was je het kwijt.

Tjonge mam, wat ruim je agressief op zeg

Ik zei het afgelopen week nog tegen de 15-jarige. “Mam, denk je echt dat die tactiek nog bij ons werkt?”, was zijn/haar reactie. “Stofzuig ze maar lekker weg, kan me niks schelen.”
En een halve minuut later, als ik al die loom-elastiekjes opzuig: “Tjonge mam, wat ruim je agressief op zeg.” Ik zeg maar even niks ...

Maar ik ben natuurlijk niet voor één gat te vangen, want ik wil dat ze zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen spullen en omdat ze onderdeel zijn van een huishouden daar ook aan meedoen.
Dus ik zeg: “Jongens, ik weet dat het ellendig is, ik vind opruimen ook niet leuk, maar let op, we doen het samen en dan is het zo gedaan.’  We verdelen de taken en iedereen weet wat ie doet.
Nou ja, dat samen is dan weer heel relatief. De één herinnert zich opeens dat hij nog huiswerk heeft. De ander moet opeens heel erg nodig naar de wc (een tactiek die ik me herinner van mijn broer als hij moest afwassen).
En dat ‘zo gedaan’... is dan dus niet zomaar gedaan. Want ik wacht wel tot ze klaar zijn op de wc of met huiswerk. Dan ruimen ze daarna maar op. Of ik zeg dat het huiswerk wel kan wachten. We schakelen dus een beetje wat passend is op zo’n moment.

Extreme techniek

De meest extreme techniek die ik ooit heb toegepast is van het soort ‘ik heb er last van, dus ik doe er wat aan, maar wat ik eraan doe vind je niet leuk’. Let me explain: kind nummer twee komt uit school. Die tas is natuurlijk vreselijk zwaar en dus ligt de tas op de grond bij de achterdeur, vaak met de jas ernaast. Dat is midden in de keuken en dat vind ik niet zo handig in het kader van de doorstroming. Met andere woorden, ik struikel erover. Dus na afspraken gemaakt te hebben, maar geen verbetering te hebben gezien doen we het nu als volgt. Als ik de tas op de grond zie liggen in de keuken, ruim ik deze op. Door ‘m naar buiten te zetten. Eventueel met jas erbij. Ik meld het altijd netjes dat ik zijn tas heb opgeruimd naar buiten toe. Verbazingwekkend hoe snel de tas opeens op de goeie plek staat. En het werkt, want het afgelopen halfjaar heeft er geen tas buiten gestaan.

Maar het beste werkt tot nu toe nog om heldere afspraken te maken. Bij taart bakken hoort ook opruimen. Als je gegeten hebt, ruim je allemaal mee op. Zo ingewikkeld is het niet, discussies zijn dan ook niet nodig. Wel geef ik ze vaak de vrijheid om het binnen een bepaalde tijd te doen. Voor het eten of voor we een film gaan kijken. Niet dat we daarmee nooit meer discussies hebben, dat is immers inherent aan een tiener. Zo leuk.

En ja, ik voel me soms net m’n moeder. Dan fluister ik in mezelf: “Sorry mam, van al die snoeppapiertjes, ik snap hoe irritant dat is.”

--:--