Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Thuis op de berg

Geschreven door Leanne Pots. Dit verhaal heeft, samen met 'Vijftien jaar' van Francisca Folkertsma, de tweede plek gekregen in de verhalenwedstrijd van Eva en uitgeverij KokBoekencentrum.

Deel:

Met een zwaai gooide Anna de houten deur van het bergrestaurant open. Daar moest ze toch eens een andere oplossing voor bedenken, dacht ze, terwijl ze haar dienblad in balans probeerde te houden en ondertussen de deurstopper op zijn plek schoof.
Ze liep naar het oudere echtpaar dat aan de rand van het terras zat.
“Kijk eens aan, tweemaal koffie en echte Oostenrijkse Kaiserschmarren,” zei ze met een glimlach. Ze zette de kopjes en borden voor hen op tafel. “Eet smakelijk.”
Ze draaide zich om en zag een aantal nieuwe gasten een plekje zoeken op het terras. Nadat ze hun bestelling had opgenomen, liep ze naar binnen.
Daar botste ze bijna tegen Marie op, die de gasten in het restaurant voor haar rekening nam.
“Sorry,” zei ze verontschuldigend in het Duits. “Hoe gaat het hier?”
“Prima hoor, ik heb alles onder de controle. Zelfs onze Silvester doet vandaag precies wat hij moet doen,” zei Marie. Ze knikte met haar hoofd in de richting van de keuken waar de kok druk aan het werk was en knipoogde.
Het was een plezier om met het kleine vrouwtje samen te werken, vond Anna. Maries jarenlange ervaring in het bergrestaurant en haar gemoedelijke geklets zorgden al vanaf het begin voor een soepele samenwerking.
“Dat is fantastisch, ik zal het Herr Thomas laten weten,” zei ze plagend.
“Och, jij met je Herr Thomas,” zei Marie hoofdschuddend. “Vergeet je hem vanavond niet te mailen?”
Anna lachte. “Nee hoor, ik zou niet durven.” Ze liep naar de koeling om een aantal flesjes frisdrank te pakken.
In stilte bedankte ze Marie voor de herinnering aan het wekelijkse verslag dat ze de eigenaar van het restaurant moest sturen. Die afspraak hadden ze gemaakt toen zij als zijn tijdelijke waarnemer was aangesteld.
Ze had de vacature voor de functie ontdekt nadat ze al maanden twijfelde of ze wel verder wilde met haar werk als HR-adviseur. Een paar maanden werken als manager van een restaurant op de top van een berg in Oostenrijk had precies geleken wat ze nodig had en dus had ze gesolliciteerd.
Per mail waren de afspraken met de eigenaar gemaakt en in mei was ze met Marie en Silvester aan het zomerseizoen op de berg begonnen.
Maar nu was het al augustus en zou de eigenaar binnen een paar weken terugkomen om haar functie weer over te nemen. Ze duwde de gedachte aan de vraag wat zij dan ging doen weg en maakte snel de bestelling voor de gasten op het terras compleet.
In de uren die volgden, waren de gondels van de kabelbaan die vlak naast het restaurant eindigde, constant bezet en datzelfde gold ook voor de tafels binnen en op het terras.
Tegen vier uur werd het eindelijk rustiger. Anna ruimde de leeggekomen tafels op het terras af en keek om zich heen.
Een intense tevredenheid daalde op haar neer. Deze plek, met uitzicht op de groene almen en talloze machtige bergen, maakte haar gelukkig. Zelfs het constante geklingel van de koebellen vond ze heerlijk om te horen. Ze zou hier wel voor altijd willen blijven.
Ze sloot een ogenblik haar ogen en liet de stralen van de zon haar gezicht verwarmen.
Waarschijnlijk zouden de sproetjes op haar wangen aan het einde van de zomer niet meer te tellen zijn, maar ze was opgehouden zich daar druk over te maken. Met haar roodblonde haren en lichte teint kon ze niet anders dan accepteren dat ze nooit die gewenste zongebruinde huid zou krijgen.
“Het lijkt wel alsof je hier boven op de berg de zon haast aan kan raken, vind je ook niet?”
Een aangename mannenstem onderbrak in het Duits haar gedachten en ze opende abrupt haar ogen. Voor haar stond een man die eruit zag als een toerist. Een behoorlijk knappe toerist zelfs, zag ze toen ze zijn aanblik snel in zich opnam.
Zijn donkerbruine haar lag warrig rond zijn hoofd, het blauw van zijn ogen leek de lucht boven de bergen te weerspiegelen en de banden van zijn rugzak spanden over zijn gespierde schouders.
Hun blikken kruisten elkaar en ze zag pretlichtjes in zijn ogen verschijnen. Ze besefte dat ze stond te staren en voelde haar wangen warm worden.
“Ja,” zei ze snel. “Vooral als je je ogen dicht doet.”
“Oh, dus dat was je aan het doen. En, is het gelukt?” De man glimlachte en Anna zag een kuiltje in zijn linkerwang verschijnen.
“Nee, helaas niet,” zei ze. “Maar ik hoor ook aan het werk te zijn. Dus, waarmee kan ik je helpen?”
“Ik zou hier graag wat willen eten, als dat kan.” De man gebaarde naar het inmiddels bijna lege terras.
“Dat kan zeker. Helaas kan ik je geen warme maaltijd meer aanbieden, aangezien de kabelbaan, en wij dus ook, om half vijf gaan sluiten. Maar zoek gerust een plekje uit, dan kom ik zo bij je om je bestelling op te nemen.” Na die woorden draaide ze zich om en snelde naar binnen.
Daar legde ze haar handen op haar wangen in een poging ze af te koelen.
Een paar minuten later liep ze het terras weer op. De man had een plekje gevonden onder de beschutting van een parasol. Zijn rugzak stond op de stoel naast hem.
“Heb je een keuze kunnen maken?” vroeg ze.
Hij keek op en weer werd ze getroffen door het blauw van zijn ogen. “Wat kan je me aanraden?”
“Nou, volgens mij ben je naar boven komen lopen. Dus een biertje om af te koelen?” Ze glimlachte even. “En Apfelstrudel erbij, natuurlijk.”
Hij knikte. “Dat klinkt goed.”
Ze liep naar binnen en kwam even later met de bestelling weer naar buiten.
Terwijl ze die op tafel zette, vroeg ze: “Ben je hier op vakantie?”
“Ja, ik wil in deze omgeving een aantal wandeltochten maken.” Hij aarzelde even en zei toen: “Die van vandaag was in ieder geval de moeite waard.” Hij glimlachte en Anna voelde haar hart een slag overslaan.
“Dat is mooi,” wist ze uit te brengen.
“En wat brengt jou hier? Je klinkt niet als een Oostenrijkse.” Hij nam een slok van zijn bier en leunde achterover.
“Ik kom uit Nederland,” antwoordde ze. “Ik neem tijdelijk waar voor de eigenaar van dit restaurant.”
“Leuk,” zei hij. “Maar tijdelijk dus. Heb je al een idee wat je daarna gaat doen?”
“Nee.” Ze haalde haar schouders op. “Het liefst wil ik er ook niet over nadenken. Maar aangezien ik nog maar een week of twee heb, zal ik dat toch eens moeten gaan doen.”
Hij grinnikte. “Dat lijkt me wel verstandig, ja.”
Hij wierp een blik op zijn horloge en dronk vervolgens snel zijn glas leeg. “Ik moet opschieten als ik nog met de kabelbaan naar beneden wil.”
Hij haalde tien euro uit zijn rugzak en hield het Anna voor. “Eet jij de Apfelstrudel op? Ik heb er niet aangezeten en het is jammer om hem weg te gooien.” Hij stond op. “Oh, en ik heet trouwens Thom. “
Verbaasd pakte ze het geld aan en voelde dat zijn vingers kort de hare raakten.
“Weet je dat zeker?” stotterde ze.
“Dat ik zo heet? Heel zeker,” zei hij plagend. Hij pakte zijn rugzak en liep naar de rand van het terras. “Bedankt…” Hij aarzelde en zijn blauwe ogen namen haar aandachtig op.
“Anna,” zei ze. “Ik heet Anna.”
Hij knikte. “Dag Anna. Succes met je pogingen om de zon aan te raken.” Met een knipoog draaide hij zich om en liep in de richting van de kabelbaan.
In de uren die volgden, kon Anna hun gesprek op het terras niet uit haar hoofd zetten. Ze was blij toen Marie eindelijk met Silvester in de auto stapte om de berg af te dalen.
Ze bleef alleen achter en ging met haar avondmaaltijd op het terras zitten.
Het weer was ondertussen helemaal omgeslagen. Over de bergen zag ze donkere wolken naderen en nog voor ze klaar was met eten, vielen de eerste druppels al.
Ze ging snel naar binnen en sloot het restaurant af. Daarna liep ze de trap op naar het woongedeelte op de bovenverdieping van het restaurant en plofte op de bank.
Ze keek om zich heen in de ruimte die de afgelopen maanden als haar thuis was gaan voelen. Er kwam maar weinig daglicht door de kleine raampjes, waardoor het er zelfs op de zonnigste dagen schemerig was. Maar het hout van de wanden en het dak gaven het geheel een warme sfeer.
Ze wierp een blik uit één van de raampjes en zag dat het buiten nog harder was gaan regenen. Het leek erop dat de bui nog wel even zou aanhouden.
Ze besloot haar laptop erbij te pakken en het wekelijkse restaurantverslag af te maken wat ze nog moest versturen. Maar toen ze zich met haar laptop in het hoekje van de bank had genesteld, dwaalden haar gedachten weer af naar Thom.
Ze zag de blik op zijn gezicht toen hij gedag zei voor zich en voelde vanbinnen iets kriebelen.
Het was lang geleden dat ze van een man onder de indruk was geweest. Beter gezegd, ze was in al haar zevenentwintig jaar niet eerder zo van een man onder de indruk geweest dat ze er bijna haar spraakvermogen door verloren was.
Ze zuchtte. Het was jammer dat dat nu juist moest gebeuren bij een toerist die ze nooit van haar leven meer tegen zou komen.
Plotseling werden haar gedachten onderbroken door een bliksemflits die direct gevolgd werd door een hevige donderslag.
Ze kromp even ineen. Hopelijk werkte de bliksemafleider op het schuurtje naast het restaurant naar behoren, dacht ze. Hoewel ze niet bang was aangelegd, gaf het haar toch een onbehaaglijk gevoel om alleen boven op de berg te zijn in deze onweersbui.
Opnieuw verlichtte een flits de kamer. Terwijl ze wachtte op de klap die zou volgen, hoorde ze opeens een geluid van beneden komen.
Wat was dat? Ze schoof haar laptop opzij en stond op. Het gerommel van de donder stierf weg en opnieuw hoorde ze het geluid beneden.
Het klonk alsof er iemand rondliep.
Ze voelde een knoop in haar maag en keek rond naar iets wat ze zou kunnen gebruiken om zichzelf te verdedigen. Er hing een gitaar aan de muur die er stevig genoeg uitzag en ze haalde hem van het haakje.
Met de gitaar in haar rechterhand klaar om een flinke klap uit te delen, opende ze voorzichtig de kamerdeur. Een bliksemflits verlichtte het kleine halletje en boven aan de trap bleef ze staan.
Ze luisterde.
In het restaurant kraakten vloerplanken.
Ze voelde haar paniek toenemen. Er was daar echt iemand.
Wat moest ze doen? Zich verstoppen en de politie bellen? Of gewapend met de gitaar de strijd aangaan met degene die daar beneden was?
Ze besloot dat het laatste waarschijnlijk de beste optie was. Want hoelang zou het duren voor de politie er was? Nee, daar ging ze niet op wachten.
Ze legde de gitaar over haar rechterschouder en haalde diep adem.
Eén, twee, drie.
Ze rende de trap af en gooide de deur naar het restaurant open.
Hijgend bleef ze in de deuropening staan.
En daar, op nog geen twee meter afstand, stond de man die ze nooit meer had verwacht terug te zien.
“Thom?” fluisterde ze.
Hij glimlachte en stak zijn hand naar haar uit.
“Officieel is het Thomas. Ik kom even kijken hoe mijn restaurant en tijdelijke waarnemer deze storm doorstaan.”

Lees ook een van de andere winnende verhalen: 'Vijftien jaar' door Francisca Folkertsma

--:--