TimZingt: 'Die muskathlon in Afrika is de wereld op zijn kop'

“Gaat het wel?!” aap ik hem na, “als jij jouw gesponsorde hersens eens zou gebruiken, dan zou je kunnen zien dat het niet gaat!”
“Wat is er dan?” vraagt Faith.
“Kijk dan!” brul ik, “ik krijg een verzoek om de muskathlon te sponsoren.”

Faith kijkt naar Hope. Hope fluistert: “Dat is een hardloopwedstrijd waarbij mensen geld inzamelen voor ons.” Faith glimlacht: “Goed idee!”
“Goed idee?!” blaf ik. “Het is decadentie ten top. Die midlife-musketiers weten van gekkigheid niet meer wat ze moeten doen. Na ‘Bibberen in de bergen’ en ‘Rillen in de rivier’, doen ze nu ‘Rondje rimboe’. Want ze gaan rennen in jullie land! Om jullie hutjes! Dan is de beleving nog intenser. En jullie moeten dan juichen in musketiershirtjes. Ja, ook jij, Faith! Want ze willen graag kleine Afrikaanse kindjes. Dat zijn mooie foto’s.”
“Ik kom uit Azië”, mompelt Faith.
“Afrika, Azië, allemaal buitenland”, grom ik. “Het gaat om de waanzin van zo’n hardloopwedstrijd; alleen die vliegreis al.”

Hope: “Ze halen anders altijd een boel geld op.”
“Nou en?” blaat ik. “Een sponsorloop hoort niet bij jullie. Jullie hebben al olifanten, oerwoud en oorlog. Wíj hebben sponsorlopen. Zo hoort het! Die muskathlon in Afrika is de wereld op zijn kop.”
Faith zegt lachend: “Weet je wat pas de wereld op zijn kop is? Als wij met z’n allen naar Nederland komen en dan rondjes gaan rennen bij jullie: ‘Rondje Riante Villa’s’ of zo. Jullie juichen in shirtjes en wij verdienen geld. En wie dan de meeste rondjes rent, mag definitief bij zijn sponsorouders blijven!”

“Wat doe je?” vraagt Hope, terwijl ik naar mijn laptop sprint.
“Ik maak snel geld over!” piep ik. “Het hele idee van sponsorvader zijn is dat ik jullie geld geef zodat jullie lekker daar blijven.”
Hope glimlacht: “Goed idee! En als ze straks langsrennen, zal ik roepen dat ze volgende keer weer gewoon in Almere ‘Rondje Vinex’ kunnen gaan rennen. Kunnen ze het vliegticketgeld ook doneren!”
“Als ze dát doen, geef ik een rondje voor de sponsorkindjes!” hinnik ik.
“Proost!” roept Faith.