Navigatie overslaan
Sluit je aan
Joost en Ruth, bushpiloten MAF.
© Janita Sassen

Van KLM naar Kenia: Joost en Ruth verruilden hun goedbetaalde baan voor een leven als zen­ding­spi­loot

Interview

vandaag · 10:12| Leestijd:9 minVisie

Update: vandaag · 11:57

Je goedbetaalde baan verruilen voor een onzeker bestaan als zendingswerker in Afrika? Voormalig KLM-piloten Joost (49) en Ruth (44) deden het. Als vrijwillige bushpiloten voor Mission Aviation Fellowship (MAF) wonen ze sinds 2024 met hun twee jonge kinderen in Kenia. “Hier ben je Schiphol in je eentje.”

Na jarenlange droogte zorgde plotselinge, hevige en aanhoudende regenval in 2024 voor gigantische overstromingen in het noorden van Kenia. Dorre woestijnvlakten veranderden in verraderlijke meren. Lokale dorpsgemeenschappen raakten volledig geïsoleerd. Duizenden mensen – nomadische families, levend in traditionele hutten – konden geen kant op. Omdat hun dorpen volledig ingesloten waren door water, en wegen onbegaanbaar waren, kon hulp hen niet bereiken via land. “Twee maanden lang vlogen we daarom met voedsel, schoon drinkwater en medicijnen naar hen toe,” vertelt Ruth. “Via deze luchtbrug konden we voorkomen dat deze mensen verhongerden, en dat levensgevaarlijke ziekten als cholera uitbraken.”

Onherbergzame gebieden

Joost: “Als je voor MAF werkt, word je speciaal getraind om in onherbergzame gebieden te vliegen, waar auto’s lastig kunnen komen. In het noorden van Kenia, waar wij werken, leven al eeuwenlang stammen ver van de bewoonde wereld in kleine dorpjes, samen met hun vee. Vanuit de lucht zie je dat het in feite een grote woestijn is.”
Het dichtstbijzijnde ziekenhuis is heel ver weg als je dringend medische hulp nodig hebt, legt Ruth uit. “Vliegen verkleint die afstand enorm.”
Joost: “Onlangs moest ik een hoogzwangere vrouw met een schotwond in haar schouder naar het ziekenhuis brengen. Met de auto kan dat dagenlang duren.”

In de cockpit kijken

Vliegen was voor zowel Joost als Ruth een kinderdroom. Joost: “Toen ik op mijn twaalfde voor het eerst vloog, wist ik het meteen: ik wil piloot worden!” Ruth: “Mijn vader had een kantoorbaan op Schiphol, wat reizen met het vliegtuig voor ons gezin heel goedkoop maakte. Toentertijd mocht je nog in de cockpit kijken, en daardoor was ik verkocht. Als het in Nederland druilerig weer is, zit je als piloot boven de wolken, heerlijk in het zonnetje.”
Joost knikt en zegt: “Vliegen is een krachtige manier van transport; je teleporteert jezelf als het ware heel snel tussen verschillende plekken.”

Wil God ons misschien iets duidelijk maken?

De eerste vrouw

Hun roeping om bij MAF te gaan werken, ontstond toen Joost en Ruth – die beiden met veel plezier naar allerlei verre bestemmingen vlogen voor de KLM – een video zagen over de eerste vrouw die zich liet opleiden tot MAF-piloot.
Joost: “Zij gaf haar carrière als wetenschapper op om zich bij MAF om te laten scholen tot bushpiloot. We vonden het een dappere keuze en zochten haar in 2021 op bij de vliegschool van MAF, op vliegveld Teuge bij Apeldoorn.

Daar vertelde ze ons over deze bijzondere organisatie. We waren onder de indruk en gingen naar huis met het idee haar financieel te gaan ondersteunen in haar werk. In de weken daarna merkte ik dat ik de hele dag door aan haar verhaal bleef denken. Toen ik dat aan Ruth vertelde, bleek zij precies dezelfde ervaring te hebben. We dachten: wil God ons misschien iets duidelijk maken?”

Knopen doorhakken

Aan hun roeping hebben ze “stap voor stap gehoor gegeven,” blikt Joost terug. “Allereerst hernieuwden we ons brevet ‘kleine vliegtuigen’ op de Nederlandse vliegbasis van MAF. Daarna werd het tijd om allerlei knopen door te hakken. De organisatie wilde weten of we het plan om bushpiloot te worden gingen voortzetten. Zo’n uitzending naar het buitenland heeft namelijk veel voeten in de aarde. Zo moesten we een achterban opbouwen om onszelf te laten ondersteunen met giften en gebeden. En wat zou ons werkveld worden? In overleg met MAF en na veel gebed en gesprekken met allerlei mensen, besloten we, na veel wikken en wegen, dat het Kenia zou worden.”

EO-serie ‘Bushpiloten’

Ruth: “Onze kinderen, Naud en Annemijn, hebben we van begin af aan meegenomen in dit hele proces. We zeiden: ‘Papa en mama weten niet precies waar het naartoe gaat, maar we zijn dit wel aan het onderzoeken.’ Ook keken we bewust samen als gezin naar de EO-serie Bushpiloten, over het werk van MAF. Naud en Annemijn vonden de verhuizing in eerste instantie lastig, omdat ze – logischerwijs – vooral keken naar wat ze achterlieten. Maar toen we onze nieuwe woonplek, de kinderen van mede-zendelingen en verschillende scholen in Nairobi bezochten, maakte dat voor hen een gigantisch verschil. Inmiddels hebben ze het hier gelukkig ontzettend naar hun zin.”

Geïmproviseerde goaltjes

De grootste verschillen tussen werken voor de KLM en MAF? “De landingsbanen,” reageert Ruth direct. “Bij KLM landden we op brede, geasfalteerde banen, terwijl het hier meestal een soort zandpad is: onverhard en kort.”
Joost: “Daar lopen regelmatig overstekende kuddes zebra’s overheen, die je eerst weg moet jagen door er laag overheen te vliegen. Laatst lagen er stapeltjes stenen op de landingsbaan: geïmproviseerde goaltjes van jongetjes die er voetbalden.” Ruth: “Je krijgt dus soms met spontane, risicovolle situaties te maken. Dieren of kinderen op de baan zijn heel onvoorspelbaar. Soms ligt er ineens een grote termietenheuvel op de landingsbaan.”

Langs hoge bergen

Joost vertelt dat hij onlangs naast een middelbare school moest landen. “Toen ik wilde inspecteren of de baan veilig was, zag ik vanuit de cockpit dat de leerlingen er pal naast stonden om naar me te zwaaien. Dat was wel even lastig qua veiligheid.”

Ruth: “In onze KLM-tijd waren we sec piloot, maar in Kenia hebben we nog veel meer taken. We doen zelf de security, checken mensen in, we geven ze water en snacks én doen de veiligheidsbriefing. Eigenlijk ben je dus Schiphol in je eentje. Ook bidden we voor elke vlucht.”
Joost vult aan: “We vliegen hier in kleinere toestellen. Je moet – in je uppie – sturen, goed navigeren én de radiocommunicatie met andere toestellen onderhouden. Dat is best pittig. We vliegen veel langs hoge bergen. Bij slecht weer kan het zijn dat de landingsbaan in een modderpoel verandert, en hier is geen luchtverkeersleiding om je te helpen bij de landing.”

Van atheïst tot zendeling

Dat Joost ooit als ‘luchtzendeling’ zou werken, had hij vroeger nooit kunnen bedenken. “Toen ik Ruth leerde kennen, was ik zelfs niet christelijk,” vertelt hij. “Dat maakte haar in eerste instantie niet zoveel uit, omdat ze helemaal niet actief met haar geloof bezig was.”

Ruth: “Dat veranderde toen ik me opnieuw aansloot bij een kerk. Ik vloog op dat moment fulltime voor de KLM en ging die week naar São Paulo in Brazilië. Daar woonden Johan en Brenda Toet, twee zendelingen die werkzaam zijn voor een door hen opgerichte stichting. God legde het op mijn hart dat ik ze een berichtje moest sturen. Ik schreef: ‘Jullie kennen mij niet, maar ik ben piloot. Kan ik morgen iets voor jullie meenemen?’ Ze bleken dringend officiële papieren nodig te hebben en ik was de laatste persoon die deze aan hen kon overhandigen. Ook heb ik hun verteld dat ik vurig hoopte dat Joost tot geloof zou komen.”

‘Ik was sceptisch over het geloof’

“Toen Johan en Brenda een paar maanden later in Nederland waren, kwamen ze bij ons thuis langs,” herinnert Joost zich. “In die tijd heb ik veel met Johan gepraat. Hij vroeg me tijdens een kerkdienst: ‘Als God bestaat, wil je Hem dan leren kennen?’ Dat wilde ik wel. We hebben samen gebeden of God zich in mijn leven wilde openbaren. In de maanden die volgden, ervoer ik een aantal gebedsverhoringen en nam ik deel aan een Alpha-cursus.

Doordat het coronatijd was, hield ik sowieso meer tijd over om na te denken over het leven. Ik was sceptisch over het geloof, maar doordat ik me zo geroepen voelde tot het worden van missievlieger, zag ik Gods plan met mijn leven zich heel snel ontvouwen. Van een atheïst veranderde ik in drie jaar tijd in een zendeling.”

Verrassende wegen

Wat Joost en Ruth hielp om het roer zo radicaal om te gooien en van de KLM over te stappen naar MAF, was de lange periode van voorbereiding. “Je bent al voor je uitzending bezig met het opbouwen van een achterban en het zoeken van donateurs,” legt Ruth uit. “We hadden op dat moment nog weinig christelijke vrienden, en merkten dat niet-christenen toch anders naar ons werk keken. Wij hadden onze veilige, goedbetaalde baan opgegeven en hielden ineens onze hand op: voor hen was dat heel onlogisch.

Maar God opende verrassende deuren: we mochten langskomen bij het tv-programma Hour of Power en deden ons verhaal bij verschillende andere media. Dat gaf ons wat meer naamsbekendheid binnen christelijke kringen. Terwijl wij ons werk bij KLM afrondden, ondersteunden mensen ons toekomstige werk in Kenia al.”

Niet meer op een dure vakantie

Hoewel ze nu moeten leven van donaties, ervaren ze naar eigen zeggen nooit gebrek. Ruth: “Wanneer iemand een gift voor ons werk overmaakt, komt dat geld in onze eigen steunpot. Vanuit die pot geeft MAF ons een standaardmaandsalaris, gebaseerd op het land waar we wonen en onze gezinssituatie. Dat maakt dat we nooit echt in geldnood terechtkomen. Maar we kunnen niet meer – zoals vroeger – meerdere keren per jaar op een dure vakantie gaan.”

De grootste uitdaging

“Door het leven en werken in Kenia worden we steeds weer teruggeworpen op ons vertrouwen in God,” zegt Joost. “Ik ben bijvoorbeeld helemaal niet geduldig van aard, maar werd door Hem in Afrika geplaatst, waar kleine dingen soms weken kunnen duren. Die soepele omgang met tijd is de grootste uitdaging in ons leven hier.”

Ruth geeft een voorbeeld: ze moesten maanden op hun werkvergunning wachten, terwijl dat in een week geregeld had kunnen zijn. “Daardoor konden we niet aan de slag, terwijl we zagen hoe hoog de nood was in het noorden van Kenia.”
Of die Afrikaanse omgang met tijd hen ook iets heeft geleerd? “Ja, geduld!” reageert Joost met een grote grijns. “Wij Nederlanders zijn heel stipt, maar soms kunnen dingen inderdaad ook gewoon morgen.”

Tekst: Willemijn Bakker

Meest gelezen

Lees ook