Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat is waarheid?

Het verhaal achter de bekende uitspraak van Pilatus

'Wat is waarheid?' Het is een van de beroemdste vragen uit de geschiedenis, gesteld tijdens de belangrijkste discussie ooit gevoerd. Wat bedoelde Pilatus ermee en wat betekent deze vraag nu nog?

Deel:

Er is de laatste jaren nogal wat te doen over waarheid. Duizend experts beweren iets over het virus, maar dan is er stichting Viruswaarheid, die zo ongeveer het tegenovergestelde zegt. De kranten kunnen geen genoeg krijgen van factchecken, maar het Witte Huis stelde er doodleuk ‘alternatieve feiten’ tegenover.

In gesprekken heb ik zelf gemerkt dat die soms onverwacht een filosofische wending kunnen krijgen. Je bent vrolijk aan het discussiëren over het klimaat en je gesprekspartner bromt: “Ja, maar wie zegt dat die berichten niet vervalst zijn?” Je hapt naar adem: “Oké, maar als we zo beginnen – wat is dan nog wél waarheid…?”

‘Wat is school?’

En plotseling herinner je je dat die vraag eerder is gesteld. In waarschijnlijk de meest beroemde en noodlottige discussie ooit: die tussen Jezus en Pilatus. Het is de dag die we gedenken op Goede Vrijdag. Jezus stelt dat Hij is gekomen om de waarheid te brengen en iedereen die de waarheid serieus neemt, zal toch op z’n minst Zijn woorden overwegen. Waarop Pilatus reageert met: “Maar ja, wat is waarheid…?”

Hij treedt tactloos en lomp op

Het klinkt filosofisch, wat chic zelfs, en Pilatus zal in zijn jeugdopleidingen vast les hebben gehad van filosofen die precies deze vraag stelden, maar zo bedoelt hij het hier niet. Alsof hij nu eens door zijn baardje wrijft, fronst, in de verte staart en traag vraagt: “Hm… Ja… Wat… Is… Waar… Heid…?” Nee, Pilatus wil zich er makkelijk van afmaken. Je kunt je voorstellen dat hij zijn schouders erbij ophaalt. Een beetje alsof je tegen een puber zegt dat die naar school moet en die reageert: “Tja, wat is school?” En jij zegt verbouwereerd: “Dat gebouw waar je les krijgt.” En je krijgt terug: “Wat is een gebouw?”

Geen erebaantje

Om echt te begrijpen en mee te voelen hoe actueel Pilatus’ vraag is, moeten we even in zijn geschiedenis duiken. Daar is verrassend veel over bekend. Hij werd geboren in de adellijke familie van de Pontii, waarschijnlijk iets eerder dan Jezus. Hij maakt snel carrière, geholpen door zijn familie en andere kruiwagens, en wordt in het jaar 26 gouverneur in Judea, de onderste helft van Israël. Zijn rol is vooral de orde bewaken. Hij leidt drieduizend soldaten, is eindverantwoordelijk voor de belastingen en treedt soms op als de laatste rechter als de plaatselijke autoriteiten het niet aankunnen.

Het is geen erebaantje. Pilatus accepteert deze functie hooguit om later een betere functie te krijgen, in een kalmer gebied. Er zijn voortdurend opstandjes in deze provincie en veel Romeinen zijn antisemitisch; Pilatus zelf ook, daar heeft het alle schijn van. Hij treedt tactloos en lomp op. De eerdere gouverneurs hier respecteerden de Joodse regels tegen het afbeelden van mensen, maar Pilatus laat al meteen vlaggen met de keizer erop in Jeruzalem ophangen. De Joden demonstreren en na vijf dagen zwicht hij. Maar bij het volgende protest – hij heeft tempelbelastingen besteed aan een aquaduct – richt hij een bloedbad aan.

Open wonden

Hier ligt echter ook zijn kwetsbaarheid. Israël is een cruciaal doorvoergebied voor onder andere het graan uit Egypte. Als Pilatus dus vervolgens gouden schilden in Jeruzalem laat ophangen ter ere van de keizer, puur om te provoceren, klagen de Joodse leiders bij keizer Tiberius. En die schrijft per ommegaande terug dat Pilatus onmiddellijk de schilden moet weghalen. In het jaar 31 – toen Jezus dus al een publiek figuur werd – wordt zijn positie nog wankeler. Sejanus wordt in Rome terechtgesteld wegens hoogverraad: hij zou een complot tegen de keizer hebben beraamd. Maar Sejanus is een vriend van Pilatus, dus die is nu ook verdacht. Tijdens het strafproces tegen Jezus merk je deze spanning. De Joodse leiders zeggen dingen als: “Als u Jezus vrijlaat, bent u geen vriend van de keizer…”, en daarmee wrijven ze precies op de open wonden van Pilatus.

In zijn beleving doet waarheid er niet meer toe

Een paar jaar later, in het jaar 36, wordt hij inderdaad afgezet: hij heeft een groep Samaritanen afgemaakt die zochten naar resten van de ark van het verbond. Pilatus gaat terug naar Rome om zich te verantwoorden, vast dodelijk nerveus. Maar als hij aankomt, is Tiberius net overleden. Het is onduidelijk wat er daarna met Pilatus gebeurt. Sommige berichten melden dat hij zelfmoord pleegde, wat niet ongebruikelijk was voor Romeinse leiders die in ongenade waren gevallen.

Meer dan sceptisch

Na dit korte biografietje van Pilatus voel je opeens van alles meeklinken in die vraag van hem: “En, wat is waarheid dan?” Hij kan aan al die confrontaties met de Joden hebben gedacht, met hun rare verhalen en hun vreemde gebruiken, met hun eigen waarheid waar hij niets van begreep. Sejanus kan door zijn hoofd hebben gespeeld, die veroordeeld werd maar altijd bleef ontkennen tijdens het strafproces. En nu met die Jezus wordt er weer van alles beweerd wat wel of niet waar kan zijn: hij zal zijn verslag doen in de annalen, misschien in een brief aan zijn meerdere in Syrië, maar de Joodse leiders dreigen ook – alweer – hún versie van de waarheid te gaan opsturen.

Waarheid is de laatste strohalm van de kwetsbaren

Zijn vraag is daarmee meer dan sceptisch. Het is niet alleen dat hij heeft gemerkt dat het lastig is de waarheid te leren kennen: in zijn beleving doet waarheid er niet meer toe. Sejanus kon beweren wat hij wilde, maar werd toch veroordeeld. Pilatus zelf kon gelijk hebben met zijn acties tegen de Joden, maar het was niet relevant meer – hij moest de lieve vrede bewaren, daar werd hij op afgerekend. Hij werd gewoon overruled: door de keizer, door de politieke en juridische situatie, door die slimme intriganten hier in Jeruzalem. Of je gelijk hebt of niet, of je schuldig bent of niet – wat maakt het nog uit? Ach, wat is waarheid? De dingen lopen zoals ze lopen. Hogerop bepalen ze toch wel wat hun uitkomt. Waarheid is wat de bazen zeggen wat het is.

Speelbal

Pilatus lijkt zich speelbal te voelen van die hogere machten, zoals hij zelf zijn ondergeschikten weer als speelbal behandelt. Wat aanvankelijk frivole scepsis lijkt, blijkt ranzig cynisme. Wat zijn dat voor acties van hem, die vlaggen en die schilden zo provocerend ophangen in Jeruzalem? Waarom moest zonodig die tempelbelasting aan een aquaduct worden besteed? Waarom die Samaritanen zo lomp afslachten? Omdat hij het kon. Omdat hij toevallig net in een rijkere familie was geboren en net wat sterker was.

Goede Vrijdag

En de zoveelste die van deze houding de dupe wordt, is Jezus. Zoals telkens in de geschiedenis de machtelozen lijden onder het cynisme van de happy few. Waarheid is de laatste strohalm van de kwetsbaren. Pilatus had Jezus nooit kunnen veroordelen – en niemand kan ooit enige wandaad plegen – als hij “de waarheid was toegedaan”, zoals Jezus het formuleert. Goede Vrijdag ontmaskert daarmee al het cynisme. Als het ons niet meer interesseert of iets een feit is of niet, als het ons er alleen nog maar om gaat bij welke groep je hoort of wat je ergens bij voelt, dan weten we dat Jezus van zo’n houding het bekendste slachtoffer was.

Laten we in feiten blijven geloven. Waarheid doet ertoe. Als je feiten minacht, zijn kwetsbaren daarvan het eerste slachtoffer. En omdat we allemaal op een dag kwetsbaar zijn, zijn wij zelf het volgende slachtoffer.

Beeld: Unsplash

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--