De Bogaartjes van ‘Waar doen ze het van?’: ‘We zijn misschien rijk qua geld, maar arm qua vrije tijd’
‘Waar doen ze het van?’ elke vrijdag om 22.00 uur bij de EO op NPO 1
“Nou, in eerste instantie stonden we helemáál niet te springen om mee te doen aan dit programma”, zegt René Bogaart (56). “We hebben het zelf nooit over geld.” Toch gingen hij, zijn vrouw Sandra (55) en hun gezin van zes kinderen (Don, Bo, Mitch, Joe, Kim en Pam) overstag en zijn ze deelnemers van het vierde seizoen van het EO-programma 'Waar doen ze het van?'. “Het bleek hartstikke leuk”, blikt René terug. “Ze hebben ons denk ik precies zo vastgelegd zoals we zijn.”
René zit aan het hoofd van een grote tafel en kijkt naar zijn kinderen die één voor een plaatsnemen en hun telefoon voor zich neerleggen. Ook Sandra, de vrouw en moeder van het voorkomende gezelschap, neemt plaats. Af en toe werpen ze een blik op hun telefoon. “Weet je hoe dat nou komt”, legt René uit. “Als horecaondernemer sta je écht altijd aan.” Joe (23), de derde zoon van de Bogaartjes loopt ondertussen even naar de gang voor een telefoontje. René: “Hij heeft net voor een discotheek getekend, dus hij moet daar nog wat voor regelen vandaag.” Alleen de jongste, Pam (17) is er niet bij. “Die is naar school.”
René en Sandra zijn eigenaar van een succesvolle horecaorganisatie die bestaat uit vijftien locaties en hebben daarmee een behoorlijk vermogen opgebouwd. René heeft zijn wortels in de horeca liggen en Sandra is vanaf haar 22e aan zijn zijde. In het tv-programma is te zien hoe ze hun royale maandinkomen besteden. Sandra: “Ik kan wel bang zijn dat mensen ons van die over het paard getilde mensen vinden. Maar, het is niet aan komen waaien hoor. We hebben het helemaal samen van de grond opgebouwd.”
Horecafamilie
Hoewel de meeste kinderen nog niet heel lang volwassen zijn, hebben ze al vele jaren in de horeca erop zitten. Don (26), de oudste zoon: “Ik stond op mijn 11e al in de keuken om af te wassen.” Mitch (22): “Ja, dat geldt eigenlijk voor ons allemaal.” René: “Wij als ouders wilden natuurlijk wel dat ze hun school afmaakten, maar Mitch, Kim en Joe zijn op hun 16e en 17e gestopt met school en in de zaak begonnen. Zelfs de leerambtenaar zei over Kim (20): ‘Die jongen moet gaan werken, dat past bij hem.’ Het is natuurlijk wel heel jong, maar ze hebben het serieus opgepakt en zich goed ontwikkeld. Alleen Bo’tje kreeg er stress van, die is ermee gestopt. Die had vijf ijssalons en enorme verantwoordelijkheden. Op een dag vertelde ze me dat ze wat anders wilde proberen.” Bo (25): “Ja, en daar zag ik best tegenop hoor. Maar hij vatte het heel goed op. Ik werk nu als directie-assistent.”
René: “Uiteindelijk willen we dat onze kinderen gelukkig zijn. Nu heeft Bo wel een vriend getroffen die een ondernemer is in hart en nieren. Dus die werkt nu ook bij ons. Maar al werkt de hele familie in één van de zaken in onze organisatie; ik heb er bewust voor gekozen niet hun werkgever te zijn. Ik wil hun vader, hun voorbeeld en inspirator zijn. Ze mogen alles met me bespreken, maar in principe hebben ze allemaal een andere mentor in de buurt. Ik ben niet degene die gaat vragen waarom een overhemd niet gestreken is. Ik denk dat het zo vol te houden is.”
Ik heb er bewust voor gekozen niet hun werkgever te zijn. Ik wil hun vader, voorbeeld en inspirator zijn
Groot gezin
“Ik heb altijd een groot gezin gewild”, vervolgt de vader des huizes. “Ik had vroeger thuis maar één broertje en kwam bij een gezin thuis met veel kinderen en zag hoe gezellig zij het ’s avonds hadden. Dan was het een grote chaos, maar zaten ze daarna weer te kaarten met een biertje.” René lacht. “Toen ik San ontmoette moest ik dat natuurlijk wel eventjes met haar bespreken, net als het feit dat ze een horecaman zou krijgen. Het is geen negen-tot-vijf-baan en ik kan het niet gebruiken dat iemand je steeds belt waar je uithangt. Thuis eten kan wel eens heel laat worden, of ik eet niet mee. Dat moet je zien zitten.”
Samenwonen
De kinderen wonen allemaal in de buurt van het landgoed in Voorburg. En het doel is om de gezinnen in de toekomst nóg dichter bij elkaar te brengen: ieder een eigen huis op het terrein van het ouderlijk huis. De bouwplannen liggen al klaar. René: “We komen nu toch ook al bij elkaar over de vloer en we werken allemaal in dezelfde zaak, dus ik verwacht dat het niet zo anders wordt. Misschien dat we dan in de toekomst ook allemaal samen kunnen eten. Sandra lacht en schudt heftig haar hoofd. “Nou, nee. Daar zorgt iedereen zelf maar voor. Soms denk ik: René hou eens even op met die dromen, even rust. Maar goed, het is hem wel gelukt. En bijzonder is het wel.”
Rene: “Ja, als je de kleinkinderen bij het wakker worden voorbij ziet huppelen in je tuin, dat is toch fantastisch?” Of alle kinderen dat ook zien zitten? Joe, de één na jongste zoon: “Ik had wel een beetje mijn twijfels, maar ik zou gek zijn als ik dit idee laat gaan. Bovendien heb ik het gewoon heel gezellig met mijn ouders.”
Soms denk ik: René, hou eens even op met die dromen, even rust
Balans
Sandra: “Het is wel mooi, René en ik begonnen gewoon in een huurflatje, driehoog achter met een huur van 200 gulden per maand. En onze kinderen slaan al die gedeeltes over. Die krijgen gelijk een heel huis. Toch hadden wij het toen we jong waren eigenlijk heel goed voor elkaar. We begonnen met nachthoreca, een feestcafé en discotheek, en daarna zijn we meer richting de ontbijt-, lunch- en diner-horeca gegaan. En dan komt het moment dat je je eerste miljoen omzet. Het is prachtig om dat samen mee te maken. Maar toch moet ik ook wel zeggen dat de zaken wel heel dominant aanwezig zijn. Dus het is heel vaak gezellig, maar het is ook heel vaak niet gezellig. Want als je personeel uitvalt, dan is de sfeer van een avond gelijk verpest.”
René, peinzend: “Ik werk echt iedere dag, maar ik vind dat niet erg. Alleen San komt in een fase dat ze zegt: is het dit allemaal wel waard? We hebben het heel goed, maar gaan we nog eens een keer genieten? Want dat doen we nooit.” Sandra: “Ik ben gewoon bang dat hij af en toe vergeet te leven. We wonen aan het water, en dan zie ik iedereen chillen op een bootje. En dan denk ik: wij hebben daar nu ook wel een beetje de leeftijd voor.” René haalt zijn schouders op. “Nou ja, ik voel me nog te jong. Alleen is het inderdaad wel zo dat we moeten proberen om opnieuw de balans vinden. Maar ja, als je in drie maanden tijd drie nieuwe zaken opent, dan is dat niet het moment om op vakantie te gaan. Ik wil het voor mijn kinderen gewoon goed geregeld hebben. Ik heb al twee keer eerder de kans gekregen om onze organisatie te verkopen – dan zouden we niet meer hoeven werken. Maar dat vind ik niet leuk. Ik zie altijd kansen. Ik vind het leven zo heel leuk, maar Sandra heeft het af en toe heel pittig.” “Het ís ook pittig”, concludeert Sandra. “Ik had vroeger al een vriendin die twee ibuprofen nam voordat ze naar ons toekwam, omdat het zo hectisch bij ons was.”
We hebben het heel goed, maar gaan we nog eens een keer genieten?
René: “Sandra is echt de liefste moeder die je je kan wensen. Ik was vaak aan het werk en zij heeft alles alleen gedaan. Alle studieavonden, schoolavonden, bijlessen, sporten. En nu zit ze in een fase dat ze wat rustiger wil gaan leven. Dat kan ik me ook goed voorstellen. We zijn misschien rijk in geld, maar arm in vrije tijd.” Sandra: “Als mensen straks dit programma zien, hoop ik dat ze gewoon een hele gelukkige, gewone familie zien die het heel goed heeft, maar die er aan de andere kant ook zeven dagen per week voor in de weer is. En dat we daar wat voor hebben moeten inleveren.”
Benieuwd naar meer van de familie Bogaart? Waar doen ze het van? is vanaf vrijdag 6 september wekelijks te zien om 22.00 uur bij de EO op NPO 1.
Geschreven door
Esther Tims-Van Helden