Willem de Vink schrijft debuutroman Markus:

Willem de Vink wilde het al heel lang, een roman schrijven. “Ik houd van romans en lees graag over schrijfprocessen,” begint hij het gesprek. “Maar ik had ook steeds veel andere dingen omhanden, waardoor het er niet van kwam.”

Tijdens het schrijven van het boek Markus doorloopt Willem nog eens zijn eigen tienerjaren, antwoordt hij op de vraag hoeveel er van hemzelf in zit. “Mijn tienertijd, en ik denk dat dat voor veel mensen geldt, was de meest beslissende periode van mijn leven. Die intensiteit, die vorming en alle herinneringen daaraan, heb ik in dit boek gestopt.”

Bijbelse figuren

Markus, die eerst Yoan heet, groeit op in Israël tijdens de Romeinse bezetting. Na een spannende reis keert hij terug naar Jeruzalem, waar hij ooggetuige is van de arrestatie van Jezus en naakt wegvlucht. In het boek komen veel Bijbelse figuren voorbij. De jongen uit Naïn bijvoorbeeld, die door Jezus uit de dood werd opgewekt. Willem: “Ik heb er plezier in om te spelen met dat wat je leest in de Bijbel. Om dat verder uit te werken, daar dingen bij te bedenken. Daardoor komen Bijbelse verhalen nog meer tot leven.”
Willem illustreerde het boek ook en stopte er een verrassing in, verklapt hij. “Als je aan het eind van het boek de tekening van Barabas opzoekt, zie je het als je deze bladzijde tegen het licht houdt. Jezus staat namelijk op de andere kant. Zo wordt hun ruil visueel gemaakt.”

Welke les heb je geleerd tijdens het schrijfproces?
“Ik ben de kracht van vergeving nog dieper gaan verstaan. Voor mijn gevoel beklom ik een hogere berg dan ik tot nu toe beklommen had. Leren van genade en vergeving, betekent ook weer schaven aan jezelf. Je laat dingen los tijdens dat proces, en dat is helend. Maar ook heftig. Ik doorleefde mijn jeugd weer, de afwezigheid van een vader. Het belangrijkste thema in dit boek is: komen bij jezelf. Jezelf liefhebben en accepteren. Kunnen omgaan met afwijzing, vrij zijn van het oordeel van anderen, volwassen reageren. Met al die zaken worstelt de hoofdpersoon.”

Je lijkt Israël en Jeruzalem goed te kennen.
“Ik kom daar regelmatig. Israël is het plaatjesboek van God, van de Bijbel. Vaak hoor je mensen zeggen dat het in Israël voelt alsof ze thuiskomen. Dat komt doordat je voorstellingsvermogen wordt gevoed met beelden bij de verhalen die je al kent. Bij het maken van mijn stripboek Jezus Messias was ik nog niet in Israël geweest. Misschien maar goed ook, want het zou er veel te gedetailleerd door geworden zijn. Ik maakte het vanuit mijn fantasie en documenteerde me daarbij natuurlijk wel goed.”

Ben je al bezig aan een nieuwe roman?
“Nee, maar er broedt van alles. Eerst ben ik nog druk met de lancering van Hemels, een bijzonder (gratis!) boek dat ik met Martin Schuurman uitbracht. Het is een verhaal voorbij de dood, gebaseerd op ervaringen van Marietta Davis. Voor het schrijven van een roman moet je echt in een flow komen. Is die er eenmaal, dan gaat het snel. Maar dan komt er weer een periode van schaven, en voor je het weet ben je een jaar verder.”