De gevluchte Migisha (9) kan eindelijk naar school

In het vluchtelingenkamp wonen tweehonderdduizend mensen die massaal de oorlog in Congo zijn ontvlucht. De moeder van Migisha vertelt: “We waren erg blij toen we hier aankwamen, want de reis duurde zo lang. We voelen ons hier gelukkig, omdat er geen oorlog is. Eindelijk hebben we rust.” Toch is ze nog ongerust, zo vertelt ze aan het Rode Kruis. “Toen er in Congo kogels werden afgevuurd, heb ik het op een lopen gezet. Ik heb de kinderen meegenomen, maar ben mijn man uit het oog verloren.” Het Rode Kruis belooft haar alles eraan te doen om hem te vinden.

Met open armen

De veiligheid in het kamp zorgt ervoor dat Migisha eindelijk haar droom waar kan maken: ze kan naar school om te leren lezen en schrijven! De school op het kamp verwelkomt nieuwe vluchtelingen, dus ze mag al direct een kijkje komen nemen. Ze leert hoe een potlood, puntenslijper en gum werken. Haar klasgenoten ontvangen haar met open armen – met een grote glimlach op haar gezicht tot gevolg. Migisha heeft weer hoop voor de toekomst. “Ik wil juf worden”, vertelt ze trots.

Voor de kinderen die zijn gevlucht uit oorlogsgebieden en die leven in een vluchtelingenkamp, is de school een lichtpuntje. Help jij mee om meer kinderen naar school te laten gaan?

• Geef nu