Navigatie overslaan
Sluit je aan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Corien Oranje.
© Willem Jan de Bruin

'Weet je wat mij leuk lijkt? Een tiny house'

3 juli 2021 · 09:05

Update: 19 november 2024 · 16:17

“Weet je wat mij leuk lijkt?” vraag ik. “Een tiny house.” Mijn zoons kijken elkaar aan en barsten dan in lachen uit. “Nee mam,” zegt zoon nr. 3. “Dat vind jij niet leuk. Je dénkt alleen maar dat je dat leuk vindt. Maar na twee dagen wil jij heel snel weer naar huis.”

Ze kennen mij behoorlijk goed. Ik houd inderdaad niet van viezige vakantiehuisjes met de geur van vocht, een wc die naar pis ruikt en een kussen waarin anderen gekwijld hebben. Maar een tiny house, dat is wat anders.

Als ik even vastzit tijdens het schrijven – en dat gebeurt vaker dan me lief is – kijk ik naar YouTube-filmpjes met tiny houses. Jonge stellen die midden in de natuur wonen. Een gezellig kacheltje voor in de winter. Een zitbank die uitgeklapt kan worden tot logeerbed. Een eettafeltje waar je een grote tafel van kunt maken, een keuken met oven, een slaapkamertje op de vide. En een eigen moestuintje en een speciaal rioleringssysteem met planten die jouw uitwerpselen veranderen in heerlijk drinkwater. O ja, en een houten veranda natuurlijk.

“Maar dan kun je bijna niks meenemen, mam. Dan moet je heel veel kleren wegdoen.”

“Nou en.”

“En je hebt geen plek voor je boeken.”

Ja. Die boeken. Dat wordt een probleem. Ik heb inmiddels drie meter aan zelfgeschreven boeken. Die kunnen niet weg natuurlijk. Dus we hebben een boekenkast nodig. Maar mijn echtgenoot zal helaas wel concessies moeten doen. Die zestig meter aan theologische literatuur kan niet mee. Misschien moet hij dan maar ander werk zoeken. Of stoppen met werken, dat is een optie. Als we in een tiny house wonen, hebben we bijna geen vaste lasten meer. Misschien kan hij dan onze moestuin onderhouden, ook al houdt hij nu nog niet echt van tuinieren. “We zouden het graag willen,” zegt Dick. “Maar voor ons is het grote probleem dat jullie dan niet meer thuis zouden kunnen komen. Dat er dan geen plek meer voor jullie zou zijn. Dus het kan gewoon niet.”

“Weet je wat,” zegt zoon nr. 1, die nog steeds thuis woont en geen aanstalten maakt om te vertrekken. “Verbouwen jullie de schuur maar tot tiny house. Dan blijf ik gewoon hier wonen.”

Meest gelezen

Lees ook