Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Abortus in de christelijke praktijk

25 jaar abortuswetgeving in Nederland

Wie een abortus wil, mag in Nederland zelf bij een kliniek aankloppen. Toch stapt een groot deel van de vrouwen eerst bij de huisarts naar binnen. Ook christelijke artsen krijgen verzoeken voor een doorverwijzing. Hoe gaan ze hiermee om en hoe kijken ze anno 2006 naar 25 jaar abortuswetgeving in Nederland?

Deel:

Wie naar een huisarts wil, maakt eerst een afspraak en neemt op de afgesproken tijd plaats in de wachtkamer. Dan begint het wachten. Wie een huisarts wil interviewen ondergaat eenzelfde lot. Je belt. In gesprek. Je belt nogmaals, maakt een afspraak en mag van geluk spreken als je de arts op de afgesproken tijd te spreken krijgt. “Oh, sorry, de dokter had het druk en zijn visites liepen uit.” Huisartsen zijn drukke baasjes, met overvolle wachtkamers en altijd mensen die iets van je ‘moeten’.

Ex-abortusarts

Wij beginnen – met frisse moed - onze zoek- en belronde bij een ex-abortusarts. “Met Haasnoot,” klinkt het aan de andere kant. Dr. Krijn Haasnoot, nu huisarts ‘op’ Urk, werkte midden jaren zeventig in een Stimezo-abortuskliniek. Hij voerde ongeveer duizend abortussen uit, totdat een bekering zijn kijk op het leven radicaal veranderde.

Wij stellen ons voor. Het gaat om een interview over abortus. “Nou, om eerlijk te zijn, nee, daar werk ik niet aan mee. Ik heb er geen zin meer in. Zeker tien jaar probeerde ik hemel en aarde te bewegen om mensen te overtuigen dat een abortus de slechtste vorm van hulpverlening is. Maar ja, zonder resultaat. Politiek gezien, maar ook binnen de christelijke wereld miste ik de noodzakelijke steun.”

“Geen bijval uit de hoek van broeders en zusters? Is dat niet voldoende reden om wél mee te werken?” proberen we. Een lange stilte, gevolgd door een aarzelend: “Ja, misschien wel. Dat mag best gehoord worden, ja. Helaas heb ik nu weinig tijd. Kunt u later terugbellen?”

Dat doen we en als we hem weer aan de lijn hebben, lijkt het vuur terug in zijn betoog. “Een abortus is de enige medische handeling waarbij iemand geholpen wordt, maar waarbij een ander het leven verliest.” Dr. Haasnoot gelooft in de kracht van het laten zien van een abortus in campagnes. “Op tv zie je tal van medische programma’s waarin niets verborgen blijft, maar hoe een abortus werkt, mogen we niet zien. Dat is te confronterend, waarmee we onze ogen sluiten voor het structureel ombrengen van ongeboren kinderen. Wie komt voor ze op?”

Politiek Den Haag

Het is nu, in 2006, precies 25 jaar geleden dat de Eerste Kamer instemde met een wettelijke abortusregeling. Politiek Den Haag evalueert de Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ). Staatssecretaris Ross (CDA) komt eind april, begin mei met haar reactie, waarbij de vijf dagen bedenktijd centraal staat. “Een tijd waarin abortus bij wet verboden wordt, gaan we niet meer meemaken in ons land,” sombert Haasnoot. “Wel hoop ik dat er een minder apathische houding ontstaat. Zelf ga ik niet meer actievoeren, maar de boodschap moet blijven klinken dat we als mens niet het recht hebben om zo makkelijk over leven en dood te beslissen.”

Dan proberen we het in Zwartsluis, bij dr. Sjaak Boender. Huisarts en christen. Door de week en overdag is hij ‘druk’, ‘weg’ en ‘bezig’. Op zaterdagochtend hebben we meer geluk, al moet zijn vrouw hem achter uit de tuin roepen. Maar eerst wil zij nog wat kwijt als consulente van stichting Natural Family Planning (NFP). Deze organisatie begeleidt echtparen die problemen hebben met zwanger worden. Mevrouw Boender: “Onbegrijpelijk dat je nu een 20-wekenecho vergoed krijgt door de verzekering. Ik heb het gevoel dat dit politieke besluit het aantal abortussen sterk in de hand werkt. Stel, er is iets mis met het kindje, dan is dat met die echo heel goed te zien en zullen mensen veel sneller overgaan tot een abortus. De angst neemt toe en de drempel gaat steeds verder omlaag. Een schijnbaar ongewenst kindje wordt nog sneller weggehaald.”

Vuile was

De hoorn gaat dan van mevrouw naar meneer Boender, de dokter. “25 jaar geeft me een dubbel gevoel. Ik werk sinds 1981 als huisarts en sinds die tijd is abortus bij wet geregeld. Het maakt me boos. Vergeet niet, de trieste werkelijkheid van 25 jaar abortus in ons land is zo’n 1 miljoen doden!” Doorverwijzen naar een kliniek doet hij niet. “Dat zie ik als de vuile was buitenhangen. Willen mensen toch, dan moeten ze zelf maar een afspraak maken bij een kliniek. Een briefje voor een gynaecoloog geef ik ook nooit!” Zijn stelligheid klinkt duidelijk door de lijn. Dan op gemoedelijke toon: “Getuigend bezig zijn. Dat vind ik mooi. Ik vertel patiënten over de Schepper en Zijn ideeën over het leven. Ik luister goed naar de onderliggende motieven en probeer mensen op Jezus te wijzen.”

Doet u dat dan letterlijk? “Soms, al ben ik natuurlijk geen evangelist. Toch komt het voor dat patiënten me vragen om voor ze te bidden en dan doe ik dat. Daarna werkt de Geest wel door.” Komt hier geen kritiek op van niet-gelovigen? “Niet openlijk, maar in het dorp mijden bepaalde mensen mij vast wel vanwege mijn geloof en dat ik geen doorverwijzing geef. Mensen kennen mijn pro-lifestandpunt en zullen dus buiten mij om bij een kliniek aankloppen.”

Maar mist u daarmee niet een aanknopingspunt voor een gesprek? “Nee, dat denk ik niet. Een abortus kan ik niet voorkomen, maar het gesprek heb ik vaak na afloop weer, als er – samen met mij – een evaluatie volgt. Dan laat ik mensen niet in de kou staan.”

Het valt hem op en tegelijk tegen dat een abortus in kerkelijke kringen steeds vaker een optie is. Boender: “Veel echtparen schrikken vooral als er een derde kindje op komst is. Dan valt het plaatje van een ideaal gezinnetje in duigen. Er ontstaat paniek. Zelfs gelovige patiënten overwegen dan serieus om het maar weg te laten halen.”

In Leerdam huist de praktijk van dr. Martien Bac, tevens voorzitter van de Christian Medical Fellowship. Deze vereniging voor artsen en medisch studenten wil vanuit een christelijke overtuiging het medische denken en handelen vormgeven. De telefoon rinkelt in huize Bac en – zowaar – neemt de arts direct zelf op. “Mijn eerste abortusverzoek? Dat kwam uit de mond van een jonge vrouw met plannen voor een wereldreis. Haar zwangerschap paste absoluut niet in haar schema en dus was er maar één optie, een abortus. Het volkomen normaal vinden, dat schokte me en is me altijd bijgebleven.” Dr. Bac, eerst vijftien jaar arts in Afrika en inmiddels zo’n vijftien jaar in Nederland, krijgt meerdere keren per jaar het verzoek voor een abortus.

Schrijft dr. Boender uit Zwartsluis nooit een verwijsbrief, zo ziet dr. Bac dat heel anders. “Ik snap het probleem als je zeventien jaar bent en niemand mag weten dat je zwanger bent. Ze weten dat ik geen voorstander ben en toch komen ze bij me. Ik motiveer mijn mening, zonder in een fel debat te gaan. Er hangt geen denkbeeldig bordje op de deur met iets als ‘abortus onbespreekbaar’. Mijn taak is alternatieven aan te dragen voor een abortus, zoals doorverwijzen naar de VBOK, het FIOM of maatschappelijk werk. Kiest een vrouw toch voor een abortus, dan ga ik niet in de weg liggen.”

Sommige christelijke artsen begrijpen niet dat u dan toch dat briefje meegeeft... “Weet ik, maar mensen gaan toch wel naar die kliniek, met of zonder brief van mij. De beslissing is blijkbaar al genomen en ik heb ze er niet vanaf kunnen praten. Een discussie over een briefje vind ik dan niet meer interessant. Het gaat om het voortraject. Doe je er als christen-arts alles aan mensen goed te begeleiden?”

Medeplichtig

“Ik ken overigens wel momenten van twijfel. Dan bekruipt me een schuldgevoel, als een vrouw tóch naar een kliniek gaat. Heb ik echt wel het uiterste uit de kan gehaald? Faal ik daarin dan voel ik me medeplichtig, want wie spreekt er voor het kind? Soms maak ik vuile handen en doet me dat pijn. In andere gevallen, wanneer het gesprek wel goed ging, geef ik die doorverwijzing zonder gewetensbezwaar.” Daarnaast noemt dokter Bac nog een andere kant, als vrouwen op hun beslissing terugkomen - “dat gebeurt gelukkig ook” - en toch niet naar een kliniek gaan.

Boven het niveau van zijn eigen praktijk kijkt dr. Bac naar de grote maatschappelijke ontwikkelingen. “Tussen 1990 en nu in 2006 is het aantal abortussen enorm gestegen, van 20.000 per jaar naar 33.000. De overheid steekt miljoenen in studies naar kanker, maar wie onderzoekt deze tendens? De politiek is doodsbenauwd om de seksuele vrijheid in te perken, terwijl we met elkaar wel met de gevolgen zitten. Is de enige oplossing echt meer condooms en pillen, zoals de morningafterpil die ieder meisje nu zo kan kopen?”

Vergelijk het met de autogordel in Engeland. Na het verplichtstellen daarvan rekende iedereen op een daling van het aantal verkeersslachtoffers. Maar wat gebeurde? Het aantal slachtoffers steeg. Mensen begonnen harder te rijden, namen meer risico’s en voelden zich veiliger. Eenzelfde scenario past bij ongewenste zwangerschappen, denkt dr. Bac. “Bij de evaluatie van de Wet Afbreking Zwangerschap kijkt de politiek alleen naar de procedures, maar je serieus afvragen waar de gigantische stijging vandaan komt, lijkt een blinde vlek in Den Haag.”

Hulpverlening rond abortus

Uit een onderzoek van het medisch-ethische Lindeboom Insituut blijkt dat huisartsen vaak onvoldoende bekend zijn met de hulpverlenende instanties aan ongewenst zwangere vrouwen. Ook weten ze niet goed genoeg waarheen ze vrouwen kunnen doorverwijzen voor specialistische hulp na een abortus. Ook zou er een richtlijn of protocol moeten komen waarin staat hoe huisartsen keuzegesprekken moeten voeren met vrouwen.

--:--