Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Achter de glimlach van de Dalai Lama

Martin Kamphuis was boeddhist, maar bekeerde zich tot het christendom

Nederlandse media staan in de startblokken: de Dalai Lama komt. De hoogste leider van het Tibetaans boeddhisme zal tussen 4 en 5 juni onder andere onderwijs geven in de RAI in Amsterdam. Martin Kamphuis ontmoette hem vóór zijn bekering twee keer. Beschouwde hij ‘Zijne Heiligheid’ destijds als een god, nu ziet hij de sinistere achterkant van zijn boodschap van vrede en geluk.

Deel:

Martin groeide op in de Flevopolder, maar woont tegenwoordig met zijn vrouw Elke in Duitsland. Ruim zeven jaar was hij fanatiek Tibetaans boeddhist, erop gebrand de ‘verlossing’ van het Nirwana* te bereiken. In India en Nepal onderwierp hij zich aan strenge leefregels van monniken en goeroes. Niets was hem teveel. Zo wierp hij zich ooit 60.000 keer (!) op de grond om zijn karma** te verbeteren en de staat van ‘verlichting’ – het einddoel van het boeddhisme – sneller te bereiken. Uiteindelijk vond hij werkelijke verlossing in het kruis van Christus en brak hij met Boeddha.

Nirwana en Karma

* Nirwana is de toestand van de verlichting of van de leegte; hierin speelt karma geen rol meer.
** Karma betekent letterlijk ‘daad’ en is de som van alle daden uit vorige levens die de huidige levensomstandigheden bepalen.

Droom van menig boeddhist

De Dalai Lama is het religieuze en politieke opperhoofd van het Tibetaans boeddhisme, een van de hoofdstromingen van deze veelkleurige religie. “Je kunt zeggen dat dit de magische vorm van het boeddhisme is; van alle vormen degene die het meest met onzichtbare krachten werkt. Men aanbidt Boeddha in zijn verschillende verschijningsvormen en roept die aan om hulp voor de verlichting te vinden. Daarnaast kent men demonen, die men tevreden probeert te stellen.”

Martin heeft de Dalai Lama twee keer in levenden lijve ontmoet: de droom van menig boeddhist. “In mijn ogen was hij een soort god; een van de hoogste leermeesters, die me verder kon helpen op weg naar de verlichting. Ik hoopte dat hij mij door zijn zegening en kracht op een hoger geestelijk niveau kon brengen. Voor een korte tijd leek dat inderdaad te gebeuren, al ging het verheven gevoel snel voorbij. Er is onmiskenbaar een bepaalde kracht die door hem werkt.”

Hoe verklaar je die kracht, achteraf? 
“Vandaag geloof ik dat die kracht door de geesten van het boeddhisme, boze geesten of demonen, komt. Boeddhisten zeggen dat de Dalai Lama een reïncarnatie is van bepaalde wezens, zoals Kalachakra of Chenrezig. Deze boeddha-manifestaties werken volgens het Tibetaans boeddhisme door hem heen.”

Martin wierp zich ooit 60.000 keer op de grond om zijn karma te verbeteren.
Martin wierp zich ooit 60.000 keer op de grond om zijn karma te verbeteren.

Geluk en vrede

Oppervlakkig bezien spreekt de Dalai Lama (Tenzin Gyatso, 1934) vooral over vrede, geluk en tolerantie – begrippen die positief resoneren op trommelvliezen in het Westen. Maar volgens Martin moeten we ze niet westers inkleuren. “Als hij over geluk spreekt, bedoelt hij daarmee de verlichting, de toestand van de leegte. Hij schreef meerdere boekjes over geluk, waaruit dat blijkt.” 

Met vrede – de Dalai Lama ontving in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede – is het volgens Martin van hetzelfde laken een pak. “Als hij over vrede spreekt, bedoelt hij enerzijds de boeddhistische ervaring van de verlichting. Anderzijds spreekt hij van wereldvrede. Daarvoor maakt hij reclame met een ritueel, Kalachakra; genoemd naar een godheid of boeddha-manifestatie. In de bijbehorende heilige geschriften van de Kalachakra Tantra worden de vijanden van het boeddhisme beschreven: ‘Tot de familie van de demonische slangen behoren onder anderen Adam, Henoch, Abraham, Jezus en Mohammed.’”

Pardon? Jezus wordt ‘familie van een demonische slang’ genoemd?
“Dat staat letterlijk in het geschrift Shri (Heer, red.) Kalachakra; Jezus geldt als een van de aartsvijanden van het boeddhisme. Er wordt in deze teksten ook gesproken van een boeddhistische koning die een wereldwijde ‘heilige oorlog’ zal ontketenen tegen alle vijanden van het boeddhisme om zo de wereldvrede te realiseren. De grootste vijanden zijn allen die in één God geloven: Joden, christenen en moslims.”

Dat het Tibetaans boeddhisme er op z’n zachtst gezegd enkele dubieuze denkwijzen op nahoudt, blijkt ook uit het volgende wat Martin vertelt: “Een van mijn toenmalige lama’s (leermeesters, red.) beweerde dat Hitler een bodhisattva zou kunnen zijn geweest: een bijna verlicht wezen. Hij heeft weliswaar miljoenen Joden omgebracht, maar dat was uiteindelijk misschien wel een goede daad, omdat de Joden hierdoor van hun trots zouden zijn bevrijd. Hitler zou een hoger inzicht hebben gehad, waardoor iets wat wij als kwaad waarderen, toch iets goeds zou kunnen zijn.”

Lees ook: Hoe gezond zijn alternatieve geneeswijzen?
Lees ook: Hoe gezond zijn alternatieve geneeswijzen?

Reïncarnatiegeloof

Wie zijn tenen dompelt in de oceaan van het boeddhisme met zijn vele duizenden geschriften, stromingen en gedachten, buitelt van de ene verbazing in de andere. Iets wat buitenstaanders die ervan horen voor enorme raadsels plaatst, is de manier waarop elke volgende Dalai Lama wordt opgespoord. Men zoekt een peuter die feilloos persoonlijke voorwerpen aanwijst die – zonder dat dit kind het kan weten – van de overleden Dalai Lama waren, als bewijs dat hij de nieuwe incarnatie is. 

Voorstanders van het reïncarnatiegeloof lijken hiermee hun sterkste bewijs op tafel te kunnen leggen. Hoe is dit mogelijk?
“Dit heeft met de geestenwereld te maken. Tot nu toe is het inderdaad zo gegaan, ook bij de overgang van de dertiende naar de veertiende, de huidige Dalai Lama. Tibet heeft een staatsorakel, een man die in trance gaat en de beschermgod van de Tibetanen door hem heen laat spreken. Die man ontvangt door deze geest een visioen, waarin hij een dorp en een huis ziet en beschrijft.

Zo’n drie jaar na de dood van de dertiende Dalai Lama zocht men dat dorpje op, vond het huis dat overeenkwam met de beschrijving en vond daar inderdaad een kind van ongeveer 3 jaar. Men legde enkele voorwerpen aan hem voor en hij koos die voorwerpen eruit die de vorige Dalai Lama toebehoorden. Ik geloof dat het werkt omdat een geest in dat kind ervoor zorgt. Dat vinden wij heel vreemd, aangezien wij zulke sterke werkingen van geesten niet ervaren. Maar in een cultuur die helemaal op de openheid naar de geestelijke wereld is gericht, zijn in wezen alle mensen occult belast. Daarom is het heel makkelijk voor een geest om mensen, zeker een kind, te leiden.”

Waarom het boeddhisme aanspreekt

Het boeddhisme mag zich in het Westen in een toenemende populariteit verheugen. Martin begrijpt waarom bepaalde aspecten mensen hier aanspreken. “Bijvoorbeeld de nadruk op rust, geluk, transcendentie, meditatie, tolerantie, ervaring, heiligheid. Maar bijvoorbeeld ook de wijding door goeroes. Bovendien is het boeddhisme analytisch, in die zin dat het je leert je geest te analyseren, waardoor het heel nuchter overkomt. En de Dalai Lama zelf spreekt ook aan: hij lacht, maakt grapjes en heeft charisma.”

Boeddhisme en christelijke spiritualiteit

Vooral binnen katholieke kringen worden sommige elementen uit het boeddhisme, waaronder meditatietechnieken, zelfs geïntegreerd in de geloofsbeleving. Hoe kijkt Martin daar als ex-boeddhist tegenaan? “Die technieken zijn niet onschuldig,” waarschuwt hij. “Je doelt waarschijnlijk op het zenboeddhisme, dat in veel katholieke kloosters wordt beoefend. Er is momenteel een grote beweging in de christenheid, – met name in Amerika is deze heel sterk – die men ‘contemplatieve spiritualiteit’ noemt. Daarbij zet men allerlei mystieke praktijken in om een soort bewustzijnsverandering te bewerkstelligen. Het doel zou een diepere relatie met God zijn. Maar in de mystiek oefen je meditatie waarbij je een eenheidservaring zoekt. Het onderscheid tussen God en mens moet daarin wegvallen – alles vloeit in elkaar over. Dat is onbijbels, want het gaat eigenlijk niet om een relatie met God, maar om zich in elkaar op te lossen.

Dat zoeken boeddhisten ook in de verlichting. In katholieke kloosters zoekt men door zenmeditatie de ervaring van boeddhistische verlichting, en niet de realiteit van de christelijke verlossing.” Peinzend: “De ‘contemplatieve’ of ‘meditatieve spiritualiteit’ die nu sterk in opkomst is, trekt misschien nog wel meer christenen aan dan de zentechnieken die je vooral in kloosters tegenkomt. In het Duits wordt er gesproken over het immerwährende Gebet; is dat in het Nederlands ook bekend?”

Het klinkt als wat bij ons ‘ademhalingsgebeden’ worden genoemd.
“Precies, dat is een typische uitingsvorm van contemplatieve spiritualiteit. Het is mystiek. Via je ademhaling, of bijvoorbeeld door bepaalde korte gebeden steeds te herhalen, kom je in een trance en heb je een soort eenheidservaring. Dat is gevaarlijk, in die zin dat het mensen in een andere geestelijke richting stuurt. Daar ben ik diep van overtuigd.”

Het leven is lijden

We kennen allemaal de beelden van sereen glimlachende boeddha’s en ook de Dalai Lama lijkt een soort innerlijk geluk uit te stralen. En dat, terwijl de eerste van ‘De Vier Edele Waarheden’ van het boeddhisme benadrukt dat het leven lijden is. Hoe zit dat? “Het is de glimlach van de hoop op verlichting,” reageert Martin. “Het leven is lijden, en zolang je nog lijdt, ben je niet verlicht. Als je op de weg van Boeddha gaat, hoop je op de verlichting, de verlossing van het lijden. Daarom lacht men, om de hoop op de bevrijding van het lijden.”

Wat zit er áchter de glimlach van de Dalai Lama?
“Er speelt een culturele factor mee. Je ziet niet alleen bij Tibetanen, maar eveneens bij de Chinezen, dat ze naar buiten toe altijd lachen – of ze zich nu goed voelen of niet. Daarnaast staat in boeddhistische teksten dat je moet lachen en vriendelijk dient te zijn om anderen te winnen voor het boeddhisme. Het is dus ook een missionaire tactiek. Kalachakra heeft vier gezichten, die in geschriften heel precies worden beschreven. Twee gezichten hebben een vriendelijke, twee andere een toornige uitdrukking – vrede en toorn in één wezen verenigd.

De Dalai Lama, van wie men zegt dat hij een incarnatie van Kalachakra is, toont de vriendelijke gezichten meestal in de openbaarheid. Maar hij heeft ook de toornige gezichten, die hij binnen interne kringen laat zien. Hij spreekt weliswaar over wereldvrede, maar daarmee bedoelt hij de vrede die wordt behaald na de overwinning op de vijanden. Deze ‘vrede’ bereidt hij op magische wijze voor, al zal hij dat nooit in het openbaar zeggen. Hij wil eigenlijk bewerken dat christenen hun geloof in de God van de Bijbel en in Jezus Christus loslaten.”

Weg van de Boeddha

Het indrukwekkende levensverhaal van Martin Kamhuis, Weg van de Boeddha (Ark Boeken, 2001), is helaas niet meer in de boekhandel verkrijgbaar.

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--