Ga naar submenu Ga naar zoekveld

André van Zyl:

Zuid-Afrikaanse zanger tussen ‘oranje wilden’

Als de Zuid-Afrikaanse André van Zyl nog in Kaapstad had gewoond, zat hij waarschijnlijk nu lekker in de zon. Maar in plaats daarvan zit hij in de Hollandse herfst in het veen bij Groningen. Maar wel ‘In the Son’. Dat is de titel van zijn eerste cd. Volg je het nog? Oké, laten we dan maar bij het begin beginnen.

Deel:

André van Zyl is 31 jaar, zanger, spreker en aanbiddingsleider. Een veelzijdige kerel dus. Hij is geboren en getogen in Kaapstad, maar woont al vijf jaar in Nederland. Dat hij nu hier is, heeft hij zelf ook niet verzonnen. Als het aan hem had gelegen, zat hij nog lekker in het warme Zuid-Afrika.
Daar was hij namelijk ook al druk in de weer, en wel met het jongerenwerk voor de Zuid-Afrikaanse variant van Athletes in Action. Dat is een organisatie die door middel van sport wil evangeliseren. “Voor deze organisatie ben ik in 1998 naar het WK in Frankrijk geweest. Ik merkte toen dat mensen in Europa, waar toch ook mijn roots liggen, soms niet eens wisten Wie Jezus was.” Dat schokte André. “Net zoals Zuid-Afrikanen misschien niet meer goed zien dat er zoveel mensen lijden aan aids in hun land en er Europeanen komen om te helpen, zo was ik geschokt om te zien hoe men hier van God los was. In Zuid-Afrika is het geloof namelijk veel meer aanwezig in de maatschappij. Ik wilde me daarom inzetten om jongeren in Europa weer tot God te brengen.”

Oranje

In Frankrijk kwam André voor het eerst in aanraking met de Hollanders. Deze mensen, met wie hij gezien zijn achternaam in de verte verwant is, maakten op André zacht gezegd een wat ‘verwilderde’ eerste indruk. “Oranje, veel schreeuwen en veel bier.” Deze Europeanen leken wel de laatsten in hun soort die zitten te wachten op een goed gesprek over God. Maar André kwam een Nederlandse christen tegen die hem vertelde dat juist de Hollandse jongeren erg openstaan voor het geloof. André besloot daarom, gesteund door zijn kerk in Zuid-Afrika, toch maar eens te gaan kijken in dat land van die ‘oranje wilden’. “Dat was een soort testperiode. Een verkenningstrip. Net als de verspieders in Kanaän, zeg maar. Maar na zes maanden wist ik al dat ik hier langer zou blijven.”
Via de Navigators-studentenvereniging belandde hij in Groningen. Hij is actief in het werk onder studenten en pikte als aanbiddingsleider in een Groningse baptistenkerk zijn passie voor muziek weer op. Dat André zingt en zangdiensten leidt, is overigens niet heel vanzelfsprekend. “Als ik vroeger in de auto meezong met de radio, zeiden mijn broer en zus altijd dat ik mijn mond moest houden, omdat ze vonden dat ik vals zong. Daarom durfde ik later eigenlijk nooit in het openbaar te zingen. Pas in mijn studententijd merkte ik dat ik helemaal niet vals zong en dat mensen zelfs van mijn stem genoten.”
Naast het leiden van zangdiensten, schrijft hij ook sinds zijn studententijd zelf liedjes. “Ik heb mezelf gitaar leren spelen en zo probeer ik ook nummers te schrijven. Dat is soms best lastig, want ik kan geen noten lezen.” Maar het resultaat mag er wezen. De cd In the Son is een lekker luisterbare reeks popliedjes met een snufje rock. Het zijn voornamelijk nummers die hij de afgelopen zeven jaar heeft geschreven.

Wens

Ondertussen had André als zanger al de nodige optredens verzorgd. Onder andere als onderdeel van de band van Irma Dam in het voorprogramma van Ralph van Manen, samen met de black- gospelgroep Inside Out. Ook stond hij op het Momentumfestival en waarschijnlijk is hij volgende zomer op het Flevofestival te zien. “En hopelijk ook op Opwekking.” Eigenlijk heeft hij daarna nog maar één wens: “Ik zou heel graag op de EO-Jongerendag willen spelen. Sowieso zouden er meer Nederlandse artiesten moeten optreden op de Jongerendag. Er zitten tegenwoordig aardig wat goeie tussen.”
André blijft daarnaast ook als aanbiddingsleider in de weer. Zingen is voor hem namelijk meer dan op een podium staan en mensen vermaken. “Ik wil de mensen ook laten zien hoe fantastisch het is om Hem te aanbidden.” Volgens André is er een wezenlijk verschil tussen liederen zingen en aanbiddingsliederen zingen. “Het gaat bij aanbidding niet om liederen zingen vanuit jezelf, over hoe jij je voelt, maar het gaat om de grootheid van God en dat Hij altijd Dezelfde blijft, vol liefde en trouw. Als ik daarover zing, zie ik beter Wie God is en hoe ik ten opzichte van Hem sta. Maar het is ook een manier om jezelf als een offer aan Hem aan te bieden.”

Trein

Of het nu via een concert of een kerkdienst is, André houdt vast aan dat ene doel waarmee hij hier is gekomen: “Mijn verlangen is om mensen te brengen tot God, zowel via mijn taak als aanbiddingsleider als door de nummers op mijn cd. En de ene keer sta ik misschien op het podium, maar de volgende keer speel ik in een kerk of studentenhuis, of heb een persoonlijk gesprek met iemand.”
Of we hierna nog een cd kunnen verwachten? Het ligt er natuurlijk aan hoe deze eerste het doet. Maar André heeft de smaak van songwriting in ieder geval te pakken. “Ik heb nog zo’n twintig nummers op de plank liggen.” En dat hadden er zelfs nog meer kunnen zijn. “Ik zat laatst in de trein en had ineens heel veel ideeën voor nummers. Ik had wel elf schetsen voor songteksten gemaakt. Alleen ben ik dat boekje kwijtgeraakt.” Dus wie in de trein naar Groningen een notitieboekje met kattebelletjes en halve liedjes vindt: die zijn van André en hij wil ze graag terug.

‘Mijn broer en zus vonden altijd dat ik vals zong’

--:--