Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Angenita Wesselius werd weduwe

‘Ik moest kiezen tussen bitter of beter worden’

Angenita Wesselius raakte haar man André kwijt door de ziekte ALS. Midden in haar rouwproces zag ze een grote hand die op haar afkwam. “God zei: ‘Pak Mijn hand maar. Je hoeft het niet alleen te doen.’”

Deel:

“In de periode dat Andrés ALS had werden we steeds geconfronteerd met verliezen,” vertelt Angenita. “Praten, eten, drinken, lopen, alles viel weg.” In die tijd was ze vooral druk met zorgen én met genieten van de momenten die ze nog samen hadden. “Het rouwproces begon pas toen André er niet meer was.”

Je hoeft het niet alleen te doen

“Ik zakte voor mijn gevoel weg in de golven. Ik was 15 toen ik André leerde kennen en leunde in heel veel dingen op hem. Dat was ineens weg. Nu moest ik helemaal opnieuw gaan ontdekken wie ik zelf ook alweer was.” In de beginperiode voelde Angenita zich vooral slachtoffer. Ze raakte diep in de put. “Echt heel diep. Op een avond lag ik op de bank. Ik kon niet meer verder en schreeuwde het uit naar God. Toen zag ik een beeld van een grote hand die op me afkwam. God zei: ‘Pak Mijn hand maar. Je hoeft het niet alleen te doen.’”
Angenita realiseerde zich dat ze kon kiezen tussen verzet en gebed. En tussen bitter of beter worden. Ik besloot me volledig over te geven aan God en Hem te gaan vertrouwen. Ook koos ik ervoor een dankbare houding aan te nemen in plaats van een opstandige. Dat was een wilsbesluit hoor, het gevoel kwam pas later. Maar zo kon God mij stap voor stap veranderen en weer vreugde geven.”

Pen en papier

Angenita sliep vaak slecht. ’s Nachts bleven verhalen in haar hoofd rondgaan. “Op André ’s kussen had ik een kladblokje liggen en dan schreef ik wat dingen op. Meestal waren dat verhaaltjes over wat we meegemaakt hadden; soms een Bijbeltekst of een lied.
In die periode liet ik soms voor me bidden en altijd kreeg ik woorden als ‘Jij mag anderen gaan bemoedigen’ of ‘Je moet eerst zelf zo diep zitten om later anderen te kunnen begrijpen en helpen.’ Dan dacht ik: wat een onzin, ik moet zelf geholpen worden.

Ik zag gelijk dat kladblokje voor me

Totdat een vrouw tegen mij zei: ‘God bepaalde me bij pen en papier.’ Ik zag gelijk dat kladblokje op het kussen voor me. Ik besefte dat ik mijn verhalen mocht delen. Toen heb ik tegen God gezegd: ‘Als U echt wilt dat ik deze verhalen ga delen, moet U zorgen voor iemand die mij kan helpen met het schrijven. En er moet een uitgever komen. Ik ga het niet in eigen beheer uitgeven.”

Niet meer terug

“Daarna heb ik het losgelaten,” vervolgt Angenita. “Ik dacht: al die losse eindjes en die spellingsfouten, dat wordt ’m nooit.’ Een paar weken later ging ik op reis naar Oeganda. Ik ontmoette een vrouw die vertelde dat ze boeken redigeerde (nakijken en verbeteren, red.). Mijn mond viel open. Ze keek me verbaasd aan en vroeg: ‘Weet je niet wat redigeren is?’ Ik zei: ‘Ik weet wat dat is en ik denk dat God jou op mijn pad wilde sturen.’ Zij vond het een bijzonder verhaal en wilde mijn verhalen redigeren. Ik moest wel beloven dat ik ze naar een uitgever zou sturen, dus ik stuurde ze naar een hele grote uitgever met het idee dat die het vast niet zou doen. Het was heel spannend om mijn verhaal te vertellen. Maar die uitgever heeft het uiteindelijk wél gedaan. Toen kon ik niet meer terug."

Het waren net puzzelstukjes van God

Veranderen

“Als ik een stuk had geschreven, viel me ’s nachts vaak een Bijbeltekst of lied in dat bij mijn tekst paste. Het waren net puzzelstukjes van God,” vindt Angenita. “Zo kon ik elk hoofdstuk voorzien van een lied, een Bijbeltekst én een gebed. Het boek gaat erover hoe God kan helpen bij rouw. Ik kan het verleden niet veranderen, maar God kon mij veranderen. Door afhankelijk van Hem te leven, kon ik me op de toekomst richten en weer vrede en vreugde gaan ervaren. Er is licht aan het eind van de tunnel.”

Meer weten over het boek van Angenita? Kijk op www.jehoefthetnietalleentedoen.nl

Tekst: Lars Jacobusse
Beeld: Willem-Jan de Bruin

--:--