Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Zonder oefening kom je nergens. Zeker niet bij God’

Deel:

Rebecca ontdekt dat een woestijnvader en een personal trainer in de sportschool meer met elkaar gemeen hebben, dan op het eerste gezicht lijkt. En dat is best een ongemakkelijke ontdekking.

Misschien wordt het hoog tijd dat ik een personal trainer in de arm neem. Die gedachte overvalt me als ik via Facebook mee mag kijken naar ‘ervoor’ en ‘erna’ foto’s van vrouwen (eigenlijk alleen vrouwen) die vóór hun persoonlijk fitnessprogramma al ranker waren dan ik. Ze hebben zichzelf overwonnen; met veel discipline is het gelukt om het ideale figuur te bereiken.

Wordt een mens echt gelukkiger van een strak getraind lijf?

Ik ben niet zo goed in discipline of eigenlijk: ik houd er niet zo van. Het formuleren van grote voornemens om mijn leven om te gooien heb ik overboord gegooid. Lang lukt het me nooit om een strak georganiseerd leven te leiden, met vaste tijden voor gebed (om maar eens iets te noemen) en lichaamsbeweging, alleen maar gezond voedsel en een gecontroleerd gebruik van sociale media.

Een ‘clean desk’ policy houd ik ook niet vol. Een dag nadat ik het buro weer eens heb leeggemaakt, ligt het weer vol met van alles waar ik mee bezig ben, of waarvan ik zo snel niet weet waar ik het laten moet. Gelukkig biedt Facebook niet alleen strakke lijven met een gelukkige glimlach, maar ook troostende spreuken over het verband tussen creativiteit en wanordelijke bureaus.

Ik kan allerlei steekhoudende argumenten verzinnen waarom het een illusie is om geluk en tevredenheid te vinden via een ‘ik neem mijn leven in de hand’ programma. Wordt een mens echt gelukkiger van een strak getraind lijf, of van een uitgekiend dieet waarin alleen wat ècht gezond is, is overgebleven? Ik kan in mijn omgeving nauwelijks nog een dertiger vinden die brood eet. Broodloos leven lijkt de trend. Waarom..?!

Leegte niet opvullen, maar openlaten

Toch heb ik wel een aantal slechte gewoontes die ik te lijf zou willen gaan. Als ik me onrustig of ongelukkig voel, dan grijp ik snel naar iets wat lekker smaakt en mijn maag vult, of naar iets wat afleidt en prikkels geeft. Een zak chips, scrollen door Facebook of een avond Netflix bijvoorbeeld. Datgene waar ik naar grijp, vult iets op.

Ik leer van de woestijnvaders dat het goed is die leegte niet op te vullen, maar open te laten. De woestijnvaders waren kluizenaars uit de eerste eeuwen van het christendom die zich in hun eentje terugtrokken voor een leven van ascese. Daarbij deden ze zoveel wijsheid op dat wij nu nog van hun bestaan weten. Ze werden leermeesters voor anderen, waarbij ze groot psychologisch inzicht ten toon spreidden.

Ascese betekent ‘oefening’ in het Grieks. In het oude Griekenland ging het hierbij om atleten die hun lichaam oefenden in uithoudingsvermogen en kracht. Later werd het begrip ook toegepast op de oefening van de geest en werd het doel zelfbeheersing en zuiverheid. Ook hier protesteert er iets in mij. Net als bij het strakke lichaam klinkt hier een streven naar perfectie in door dat ongezond kan uitpakken.

Het opgeven van eigen perfectie

Bij de woestijnvaders is het doel van de ascese God zelf. Ze laten zien dat God zich laat vinden waar de mens zichzelf leert kennen door bewust met verleidingen en afleiding om te gaan. Teruggetrokken in hun ‘cel’ kunnen ze niet anders dan onder ogen zien wat er in hen omgaat. Er is geen afleiding, er is alleen de naakte waarheid.

Het is een paradox: God laat zich vinden waar een mens zich oefent in feilbaar zijn en weten van mislukken. Waar de mens ruimte open laat. Ascese in de zin van de woestijnvaders mikt niet op een haalbaar doel, maar op het opgeven van doelen die moeten verhullen dat ik feilbaar ben. Het mikt op het opgeven van eigen perfectie. Om zo ruimte te maken voor wat of Wie werkelijk ‘heel’ is.

God laat zich vinden waar een mens zich oefent in feilbaar zijn en weten van mislukken

De woestijnvader en de personal trainer in de sportschool hebben meer van elkaar weg dan ik gemakkelijk vind. Ze leren om ‘af te zien’. Want zonder oefening kom je nergens, zeker niet bij God. Dan slibt de open ruimte dicht met pogingen tot onaantastbaarheid en perfectie. Terwijl ik eigenlijk dat totaal niet strakke lijf met rollen en ribbels ben (heel goed zichtbaar in de spiegel van de sportschool) dat door God omarmd wordt.

Als ik er maar ruimte voor laat.

Geschreven door

Rebecca Onderstal

--:--