Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Bidden om rampen?

De Bijbel Open met dominee Arie van der Veer

Het Bijbelrooster behandelt een gedeelte uit Openbaring 8. Het begin van het hoofdstuk vertelt dat er in de hemel een halfuur stilte was: ‘Toen het lam het zevende zegel verbrak, viel er een stilte in de hemel, gedurende ongeveer een half uur’ (Openbaring 8:1).

Deel:

Ik ga graag met u op zoek naar de achtergronden van dit bijzondere gegeven. Een halfuur stilte in de hemel, alsof in de hemel onze menselijke tijd doortikt. En waarom was het stil in de hemel? Dat is toch juist de plek waar God altijd wordt aangebeden en verheerlijkt? Het is alweer een paar keer geleden dat we samen het boek Openbaring hebben besproken. Ik heb toen geschreven dat de boodschap van het laatste Bijbelboek helder is, ondanks al die verwarrende en moeilijk te begrijpen beelden. Jezus Christus regeert. God heeft Zijn Zoon alle macht gegeven in hemel en op aarde.

Johannes ziet het in een visioen gebeuren. Hij ziet hoe God in de hemel, gezeten op een troon, Zijn Zoon een boekrol geeft waarin de geschiedenis beschreven staat. Jezus heeft in het visioen de verschijning van een Lam dat geslacht is, maar toch leeft.

Profetisch

Het boek Openbaring is een profetisch boek. In een geschiedenisboek, zoals 2 Koningen, worden alle gebeurtenissen zo nauwkeurig mogelijk naverteld. Het is historie, voltooid verleden tijd. Een profetie is iets compleet anders. Daarin gaat het veel meer over wat nog staat te gebeuren. Dat wordt allemaal in beeldende taal beschreven. Het gaat over beesten, kleuren en getallen. Alles heeft een betekenis. Toch is de boodschap helder. Het boek onthult, of beter gezegd, openbaart (!) namelijk dat Jezus over deze wereld regeert. Hij brengt deze wereld met al zijn problemen tot een goed einde; een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Johannes wordt, om het eenvoudig te zeggen, door de hemel uitgenodigd om eens achter de schermen van deze wereld te kijken. De oude apostel heeft het heel moeilijk. De kerk op aarde wordt zwaar vervolgd. Wat is er aan de hand? Veel meer dan Johannes beseft. De hemel legt dat in beelden uit aan Johannes. Hij krijgt visioenen.

Het beeld dat in de eerste vijf, zes hoofdstukken overheerst, is het beeld van een Lam. God zit op een troon en overhandigt dat Lam de boekrol van de geschiedenis. Vervolgens maakt het Lam dat boek open, leest erin en gaat uitvoeren wat erin staat. Want in dat boek staat niet alleen wat al gebeurd is, maar ook wat zal gaan gebeuren. Verreweg de meeste hoofdstukken van dit boek (4-16) gaan daarover. Maar het is geen geschiedenisboek zoals wij dat kennen. Zo’n boek begint bij wijze van spreken bij het jaar nul en eindigt bij 2018. Als je een vergelijking wilt maken, kun je het beter beschouwen als een pakket van maatregelen. Hoofdstuk 4:1 begint met: ‘Ik laat je zien wat er hierna gebeuren moet’ en in 16:17 staat: ‘Het is voorbij!’

Definitief oordeel

Er gebeurt van alles tijdens de regering van Jezus. Geweldige dingen, wanneer verteld wordt dat en vooral ook hoe Jezus vanuit de hemel voor Zijn kinderen zal blijven zorgen. Hij beschermt hen en zal hen bewaren. Maar er gebeuren ook verschrikkelijke dingen. Jezus treft de wereld, die zich tegen Zijn heerschappij verzet, met verschrikkelijke oordelen.

Je kunt al die hoofdstukken samenvatten in drie reeksen van maatregelen die door Jezus genomen zijn en gaan worden. Je leest over zeven zegels die verbroken worden, over zeven bazuinen die gaan klinken en over zeven schalen die over de aarde leeggegoten worden. Het wordt alsmaar heftiger. Het boek zit dicht met zeven zegels. Ze fungeren als een soort sloten. Als Jezus het boek opent, gebeuren er bij het verbreken van elk zegel verschrikkelijke dingen. Maar het kan nog erger. Want die eerste maatregelen geven nog ruimte. Je kunt eraan ontkomen, als je je bekeert. Als er daarna door engelen op zeven bazuinen geblazen wordt, zijn de gevolgen weer een stuk heftiger. Het is een soort laatste waarschuwing. Maar als de zeven schalen over de aarde worden uitgegoten, met allerlei verschrikkelijke gevolgen, dan is er geen ontkomen meer aan.

Dan is Gods oordeel definitief.

Aardbeving

Openbaring: het is geen gewoon geschiedenisboek. Maar een verslag en beschrijving van het handelen van Jezus. Van wat is en zal gaan gebeuren. Drie reeksen van maatregelen, die door Jezus worden genomen nadat Hij na de Hemelvaart de wereld regeert. Waar zijn we als we met Openbaring 8 beginnen? Het boek met de zeven zegels is bijna helemaal open. Nog één zegel moet Jezus, het Lam, nog verbreken. Het zevende en laatste zegel.

Het lijkt allemaal voorbij te zijn. Want toen het Lam het zesde zegel verbrak, zag Johannes hoe de aarde werd getroffen door een zware aardbeving. De zon werd zwart en de maan werd zo rood als bloed. De sterren vielen op de aarde, zoals vijgen die door een storm uit de boom worden geschud. Ook de hemel verdween, hij werd opgerold als een vel papier. Geen berg of eiland bleef op zijn plaats. Iedereen vluchtte. De mensen schreeuwden: ‘Nu is de grote dag van Gods toorn gekomen, en wie kan die doorstaan?’

De aarde beeft

Dit was vast het allerlaatste. Het leven op aarde leek voorbij. Maar wat gebeurde er toen? Er staat: ‘Er viel een stilte in de hemel, van ongeveer een half uur...’ Het blijkt dat het verbreken van het zevende zegel weer zeven nieuwe reeksen van maatregelen tot gevolg heeft. Zeven engelen stellen zich op. Elke engel heeft een bazuin. Klaar om te blazen. Nog even en dan zal hun alarmerend geluid gaan klinken. Maar plotseling is het stil in de hemel. Doodstil. Een halfuur lang. Op dat spannende moment komt een andere engel tevoorschijn. Hij gaat een wierookoffer brengen. Tot Johannes’ grote verbazing blijken het de gebeden van de heiligen op aarde te zijn. Als de rook van dat offer naar God is opgestegen, ziet Johannes dat de engel de wierookschaal opnieuw vult, nu met het vuur van het altaar.

Dan gebeurt er iets huiveringwekkends. Het vuur van het offer van de gebeden wordt op aarde gegooid. De stilte wordt verbroken door enorme donderslagen en felle bliksemschichten. De aarde beeft.

Wil ik wel bidden?

Het blijkt dat de gebeden van de gelovigen een rol spelen in het voltrekken van het laatste oordeel. Ik denk dat maar weinig mensen zich realiseren dat het gebed van gelovigen om de wederkomst een rol speelt in de rampen die over de aarde komen. Want zo staat het er. Nadat de gebeden van de heiligen op aarde als een offer aan God zijn gebracht, wordt het vuur van het altaar op aarde geworpen. Gods gerichten op aarde vormen mede de verhoring van opgezonden gebeden. Ons bidden is dus belangrijk. Niet allereerst voor onszelf, maar voor het verloop van de geschiedenis. Voordat de zeven bazuinen gaan klinken, wacht God op de stem van Zijn kinderen. Hun bidden bereikt de hemel en brengt daarna heel wat teweeg op aarde.

Het gebed van de kerk om een spoedige wederkomst verhoort God met het zenden van gerichten. Dat zet ons wel even aan het denken. Als dit het effect is, ellende, rampen, overstromingen, oorlogen, wil ik dan nog wel bidden om Christus’ komst?

Jezus komt!

Voor die gebeden wordt het zelfs speciaal helemaal stil in de hemel! God doet wat met onze gebeden. Hij neemt ze mee in Zijn beleid. Hij reageert door het naderende eindoordeel dichterbij te brengen.

Is dat een bemoediging?

Wij herkennen die bemoediging niet of nauwelijks, omdat we niet verdrukt worden. De martelaarskerk van toen wel. En wat dacht u van christenen in Noord-Korea, in China of in de Arabische wereld? Voor de vervolgde kerk is Openbaring 8 een enorme bemoediging: onze gebeden worden gehoord in de hemel!

God hoort onze gebeden als wij snakken naar recht. God hoort onze gebeden als we bidden om vernietiging van het kwaad. Zolang wij alleen aan onszelf denken, heeft dat gebed om de wederkomst, en daarmee ook om het eindoordeel, iets ongemakkelijks. Maar dat beeld verandert als we bidden voor onze vervolgde mede‐christenen. Openbaring 8 spoort ons dus ook aan om met de wereldwijde kerk Jezus’ komst te verwachten en de vraag om Zijn komst een vaste plek te geven in onze gebeden. Besef dat de hemel er klaar voor is. Het wachten is op ons gebed.

Geschreven door

Arie van der Veer

--:--