Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Burnout in de bloei van je leven

Ineens staat alles stil

Iedereen kent het wel: Je neemt wat te veel hooi op je vork, hebt even een iets te hoge werkdruk of bent gewoon al een tijdje moe. Op zich niets bijzonders. Toch kan het de opmaat zijn naar een burnout, of je nu jong bent of niet. Edwin Winter (34) en Rianne van Leeuwen (31) overkwam het.

Deel:

Elke dag komen er in Nederland gemiddeld vijftig arbeidsongeschikten bij door psychische overbelasting. Steeds vaker treft dit jonge mensen en niet zelden door burnout. Want als je de psychische en fysieke signalen van je lichaam niet serieus neemt, kan het wel eens fout gaan. En fout is bij een burnout, écht fout. Ervaringsdeskundigen Edwin en Rianne kunnen daar inmiddels over meepraten. Zo waren de alarmbelletjes van Edwin, die destijds een eigen zaak in parketvloeren had, onder andere hartkloppingen, staren, een gespannen maag en slechte concentratie. Rianne, die als coördinator werkt bij een oudervereniging voor mensen met een handicap, was een paar keer ziek, kreeg last van buikpijn en was vooral steeds moe.

Grote klap

Beiden werkten hard, waren niet te beroerd af en toe een stapje extra te zetten en deden veel in de gemeente. Edwin leefde voor het jeugdwerk in een baptistengemeente en Rianne trok mede het gebedswerk in een gereformeerde kerk (vrijgemaakt). “In 2002 signaleerde ik de eerste klachten,” vertelt Edwin. “Ik kon steeds moeilijker prioriteiten stellen op mijn werk, ging uitstellen en zag de stapels werk op mijn bureau groeien.” De alleenstaande Rianne, die begin 2005 de eerste klachten kreeg, dacht ‘gewoon’ grieperig te zijn. “Ik kon me niet voorstellen dat het écht niet goed met me ging,” blikt ze terug. “Ik wist dat ik veel deed, maar sliep nog goed. Kon ik weten dat er een burnout aan zat te komen?!” De grote klap kwam bij haar in februari 2005. “Ineens kon ik niets meer. Een half uurtje wandelen, sloopte me al en tijdens een skivakantie ben ik op de piste letterlijk door mijn benen gezakt.”

Burnout

Burnout is een verzamelnaam en niet een specifiek ziektebeeld. Het is het eindstadium van langdurige, vaak jarenlange roofbouw op het lichaam. Het kan ontstaan door een samenspel van oorzaken, zoals hoge werkdruk, gebrek aan waardering, de ‘veelkeuzemaatschappij’, perfectionisme of bijvoorbeeld een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) noemt burnout in de leeftijdcategorie 25-34 jaar een onderschat probleem. Van deze groep krijgt twaalf procent meer mensen een burnout, dan late dertigers of veertigers, die ook risicogroepen zijn. In totaal belanden elk jaar meer dan honderdduizend Nederlanders in de WAO, van wie eenderde door psychische klachten, zoals burnout. Overigens zijn vooral vrouwen slachtoffer, stelt het CBS. Tweederde van de WAO’ers onder de 35 jaar is vrouw.

Verdoofd

Edwin probeerde het dreigende onheil af te wenden door halve dagen te gaan werken. Helemaal verbaasd over zijn klachten was hij niet. “Ik wist dat zaken als trouwen, een huis kopen en een eigen zaak beginnen grote impact op je leven kunnen hebben en zocht de oorzaak daar vooral in. Toch ontdekte ik door gesprekken dat het probleem dieper zat en voor een flink deel te maken had met mijn karakter en opvoeding. Ik modderde een half jaar wat aan, maar de klachten werden heviger, totdat ik echt niets meer kon en in een zwart gat terechtkwam.” Een periode van anderhalf jaar thuiszitten begon. “Ik zat verdoofd voor me uit te staren en huilde om niets. Slapen ging slecht en ik trok me het liefst terug in een donkere kamer, ver weg van mensen. Beelden en geluiden prikten me voortdurend en daarnaast kreeg ik depressieve klachten. Dat ging niet zo ver dat ik zelfmoord wilde plegen, hoor, maar het liefst verruilde ik zo snel mogelijk dit leven voor het eeuwige. Daarnaast schaamde ik me; een burnout paste in mijn beleving niet bij een christen. Het liefst vermeed ik het onderwerp of bagatelliseerde ik het.” Zijn dieptepunt kwam in december 2003, een maand voordat zijn vrouw zou bevallen van hun eerste kindje. Edwin: “Ik wilde er natuurlijk voor haar zijn en besloot als laatste redmiddel om antidepressiva te nemen. Hoewel ik er enorm tegenaan hikte, zag ik op dat moment geen andere keuze om meer stabiliteit in te bouwen. Een open gesprek met een medechristen was de doorslag. Hij gebruikte het ook, waardoor ik het minder als taboe ging zien. Ik liet me niet meer opjagen door het idee ‘als christen kun je best zonder antidepressiva’.”

E-mail

Rianne meldde zich half in paniek en met groot verdriet ziek. “Bellen lukte niet, omdat ik erg moest huilen en dus stuurde ik maar een e-mail. Gelukkig reageerde mijn werkgever positief.” Twee maanden later dacht ze weer aan de slag te kunnen, “maar dat was dus veel te snel. In juni 2005 moest ik, na twaalf weken, weer thuisblijven, waarna de diagnose burnout werd vastgesteld. Ineens wist ik: Dit gaat lang duren.” Ze sliep drie keer per dag, maakte een korte wandeling en lag veel op de bank. “Soms lukte het om te lezen of tv te kijken, maar nooit lang. Het huishouden smeerde ik over de dag uit en ik moest me echt voorbereiden om naar de winkel te gaan, iets wat je normaal even tussendoor doet.”

De geboorte van Edwins zoontje ging voor een deel langs hem heen. “Ik kon niet volledig genieten van de eerste periode van zijn leven, omdat de medicijnen en de burnout mijn emoties afvlakten. Mijn werk verdween daarnaast steeds meer naar de achtergrond. Eerst belde ik nog wel eens met mijn compagnon, maar zelfs dat werd te veel. Verder moest ik alles stopzetten: sociale contacten, jeugdwerk en de parttime opleiding tot jongerenwerker, waar ik sinds een jaar mee bezig was. Na veel tegenstribbelen moest ik erkennen dat ik niet onmisbaar was, terwijl mijn verantwoordelijkheidsgevoel en plichtsgevoel zeiden vol te houden en vooral niet te zeuren.”
Rianne moest dezelfde les leren. “‘Nee’ durven zeggen of zelfs taken opgeven, zit niet in mijn aard en vond ik dus erg moeilijk. Extra pijnlijk was het neerleggen van mijn taak als voorzitter van de landelijke vereniging voor evangelisatiewerk vanuit onze kerken. Ik deed dat pas een half jaartje, met veel plezier en had heel duidelijk Gods leiding ervaren om eraan te beginnen. En nu moest ik gedwongen stoppen! ‘Hoe kan dit nu?’ vroeg ik God. Ik merkte dat ik best boos op Hem was.” Toch zag Rianne door de burnout haar geloof sterker worden. “De boosheid ben ik snel kwijtgeraakt, omdat ik terug mocht naar Hem met mijn chaos. Hij ging er iets moois mee doen. Zo ben ik bijvoorbeeld meer gaan genieten van kleine dingen.” Ze noemt het voorbeeld van een oude kastanjeboom achter haar flat. “Elke dag keek ik er eventjes naar en zag ik de knoppen komen, de bladeren en uiteindelijk de kastanjes. Het viel me op hoe mooi die oude boom nog kon worden. Aan de buitenkant gaf je er weinig voor, maar vanbinnen zat er enorme kracht in. In dat beeld herken ik mezelf wel.”

Als je een komende burnout bij iemand herkent:

• Praat met hem of haar. Desnoods vaker, als de ander het ontkent of afzwakt;
• Neem initiatief om iets ontspannends te doen;
• Maak met hem of haar een prioriteitenlijstje;
• Maak afspraken met de overbelaste persoon om de stress te verminderen;
• Help alleen iemand als je eigen grenzen duidelijk zijn;
• Zoek eventueel samen hulp!

Valkuilen

Na een burnout is de weg omhoog vaak lang en vol hobbels. Zowel Edwin als Rianne vielen meerdere keren terug, nadat ze weer te veel wilden doen. Rianne hield haar baan, maar liet haar coördinerende taken aan collega’s over. Momenteel werkt ze twee keer vier uur per week en beperkt ze zich tot uitvoerend afgebakend werk, zonder eindverantwoordelijkheid. “Ik voel me soms schuldig, als ik in drukke periodes zo weinig kan doen. Maar dat is dan direct de grootste valkuil: mijn verantwoordelijkheidsgevoel. Ja, daar loop ik nog vaak tegenaan. Wel verwacht ik ooit weer volledig te kunnen werken, al is het een zaak van lange adem.” Voor haar reïntegratie krijgt Rianne nog wekelijks hulp van een reïntegratiebegeleider om haar werk- en denkpatronen onder de loep te nemen. Ze ziet dit als onmisbaar om terug te komen. Net als het gebed en de aandacht van gemeenteleden, die haar door de moeilijkste weken heen hielpen.

Edwin stopte definitief met zijn eigen zaak, onder andere omdat het te veel onzekerheid met zich meebracht. Twee jaar geleden kreeg hij bij de Rabobank een kans om te reïntegreren. Inmiddels werkt hij weer vier dagen, is hij voor de tweede keer vader geworden en klust hij momenteel veel in een nieuw huis. “Ik werk dus wel weer, maar merk dat ik nog niet volledig hersteld ben,” geeft Edwin toe. “De echte passie mis ik nog, ook in mijn geloofsleven. Dat is enorm vlak geweest.” Daarnaast merkt hij dat hij zijn positie als man in het gezin weer moest innemen. “Mijn vrouw trok in die tropenjaren noodgedwongen alle taken naar zich toe en dat is heel zwaar voor haar geweest, zie ik nu. Door de burnout stuiterde ik ook keihard van de maatschappelijke ladder af. Mijn eigenwaarde kreeg een flinke knauw, al zie ik nu dat het zich langzaam herstelt. Eerst door als parkeerwacht weer aan de slag te gaan en nu dus bij de bank. Wat me enorm goed heeft gedaan, zijn gesprekken met een mentor uit de gemeente. Ik weet dat ik hier sterker uitkom, al zie ik dat niet altijd, maar ik vertrouw er wel op. Opeens zie ik weer een vlinder vliegen of een mooie wolkenpartij voorbij trekken. Ik kan weer genieten.”

--:--