Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Coby’s kinderen werden uithuisgeplaatst: ‘Ze dachten dat ze gingen logeren’

Je kinderen uithuisgeplaatst: geen enkele ouder hoopt dat ooit mee te maken. Coby de Vreugd (44) overkwam het toch en ze is al veertien jaar moeder op afstand. “Wanneer ik me het meest moeder voelde? Als ik naar huis reed en de kinderen achterliet bij het pleeggezin. Dan brak mijn hart, elke keer opnieuw.”

Deel:

“De ingepakte weekendtassen stonden al klaar toen mijn kinderen die ene zwaarbewolkte dag – op 7 december 2009 – uit school kwamen. Ik vermeed hun grote, vragende ogen. Ik stamelde dat ik van ze hield. Maar ik durfde niet te vertellen dat ik ze pas over zes weken weer zou zien. En toen stapten ze in de auto, mijn zoontje van 9 en mijn dochtertje van 6. Ze dachten dat ze gingen logeren. Het werd een ‘logeerpartij’ van tien jaar. Of ik ze heb uitgezwaaid? Zo kan ik dat echt niet noemen. Uitzwaaien doe je als je op vakantie gaat, toch? Ze reden mijn leven uit. Elke nacht staarden hun lege bedjes me aan. Ik heb geschreeuwd, gekrijst, gejankt. Mijn hart was doormidden gebroken.”

Elke nacht staarden hun lege bedjes me aan

Beschermd wereldje

“Ik ben zelf opgegroeid in een beschermd wereldje. Te beschermd. Onze familie, buren, vriendjes en vriendinnetjes: iedereen die we kenden, was reformatorisch. Ik leerde van mijn ouders dat ik ‘de wereld’ niet te veel moest opzoeken. En daarmee bedoelden ze alles buiten de kerk. Ze vergaten alleen dat je met de wereld te maken krijgt als je ouder wordt. En daar was ik totaal niet tegen opgewassen – ik was vreselijk naïef, op het ongezonde af. Mijn toekomstbeeld leek op een sprookje: ik zou trouwen, kinderen krijgen en gelukkig oud worden met mijn toekomstige man. Dat mijn leven anders zou lopen, kon ik me toen niet voorstellen. Zulke verhalen kende ik niet.”

Het beste van Opgroeien & Gezin tweewekelijks in je mail?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

“Mijn veilige bubbel werd op mijn 10e een klein beetje doorgeprikt toen mijn vader een hernia en hartinfarct kreeg. Van een vader voor wie niets te gek was, veranderde hij in een negatieve man die vooral op de bank lag. Hij werd volledig afgekeurd. Als mijn zussen en ik te veel giebelden, werd hij boos. Maar om nou te zeggen dat mijn beschermde wereldje hierdoor instortte? Nee, ik ging hem vooral uit de weg. En als ik wel thuis was, kon ik helemaal verdwijnen in een boek. Vooral als dat een liefdesromannetje was.”

Postnatale depressie

“Op mijn 16e kreeg ik verkering met de achterbuurjongen. Hij was zes jaar ouder en ik vond hem stoer: eigengereid als hij was, deed hij alles wat nét mocht. We trouwden drie jaar later. Alle twijfels die ik toen al had, wuifde ik weg. Alles zou goedkomen als we eenmaal getrouwd waren, toch? Niets was minder waar. Hij kwam weinig thuis en leefde zijn eigen leven. Eerst redde ik me prima. Maar toen ons zoontje geboren was, vond ik het geen moer meer aan. ‘Is het normaal dat hij zoveel weg is?’ vroeg ik mijn ouders weleens. Maar zij vonden dat ik het moest accepteren. Intussen voelde ik me steeds eenzamer. In die tijd begon ik te drinken om me beter te voelen. Ik vertelde mijn huisarts dat ik niet van mijn zoontje genoot, en hij schreef me antidepressiva voor. Toen ging het een poosje wel weer. Maar na de geboorte van mijn dochter kreeg ik opnieuw een postnatale depressie. Naar buiten toe deed ik alsof ik een gelukkige mama was, maar vanbinnen voelde ik me doodongelukkig.”

Lilian kreeg twee keer een postnatale depressie

Lees ook over:

Lilian kreeg twee keer een postnatale depressie

‘Een halfje antidepressiva erbij’

“Anderhalf jaar later – in 2005 – kreeg ik een ernstig ongeluk: een busje reed in op de zijkant van mijn auto. Ik had mijn gordel niet om, en werd de auto uitgeslingerd. Ik brak mijn rug op zeven plekken, verbrijzelde mijn pols, kneusde mijn knieën en mijn gezicht was bont en blauw. Maar ondanks alle pijn zal ik nooit vergeten hoe liefdevol ik werd geholpen door de politie en de ambulancebroeders. Dit was ik helemaal niet gewend! In de weken dat ik in het ziekenhuis lag, ging mijn huwelijk verder bergafwaarts. Eenmaal thuis kreeg ik er weer een halfje antidepressiva bij. En ik ging nog meer drinken. Zo vergat ik even mijn verdriet, mijn boosheid, en de ruzies. Op een gegeven moment was ik zover weg, dat ik dacht: het boeit me allemaal niet meer.”

Je zet je kinderen niet op de wereld om ze naar een pleeggezin te doen

Gedwongen of vrijwillige uithuisplaatsing?

“Rond die tijd kwam de kerkenraad met ons praten. Ze boden ons een intensieve relatietherapie van zeven weken op locatie aan. Ik heb daar veel over mezelf geleerd, maar onze relatie was echt over en uit. De kinderen zaten al die zeven weken in een gastgezin, en in die tijd bleek dat het niet meer veilig voor hen was om thuis te wonen. We konden kiezen of delen: óf de kinderen werden gedwongen uithuisgeplaatst, óf mijn ex en ik konden ervoor kiezen om ze ‘vrijwillig’ te laten gaan – en daarmee behielden we wel het voogdijschap. Dat was een van de heftigste keuzes uit mijn leven. Je zet je kinderen niet op de wereld om ze naar een pleeggezin te doen.”

Pleegmoeder Janette: 'De liefde voor Valentina verbindt ons met haar biologische moeder'

Lees ook over:

Pleegmoeder Janette: 'De liefde voor Valentina verbindt ons met haar biologische moeder'

‘Ongelofelijk lieve pleegouders’

“De eerste zes weken zonder de kinderen vielen me zwaar. Wat stelde mijn leven eigenlijk nog voor? Waarom zou ik er niet uitstappen? De kinderen zaten toch goed in hun pleeggezin? Ik kon toch niet voor hen zorgen. Ik voelde me vreselijk schuldig tegenover mijn kinderen. En ik miste ze – ik miste ze verschrikkelijk. Toen ik ze na die weken voor het eerst weer zag, vloog mijn dochter me gelijk in de armen. Mijn zoon was voorzichtiger. Ik had na het ongeluk al weken in het ziekenhuis gelegen, tijdens de relatietherapie was ik weken weg, en deze uithuisplaatsing was wéér een herhaling.Daarna kwam ik wekelijks bij hen langs. Aan het begin at ik vaak mee. Iemand vroeg me een keer: ‘Wanneer voel je je het meest moeder?’ Dat was als ik naar huis reed en de kinderen achterliet. Dan voelde ik elke keer weer mijn hart breken. Dan huilde of schreeuwde ik in de auto, of ging ik heel hard rijden.

De pleegouders behandelden mijn zoon en dochter alsof het hun eigen kinderen waren

En dan heb ik nog het geluk dat ik ongelofelijk lieve pleegouders heb getroffen. Ze hadden zelf al drie kinderen, en hebben mijn zoon en dochter behandeld alsof het hun eigen kinderen waren. Ze probeerden me zoveel mogelijk bij de opvoeding te betrekken. Nee, ik was niet boos op de pleegouders. Maar of ik alles gelijk accepteerde? Dat ook niet. Ik was boos op de situatie, en boos op mezelf. Als je dat niet inziet, ga je dat al snel afreageren op het pleeggezin.”

‘Word niet boos op het pleeggezin’

“Inmiddels ben ik maatje voor andere ouders van wie de kinderen uithuisgeplaatst zijn. En mijn belangrijkste advies aan hen is dan ook: laat je kinderen los. ‘Maar ik wil dat ze met die shampoo gewassen worden’, reageren ze dan bijvoorbeeld. En toch: of je kind met groene of blauwe shampoo wordt gewassen, of andere kleren draagt, is eigenlijk onbelangrijk. ‘Is dat pleeggezin goed voor je kinderen?’ vraag ik dan. ‘Gaan ze ’s avonds lekker slapen in een mooi, schoon bedje? Krijgen ze liefde en warmte van de andere kinderen in het gezin?’ Dát is de basis. Als je de rest loslaat, krijg je beter contact met de pleegouders en gaat de samenwerking beter. Word niet boos op de pleegouders, maar ga schreeuwen op de hei of in de auto. En zoek hulp. Ga naar de psycholoog en mopper daar op alles en iedereen, zodat je niet met een volle emmer naar je kinderen en het pleeggezin gaat. Want je kan dit gewoon niet alleen.”

Gaan ze ’s avonds lekker slapen in een schoon bedje?

Klein beginnetje

“Ik had destijds helaas geen maatje. Veel mensen uit mijn omgeving wisten niet hoe ze met me om moesten gaan en liepen met een grote boog om me heen. Maar wie wél veel voor me heeft betekend, is een 80-jarig ‘oud wijfie’ – zoals we het hier in het dorp oudere vrouwen altijd noemen. Ik werkte een paar ochtenden in de huishouding, en zij was een van mijn adresjes. Ze had ook geen makkelijk leven gehad en ze gaf raad zonder mij te veroordelen. Op onze ontmoetingen alleen redde ik het niet, hoor. Maar ze heeft wel een klein beginnetje gemaakt, waardoor ik langzamerhand weer plezier kreeg in het leven. En de moed om van mijn alcoholverslaving af te komen. Ik ben gewoon van de ene op andere dag gestopt. Toen ik kortgeleden ging afbouwen met de antidepressiva, heb ik wel een terugslag gehad. De zucht naar alcohol kwam weer terug, en ik raakte helemaal in paniek. Daarom ben ik nu weer in therapie.

Pleegzorg: Rhodé (17) werd in het gezin van haar meester opgenomen

Lees ook over:

Pleegzorg: Rhodé (17) werd in het gezin van haar meester opgenomen

Mijn kinderen zijn nu 23 en 20. Hoe het met ze gaat? Ze zitten nog middenin het verwerkingsproces, en dat gaat op en neer. Net zoals het naïeve meisje van vroeger hoopte ik dat mijn kinderen helemaal geen last zouden krijgen van het verleden, omdat ze in een liefdevol pleeggezin zijn opgevangen. Maar dat is natuurlijk bullshit. Al heeft een kind een goede jeugd gehad: de realiteit is dat elk kind wel íéts heeft te verwerken.”

Foto: Niek Stam

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--