Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column #20 Mama Mirjam: ‘Het leven met Livia is een groot avontuur’

Meegroeien met Livia

Mirjam is getrouwd met Chris en heeft vier prachtige kinderen. De jongste, Livia (3), heeft het syndroom van Down, wat een verrijking is voor hun gezin. Over Livia schrijft ze voor Eva.

Deel:

Het is een gezellige doordeweekse ochtend. Er zit visite op de bank, er wordt gekletst en aan onze voeten gespeeld. Livia stopt haar Duplo-familie in bed en maakt steeds hetzelfde gebaar. ‘Slapen’. Haar hoofdje schuin, haar handje tegen haar wang.

‘Ben je zo lekker aan het spelen?’ Ik maak het gebaar voor ‘spelen’, terwijl ik haar aankijk. Gebarentaal is mijn tweede taal geworden, het gaan vanzelf. Livia knikt blij en ik zie haar blik gaan naar de plaats waar ik vaak het kaartje met het woord ‘Duplo’ neerzet. Het staat er nu niet en ik besluit meteen de proef op de som te nemen. Ik pak drie kaartjes uit de keuken. ‘Blauw’, ‘pop’ en ‘Duplo’. Ik houd ze haar alle drie voor. ‘Welke is van ‘Duplo’?’ Haar handje reikt meteen naar het goede kaartje, ze pakt het en zet het op zijn plaats. Natuurlijk, ze speelt met de duplo! Ze is alweer druk met haar Duplo-familie, als ik nog een klein feestje sta te vieren. Heel stilletjes, in mijn moederhart. Trots, verwondering, dankbaarheid… het wisselt elkaar allemaal af in een paar seconden.

Ik vond het opschrijven van woordjes voor een peuter van toen nog twee, net zo belachelijk als gebaren naar een baby

'Het werkt gewoon echt!’ zeg ik enthousiast tegen mijn bezoek. Alsof ik zelf ook verbaasd ben. En dat ben ik misschien ook wel! Ja, ik heb de cursus Leespraat gevolgd. En ja, ik geloofde er direct in. Maar het moest landen, allereerst bij mij. Ik vond het opschrijven van woordjes voor een peuter van toen nog twee, net zo belachelijk als gebaren naar een baby.

Af en toe had ik een fanatieke bui. Dan kocht ik een wisbordje en schreef ik ‘eten’ en ‘drinken’ en meer van dit soort dagelijkse woordjes. Met een vrijwilliger oefenden we met foto’s en bijbehorende woorden. Het voelde alsof ik een kunstje deed. Onnatuurlijk. En Livia was er niet klaar voor. Of ze voelde mijn ongemak aan, dat kan natuurlijk ook. Dit kind heeft overal antennes voor. Maar na een lange periode van rust, pakte ik het weer op. We pakten het samen weer op. Livia en ik. Het werd ons dingetje en ik geloofde dat ze het kon. Kindjes met downsyndroom zijn visueel ingesteld. Ze kunnen woordbeelden heel goed onthouden. En het herkennen van een woordbeeld, stimuleert het uitspreken ervan. Lezen en praten. Leespraat. Twee vliegen in één klap. 

Van ongemakkelijk naar comfortabel, en dat steeds weer opnieuw

Een kaartje met ‘eten’ naast haar bord. ‘Drinken’ naast haar beker. ‘Rood’, ‘geel, ‘blauw’ en ‘groen’ als we de kleuren oefenden. ‘Pop’ en ‘Duplo’, omdat ze hier zo vaak mee speelt. Ik zag haar kijken en haar mondje probeerde de woordjes te vormen als ik ze uitsprak. Bij een kaartje hoort een woordje, dat had ze snel genoeg door. En ineens, was daar de herkenning van het woordje. Het werkt!! Wat een feest! De stimulans voor meer; meer oefenen, meer woordjes. Alles spelenderwijs en heel natuurlijk. Livia is er aan toe en ik ook. We zijn beiden gegroeid. Wat een fantastisch proces!

Het leven met Liv is een groot avontuur. Ik leer dingen die vier jaar geleden totaal onbekend voor me waren. Ik vind het zo interessant en zo verrijkend! En ik groei dus met mijn dochter mee, dat vind ik misschien nog wel het meest boeiend. Van ongemakkelijk naar comfortabel, en dat steeds weer opnieuw, op weer een ander terrein.  

Liv krijgt nu wekelijks een uur begeleiding. Leergierig zit ze op haar stoel; het kan haar niet snel genoeg. En ik zit erbij en ik kijk ernaar. Vreugde vult mijn moederhart. Ik had dit nooit willen missen.

Meer lezen over het leven van Mirjam? Lees hier haar vorige columns.

Geschreven door

Mirjam Kooijman

--:--