De overgang: welkom in de omgekeerde puberteit
We hebben al jaren drie pubers in huis, ze zijn nu 16, 18 en 51 jaar. Huh,51?! Jazeker, want de overgang staat bekend als de tweede ofwel omgekeerde puberteit. "Dus als er íemand is die momenteel niet kan plannen, af en toe flink uit haar slof schiet en een geheugen heeft als een lekke gieter, dan ben ik het," schrijft Petra Butler.
“Zie ik eruit als een gevonden-voorwerpenloket?” bits ik, als er weer eens een tienerzoon uit een verre hoek van het huis brult “Maaaaa, waar is m’n mobieltje?” (Of agenda, identiteitskaart, mp3-speler, gymtas, bankpasje en roept u maar.) Er was een periode dat ik terstond opveerde om mee te zoeken, maar dat tijdperk is voorbij. Want je zorgzaamheid wordt een stuk minder als de menopauze nadert. Je voorraad oestrogeen – niet voor niets het ‘zorghormoon’ genoemd – daalt in deze tijd dramatisch. Ik word dus in allerlei opzichten zorgelozer.
Hormonale kibbelpartijen
Gelukkig nog niet zo zorgeloos als onze zonen, want dan zou ons huishouden rampzalig in de soep lopen. Stel je voor, dat zij en ik gedrieën de hele dag ondersteboven op de bank hingen, met een stemming die sneller wisselde dan het Nederlandse weer en dat we onze dag doorbrachten met hormonaal aangedreven kibbelpartijen. Dan kwam er niets meer van de strijk, de boodschappen en de avonddis terecht, laat staan dat er ergens nog een schone wc te bekennen was.
Ik heb dan ook flink last van m’n tweede puberteit. Waarom ben ik vaak zo wazig als een mistbank? Waar is mijn vroegere slagvaardigheid? En zie ik daar ineens een kingsize puist op mijn kin? Soms zou ik het liefst met mijn hoofd onder het kussen de halve dag in bed gaan liggen, maar waar de kinderen dat gewoon doen als ze zin en vrij hebben, sprint ik als een verwarde kip door het huis.
Ik heb flink last van m'n tweede puberteit
Bij tieners leidt zo’n puberteit tenminste nog ergens toe: de voorste delen van hun hersenen worden fluks gerenoveerd. ‘t Is wel even een bouwput in dat hoofd, maar het resultaat is straks een efficiënt snorrend turbobrein. Het is de bedoeling dat er twee helder functionerende mannen oprijzen uit deze schatten van pubers, die voorlopig niet verder denken dan de nieuwste release van hun favoriete computergame. Tot die tijd kunnen ze zich nog even lekker afzetten tegen pa en ma.
Dat laatste ligt voor mij anders. Ik kan moeilijk mijn lieve ouders van in de tachtig bellen dat ik meer zakgeld wil, of melden dat ik paars haar en een wenkbrauwpiercing overweeg. Bovendien vinden de boys dat ik prehistorische opvattingen heb – en da’s toch wat vreemd voor een puber.
Meer jezelf
Het grootste verschil is, dat de kinderen toewerken naar een productief en reproductief leven – terwijl ik juist de omgekeerde beweging maak. Dat klinkt wat sneu. En toch… vind ik het eigenlijk ook wel prima. Want als ik eerlijk ben, word ik al moe van de gedachte om weer zestien te moeten zijn. Zo onzeker. Zo bang om er niet bij te horen. Ik hóef niet meer zo nodig van alles. En wat anderen van me denken, maakt bij lange na niet meer zoveel indruk als toen. Sterker nog: in de meeste gevallen zal het me worst wezen! Het is heerlijk om steeds meer jezelf te worden. Bij nader inzien heb ik daar wel een puberteit voor over. Prehistorisch of niet.
Teksts: Petra Butler
Petra Butler schreef samen met Mariëtte Woudenberg het boek ‘Even met m’n hoofd in de vriezer’. In dit boek voorzien ze de lezer van talloze tips, feiten en ervaringen rond de achtbaan van de overgang.
Tien anti-opvliegertips:
1. Eet koude gerechten of lauwwarme. 2. Gebruik een waaier om lekker mee te wapperen. 3. Gebruik niet te scherpe kruiden en weinig zout. 4. Drink alcoholvrij en cafeïnevrij. 5. Zorg dat je een plantenspuit met water bij hand hebt. 6. Douche met lauw water. 7. Laat je haren na het wassen drogen aan de lucht, vooral niet föhnen. 8. Drink voldoende ( bron)water, eventueel met ijsklontjes. 9. Bij gebroken nachten: houd een siësta in de middag. 10. Doe vooral alles rustig aan: wat vandaag niet lukt, komt morgen wel