Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Drie markante dieren uit de Bijbel

Wat kunnen we van hen leren?

Op 4 oktober is het dierendag. Al vanaf het scheppingsverhaal spelen ook dieren een belangrijke rol in de Bijbel. Wat kunnen we van deze dieren leren?

Deel:

God doet de dieren zelfs een belofte in het verhaal van Noach: ‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde.” (Genesis 9: 9) 

De dinosaurus

Wist je dat volgens sommige Bijbeluitleggers er ook dino’s in de Bijbel voorkomen? Het boek Job (Job 40 en 41) noemt een paar dieren, waarvan de naam moeilijk te vertalen is. In de Bijbel in Gewone taal (en de Statenvertaling) worden ze aangeduid als Behémot(h) en Leviathan. Die laatste wordt door de Bijbel in Gewone Taal ook aangeduid als 'de draak Leviathan'. Andere vertalingen noemen deze dieren gewoon nijlpaard en krokodil. Maar dat lijkt toch niet helemaal te passen, want van een nijlpaard kun je toch niet zeggen dat hij een staart heeft als een ceder...? Daarom denken sommigen aan voorwereldlijke monsters, ook wel dinosaurussen. Denk bijvoorbeeld aan de brontosaurus.

En die dino dient dan als een illustratie voor 2 dingen:
- De nietigheid van de mens, die zich immers in de nabijheid van zo’n monster niet echt op z’n gemak zal voelen.
- De grootheid van God, die de maker van alles is; bij Hem vergeleken zijn ook deze reusachtige dieren nietig, machteloos en ongevaarlijk.

De dino leert mij om goed om me heen te kijken: overal zie je iets van de grootheid van God, die omziet naar nietige mensjes zoals ik.

De zwaluw (of de vleermuis?)

De zwaluw is een klein vogeltje, maar heeft in de Bijbel een geweldige voorbeeldfunctie. Samen met mussen hebben ze intrek genomen in het huis van de Heer (Psalm 84:4), bij het altaar van de Heer van de hemelse machten. Die zwaluw zou ook wel eens een vleermuis kunnen zijn, omdat ervan gezegd wordt dat ze hun jongen neerleggen. Zwaluwen leggen wel eieren, maar de jonkies moeten zelf maar een plaatsje in het nest bemachtigen. Een vleermuis daarentegen legt geen eieren, maar (piepkleine) vleermuisjes.

Ach, het maakt ook niet zoveel uit of het een zwaluw of een vleermuis is. Het zijn beide diertjes waaraan we niet al te veel aandacht besteden. Maar de Korachieten, die als poortwachters bij de tempel aangesteld waren, zagen met enige jaloezie die kleine verenbolletjes vrolijk in en uit vliegen – ze woonden in de ruimten waar geen mens mocht komen.

Zou dat voor ons ook niet geweldig zijn: zomaar in Gods huis binnenlopen en dicht bij Hem zijn? De zwaluw en mus maken het verlangen wakker om in te gaan in het huis, dat ook voor ons bereid wordt door Jezus (Johannes 14:2).

De ezel

Er komen zeker twee ezels in de Bijbel voor, die ons iets zeggen. De ene ezel heel letterlijk: de ezel van de profeet Bileam, die niet zo blind was als de profeet. Hij zag tenminste de engel die hen de weg versperde. En hij was zo verstandig om zijn baas eens aan te spreken over de manier waarop hij door zijn baas behandeld werd.

Twee lessen, deze keer: open je ogen om de Heer en Zijn werk op te merken! Maar ook: het is goed om dienstbaar te zijn, maar je hoeft niet over je te laten lopen. Je mag best van de mensen verlangen, dat ze je met respect behandelen.

De andere ezel droeg Jezus op z’n rug toen Hij op weg was naar Jeruzalem. Deze last was hem niet te zwaar. Hij was dienstbaar en bracht Jezus naar de stad, waar Hij zichzelf in zijn grootheid zou tonen: in zijn opofferende liefde. Zo’n ezel wil ik wel zijn in de 21ste eeuw!

Auteur: Roeland Klein-Haneveld

--:--