Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Een christen laat zijn kind niet in Sinterklaas geloven’

Sinterklaas is deze dagen druk in de weer om alle verwachtingsvolle kinderharten voor een jaar tevreden te stellen. Hij weet alles en is onsterfelijk. “Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe,” zingen de kinderen. Is het beeld dat zij van deze sympathieke, doch strenge bisschop hebben wel goed voor hen? Of moeten christelijke ouders hun kinderen eens goed de waarheid vertellen?

Deel:

Oneens
Orthopedagoog Marja Bos, van Oké Coaching en onder meer verbonden aan christelijk opvoedmagazine Aan de Hand, vindt dat christenen hun kinderen prima in de goedheiligman kunnen laten geloven. “Sinterklaas is een mooi spel voor ouders en kinderen. Het bevat iets van de spanning en magie die kinderen aantrekkelijk vinden en sluit aan bij hun ontwikkeling. Kinderen groeien namelijk op met verhalen. Ze vinden het leuk te ontdekken dat een verhaal niet klopt.”
Wel stelt Bos dat de wijze waarop ouders met het goedbewaarde geheim omgaan, belangrijk is. Ze moeten niet doordraven, door vol te blijven houden dat Sinterklaas echt bestaat en dat kinderen straf krijgen als zij zich niet goed gedragen, zo zegt ze. “Dan kunnen zij er wel last van krijgen. Maar ook al leg je jonge kinderen uit dat Sint niet bestaat, ze geloven je toch niet. Ze zien hem namelijk overal. Zij missen daarvoor onderscheidingsvermogen.”
Bos adviseert ouders om ontspannen om te gaan met de persoon van Sinterklaas. Dat geldt trouwens ook voor het karakter van God. “Als je kinderen op een dreigende manier over God en Sinterklaas vertelt, is dat natuurlijk niet goed. Dát kan wel problemen opleveren.”
Uit haar praktijk heeft Bos echter geen voorbeelden van kinderen die last hebben gekregen van hun Sinterklaasgeloof.

Eens
Adjunct-directeur Petra van Eijk van de School met de Bijbel in het Zuid-Hollandse Benthuizen kiest vanwege haar geloofsovertuiging voor de optie ‘eens’. Op deze basisschool is ‘geloven’ in de goedheiligman niet aan de orde. “Het beeld dat rondom Sinterklaas is ontstaan, keuren wij bewust af,” zegt Van Eijk. “Wij doen niets met zijn alwetendheid; dat hij de goede en slechte daden van kinderen bijhoudt en hen daarvoor beloont of bestraft. Bij een groot deel van onze achterban ligt dat gevoelig. Wij geloven dat alleen God de Vader die positie toekomt. Als je Sinterklaas op school uitnodigt, heb je bovendien geen invloed op wat hij zegt of doet.”
De goedheiligman komt dan ook niet op bezoek bij de School met de Bijbel. Het feest wordt echter wel degelijk gevierd, want volgens Van Eijk is het een “typisch Nederlands cultureel feest, waar verder niets op tegen is. Wij maken er een gezellige dag van met cadeautjes, surprises, gedichten, tekeningen en andere leuke dingen die erbij horen. De leerlingen vanaf groep 4 trekken lootjes en mogen een verlanglijstje maken met cadeautjes van drie euro vijftig. Dat is voldoende. Als je ziet wat sommige kinderen al vóór pakjesavond in hun schoen krijgen; dat vind ik wel eens buitenproportioneel. Dat willen we op onze school in de hand houden.”
Volgens Van Eijk kan een verkeerd beeld van Sinterklaas ook een verkeerde invloed op de geloofsbeleving van kinderen hebben. “De leerlingen moeten op ons aankunnen. Als zij later horen dat Sinterklaas een groot verzinsel is, schaden wij hun vertrouwen. Sommige kinderen vragen zich dan misschien ook af of de bijbelverhalen zijn verzonnen.”

Eens
“Ik leer mijn kinderen dat God alles over ons weet,” zegt HEMA-directeur Marco Steendam uit Drachten. “Hoe kan ik hun dan vertellen dat een oude man met witte baard dit ook weet? Later wordt het dan moeilijk uitleggen dat ik hen jarenlang heb voorgelogen.”
Hoewel de vader van drie jonge kinderen het met de stelling eens is, heeft hij er geen moeite mee om Sinterklaas te vieren. “Wij maken er een gezellig familiefeest van met leuke cadeautjes, en onze kinderen volgen natuurlijk het Sinterklaasjournaal. We beleven het op een leuke manier. Zelf heb ik het ook altijd een mooi feest gevonden, dus ik doe vrolijk mee.”
Steendam en zijn vrouw hebben hun kinderen wel uitgelegd dat Sinterklaas en Zwarte Piet gewone, verklede mannen zijn. “Maar daarom vinden ze het niet minder leuk. Dat ik hun vertel dat Sinterklaas niet bestaat, betekent overigens niet dat iedereen dat moet doen. Laten we van deze zaken – die de kern van het geloof niet raken – geen dogma’s maken. Zelf heb ik vroeger wel in Sinterklaas geloofd. Voordat mijn ouders ons konden vertellen hoe het werkelijk zat, vonden mijn broer en ik cadeautjes op zolder. Dus toen hadden we het door, maar daar heb ik geen nare herinneringen aan overgehouden.”

Oneens
Het laatste woord is natuurlijk aan Sinterklaas zelf. Maar, omdat die het te druk heeft, doet hulpsinterklaas Iman Mosselman namens hem het woord. Hij is het – zoals een goedheiligman betaamt – natuurlijk niet eens met de stelling. “Sinterklaas is een echt kinderfeest,” zegt de Aalsmeerder met passie. “We moeten die discussie niet te geestelijk maken. Er zijn belangrijkere zaken in de wereld. Christenen kunnen dit feest wat mij betreft best vieren. Met andere feesten – zoals Halloween – heb ik meer moeite. Ook heb ik nog nooit gemerkt dat kinderen er iets aan overhouden als ze erachter komen dat Sinterklaas niet bestaat. Ze zijn hooguit even teleurgesteld.”
Dat sommige scholen het feest zonder de goedheiligman vieren omdat aan Sinterklaas kwaliteiten worden toegeschreven die alleen God toekomen, vindt Mosselman een beetje vreemd. “Sinterklaas neemt zeker niet de plaats in van God. Dat begrijpen kinderen ook wel. Scholen die het feest om die reden vieren zónder Sinterklaas – maar wel met cadeautjes en surprises – zouden eigenlijk helemaal níets moeten doen. Persoonlijk vind ik het prachtig als ik kinderen zie genieten en hen kan opvrolijken.”
Mosselman zit inmiddels middenin de voorbereiding van de drukke pakjestijd, waarin hij voor de derde maal de rol van de grote kindervriend op zich neemt. Voor 4 december staat een bezoek aan een School met de Bijbel in zijn agenda. “Ik ben veertig jaar onderwijzer geweest. Toen ik afzwaaide, kreeg ik al snel de vraag of ik Sinterklaas wilde worden. Dat doe ik met plezier, maar ik houd het bij één school. Omdat het behoorlijk intensief is, vind ik één ochtend Sinterklaas spelen voldoende.”

Tekst: Jeroen Kanis

--:--