Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Ellen ten Damme laat Jiddische liederen herleven in 'Negen Koffers'

Zondag, 15.25 uur, NPO 2

Deel:

Het Lilalo-theater in Amsterdam - het Jiddische huiskamertheater van Jacques en Jossy Halland - werd opgeheven in 1982. Maar de muziek van het stel bleef voortbestaan. In de documentaire Negen Koffers (EO) brengt zangeres Ellen ten Damme hun liederen naar het grote publiek.

Een kleine huiskamer, dat was het Lilalo-theater. Beroepsnomaden en variétéartiesten Jacques en Jossy Halland zwierven door Europa, om uiteindelijk neer te strijken in de De Clercqstraat in Amsterdam. Hier ontstond het laatste Jiddische theater van West-Europa. “De documentaire vertelt over het leven van Jacques en Jossy door middel van archiefbeelden,” legt Ellen uit.

Kwetsbaar

“Tussendoor zie je hoe ik me verdiep in hun leven en werk. Ik luister naar hun muziek en probeer liederen in te studeren. Heel pril; je ziet mij voor het eerst de nummers zingen. Best kwetsbaar, want normaal sta ik zelfverzekerd en flitsend op het podium. Ook trekt de documentaire Negen Koffers parallellen tussen mijn leven en dat van Jacques en Jossy. Als artiest ben je een nomade, altijd op een andere plek, en je werkt voor allerlei mensen. Ik deel hun levensfilosofie: zij staan voor verbroedering, mooie dingen maken, en niet oordelen. Zo probeer ik ook in het leven te staan.”

(Tekst loopt door onder de foto.) 

Negen Koffers Ellen ten Damme
Ellen ten Damme verdiept zich in het leven en werk van de Jiddische muzikanten.

Ellen had weleens gehoord van Lilalo, maar het fijne wist ze er niet van. “Toen ik op de kleinkunstacademie zat, was het theater net een paar jaar dicht. De documentairemakers zullen wel gedacht hebben dat dit onderwerp mij zou interesseren. Dat klopt; talen boeien mij, dus ook het Jiddisch. Met mijn eigen shows zong ik in het Arabisch, Frans en Duits. En tijdens de pandemie heb ik een beetje Russisch geleerd.” Ook de manier van optreden trekt de zangeres aan. “Ik houd van chansonachtige muziek, het vertellen van een verhaal. Jossy bréngt die muziek en doorleeft de nummers. Zij is een geweldig, karakteristiek type. Ze had mijn moeder kunnen zijn. In de documentaire zing ik trouwens absoluut niet als Jossy. Het is onmogelijk om haar na te doen, en dat wil ik ook niet.”

Liedjes leren

Om wel net zo veel gevoel in de liederen te kunnen leggen als Jossy deed, moest Ellen zich verdiepen in de muziek en Jiddische taal. “Ik heb een kennis van me gebeld om te vragen of hij me kon helpen. Dat zie je ook in de docu. Daarnaast oefende ik thuis met de songtekst. Het leren van de liedjes was niet heel moeilijk; ik hoefde natuurlijk geen gesprek te voeren in het Jiddisch.” Bang om iets verkeerd uit te spreken tijdens het zingen, was de zangeres niet. “De meningen over uitspraken zijn verdeeld. Het is net als dialect, dat verschilt ook per streek.” Lachend: “Ik wist niet altijd zeker wat de tekst betekende. Een keer dachten we dat het over de zon ging, bleek ik over schoenen te zingen.”

In het Franse verzet

De documentairemakers wisten niet te ontkomen aan de gevolgen van het coronavirus. “Ik was een aantal jaar geleden al gevraagd om mee te werken. We hadden het plan om voor de docu te reizen naar onder andere Brussel, Warschau en Moskou, waar ik veel zin in had. Dat ging allemaal niet door, toen was voor mij de lol er even af. Uiteindelijk werden de opnames toch leuk en gezellig, ook dankzij de crew.”

Met negen koffers waren ze altijd op weg

Wél kon er in Frankrijk gefilmd worden. Onder andere in het huis van Ellen, waar je haar ziet repeteren. Ook duikt ze in de Franse archieven van Jacques. “Hij heeft daar in het verzet gezeten. Jossy ook, zij was fietskoerier. Het is treurig dat de dingen die vrouwen doen, nooit worden genoteerd, terwijl Jossy net zo hard meewerkte. Verder zijn we op veel plaatsen geweest die te maken hebben met het leven van Jacques en Jossy, maar dat zie je niet allemaal terug in de docu. Zoals monumenten, gemeentehuizen, kerken waar Jacques organist was, theaters en adressen waar wapens werden verstopt.”

Even wakker worden

Aan het einde van de documentaire brengt Ellen ten Damme het lied ‘Tate Blymenfeld’ ten gehore met de Amsterdam Klezmer Band in Carré. Het bleef niet bij dat ene optreden; nu vertolkt ze sommige nummers tijdens haar eigen shows. “Het is eervol om te doen, want het was de droom van Jacques en Jossy om hun liederen naar het grote publiek te brengen. Écht beroemd zijn ze volgens mij nooit geworden, en nu krijgt hun muziek opeens weer aandacht.”

(Tekst loopt door onder de foto.) 

Ellen ten Damme Negen Koffers Carré
Ellen ten Damme zingt ‘Tate Blymenfeld’ in Carré, begeleid door de Amsterdam Klezmer Band.

Hoe Ellen het vond om mee te werken aan Negen Koffers? “Het filmen was af en toe lastig; de camera stond meteen aan, ook als ik nog even wakker moest worden en geen mascara op had. Maar ik vond het hartstikke mooi om het verhaal van Jacques en Jossy neer te zetten. Met negen koffers vol met attributen waren ze altijd op weg, in hun camper. Een romantisch plaatje. De docu is een hartverwarmend sfeerbeeld geworden over een leuk muzikantenechtpaar.”

Negen koffers

Ellen ten Damme duikt in Negen Koffers in het verleden van het LiLaLo theater. Een klein Jiddisch theater in een Amsterdamse volkswijk waar Jossy en Jacques Halland hun zelf geschreven Jiddische repertoire ten gehore brachten. Voordat het stel zich in Amsterdam vestigde, reisden ze als nomadische variétéartiesten door Europa met hun bezittingen in negen koffers. Ellen ten Damme wil Jossy’s droom, het Jiddische lied bekend te maken bij het grote publiek, verwezenlijken.

Zondag 5 december, 15.25 uur, NPO 2 

Tekst: Anouk van de Schootbrugge

--:--