Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Er worden zelfs kinderen vermoord, daar kun je niet onverschillig over zijn’

Farah Karimi over de demonstraties in Iran

Wie het nieuws de afgelopen maanden gevolgd heeft, heeft de beelden ongetwijfeld gezien. Na de dood van Mahsa Amini kwamen mensen in Iran massaal in opstand tegen het regime, dat de bevolking al jarenlang onderdrukt. Wij spraken Iraans-Nederlandse politica Farah Karimi over wat er gaande is en hoe we de Iraanse bevolking kunnen steunen.

Deel:

In september van dit jaar werd de 22-jarige Mahsa Amini opgepakt door de zogeheten zedenpolitie, omdat ze haar hoofddoek niet volgens de regels van de regering droeg. Niet lang daarna stierf ze op het politiebureau. In de dagen daarna gingen mensen massaal de straat op om te protesteren.

Politica Farah Karimi ontvluchtte het land veertig jaar geleden, omdat het er voor haar als activist niet veilig was. Ze vertelt over de jarenlange onderdrukking van het Iraanse volk, de moed van de jonge demonstranten van nu en hoe politici en burgers de Iraanse bevolking kunnen steunen.

Geschiedenis

Al van jongs af aan was Farah politiek betrokken. “Ik woonde in Teheran, een plek waar je maatschappelijke tegenstellingen heel goed kunt zien. Door woede over dat onrecht, die ongelijkheid en armoede ben ik de strijd in getrokken. Ik wil niet accepteren dat er mensen zijn die uitgesloten worden, kinderen die met honger naar bed moeten, mensen zonder dak boven hun hoofd. Vroeger zag ik onderweg naar school mensen die in tenten leefden, in de kou. Kinderen zonder schoenen stonden te kijken hoe wij naar school gingen, terwijl zij niet konden gaan. Dat beeld van meer dan vijftig jaar geleden kan ik nog steeds levendig voor me zien.”

Ze zette zich in als activist tijdens de Iraanse Revolutie in 1978 en ‘79. “De motor van de beweging waren vrijheid, rechtsstaat en mensenrechten. De beweging was in het begin helemaal niet islamitisch, maar heeft gaandeweg steeds meer islamitische kleur gekregen. Iedereen die daar tegen was, is in de loop van de jaren systematisch uitgeschakeld. Dat ging heel snel. De eerste gekozen president was geen geestelijke, die werd terzijde geschoven. Op straat werden geen andere uitingen geaccepteerd dan die van de machthebbers.”

‘In Iran had ik geen andere toekomst dan de gevangenis’

Voor Farah werd het als activist te gevaarlijk om te blijven. “Toen ben ik gevlucht. Heel veel vrienden van mij zijn geëxecuteerd of opgepakt. Zelf ben ik ook kort opgepakt geweest. Ik wist: als ik in Iran blijf heb ik geen andere toekomst dan de gevangenis, en mogelijk executie.”

Na de snelle verandering van het regime ging het van kwaad tot erger. Eerst werd beloofd dat vrouwen geen hoofddoek zouden hoeven dragen. Dat bleek al gauw een leugen. “Eén van de eerste acties van het islamitische regime was voorschrijven dat vrouwen hoofddoeken moesten dragen. Zeker aan het begin van de revolutie werd er keihard toegeslagen als mensen zich niet kleedden zoals de regering wilde. Dat was heel heftig.” De afgelopen veertig jaar is deze onderdrukking doorgegaan.

Mahsa Amini

Met de dood van Mahsa Amini en de daaropvolgende protesten ging er een schok door Iran en door de hele wereld. “Ik woon al veertig jaar niet meer in Iran, dus je zou denken dat het me niet meer zo zou raken. Maar het raakte me diep, diep, diep. Het gaat enorm onder de huid zitten. Ik zag de beelden, las de berichten en realiseerde me: het gaat hier ook om schoolkinderen. Scholen, waar kinderen in veiligheid moeten kunnen lachen, spelen en leren, zijn plekken geworden waar militairen naar binnen lopen en kinderen zo hard in elkaar slaan dat ze dood gaan. Daar kan je gewoon niet onverschillig over zijn.”

Farah vindt het vooral belangrijk om te vertellen over de moed van de jonge mensen die opstaan tegen hun regering. “Jonge mensen, jonge meiden, minderheden, ze willen de onderdrukking die al veertig jaar gaande is niet meer accepteren. Met lege handen, maar vol moed zeggen ze: ‘Genoeg is genoeg. Dit is niet onze regering. Dit systeem willen we niet, we willen vrijheid’. Dat is wat er dagelijks gebeurt.”

Zedenpolitie

Sinds de vorige presidentsverkiezingen is de onderdrukking alleen maar erger geworden. “Toen zijn alle mensen uit de regering met hervormingsgezinde ideeën uitgeschakeld. Het regime is honderd procent in de handen gekomen van mensen die geloven dat hun manier de enige is. Ze hebben meteen gezegd dat ze dat ook zullen gaan handhaven, bijvoorbeeld door af te dwingen dat vrouwen de zedenregels respecteren. Dat heeft ervoor gezorgd dat mensen het helemaal zat zijn. Sowieso zijn mensen er klaar mee, na veertig jaar onder zo’n regime te leven. Binnenshuis proberen ze vrij te zijn, maar zodra ze naar buiten stappen, worden ze andere mensen. Ze moeten zich anders gedragen. Hoe lang kan je zo’n leven volhouden?”

‘Dit is veertig jaar woede die z’n weg vindt’

Farah noemde het al: met name jongeren zijn actief in de demonstraties. “Ze willen niet leven zoals hun ouders. Ze hebben geen maatschappelijk perspectief, geen vrijheden en de economie ligt op z’n gat. Ze zijn heel strijdvaardig. Er is de afgelopen maanden zoveel gedaan en gebeurd dat iedereen het erover eens is dat er geen weg terug is. Het is veertig jaar woede uit de samenleving die z’n weg vindt en explodeert.”

De protesten worden breed gedragen in het land, maar de regering slaat keihard terug.  “Ik hoop natuurlijk het beste voor de Iraniërs, maar ik vrees het ergste, omdat ik weet hoe onmenselijk het regime is. Daarom probeer ik alles te doen wat ik kan om mensen te supporten.”

Steun

Wereldwijde steun is erg belangrijk, benadrukt Farah. “Dit is de meest progressieve beweging in de regio die je had kunnen bedenken, en ook nog één waarin vrouwen leiderschap hebben. De waardes waar zij voor staan komen sterk overeen met de Europese waardes, dus dat moeten wij hier ondersteunen.”

‘Wat voor regering ben je als je kinderen doodt?’

Met name voor de politiek is daarin een belangrijke rol weggelegd, vindt ze. “We moeten het regime door sancties en politieke acties te verstaan geven dat zij een hoge prijs zullen betalen als ze doorgaan met de onderdrukking. Zij zijn geen legitieme vertegenwoordiging van het Iraanse volk, dus we moeten ze duidelijk maken dat ze die legitimiteit ook niet van ons krijgen. Olaf Schultz, de bondskanselier van Duitsland, heeft zich uitgesproken: ‘Wat voor regime ben je, als je je eigen bevolking doodt, als je kinderen doodt?’ Ik zou willen dat politici massaal deze vraag stellen. Open, luid en duidelijk. We moeten het regime laten zien dat we zien wat ze doen en dat we dat niet ongestraft laten.”

Veel mensen, waaronder minister Dilan Yeşilgöz, betuigden hun steun aan Iraanse vrouwen door een plukje van hun haar af te knippen. Daarop kwamen veel reacties, positief, maar ook negatief. Zo luidde de kritiek dat het een inhoudsloos gebaar zou zijn, vooral gebruikt voor eigen gewin. Hoe kijkt Farah daarnaar? “Wat je ook doet, je doet het niet voor hier, maar voor de mensen daar. Elke uiting van solidariteit is zeer welkom. Mensen in Iran zien daardoor dat ze gesteund worden. Dat we ze, ook hier, zien en horen. Die morele support is heel belangrijk.”

Hoop

Ondanks dat de regering de protesten met harde hand neerslaat, houdt Farah hoop. “Zelfs als ze er onverhoopt in slagen om dit te onderdrukken, komt het toch terug. Als je deze generatie jonge mensen ziet opstaan weet je: dit regime gaat het niet overleven, dat is uitgesloten.”

Geschreven door

Lonneke Tijhof

--:--