Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Esther verloor vier liter bloed na haar bevalling

‘Ik dacht dat mijn leven daar in de verloskamer van het ziekenhuis zou eindigen’

Nadat Esther Kriger is bevallen van een gezonde zoon, komt haar placenta niet los en moet zij naar het ziekenhuis. In de ambulance krijgt zij een grote bloeding. Na aankomst in het ziekenhuis volgt een tweede bloeding. In totaal verliest zij vier liter bloed. Ze denkt dat ze gaat sterven, maar net voordat ze wegglijdt laat God weten dat Hij bij haar is.

Deel:

De zwangerschap en bevalling van Esther Kriger gaan volgens het boekje. “Het was mijn tweede bevalling en dit keer mocht ik wél thuis bevallen, iets waar ik erg blij om was. De bevalling verliep heerlijk ontspannen. Niet met een heel team van specialisten om mij heen, maar heerlijk alleen met mijn man en de verloskundige. Ik had van tevoren een bevalplan gemaakt en de verloskundige hield gedurende de hele bevalling rekening met mijn wensen. Zo wilde ik bijvoorbeeld graag op mijn handen en knieën bevallen en zelf mijn kindje opvangen. Van alle drie mijn bevallingen was dit mijn fijnste bevalling, ondanks het staartje dat deze bevalling kreeg.” 

Placenta 

Niet lang na de geboorte van haar zoontje wordt duidelijk dat de placenta niet spontaan wil loslaten. In een poging dit op een natuurlijke manier te bevorderen, wordt haar geadviseerd haar pasgeboren zoontje aan de borst te leggen. Ook krijgt zij een injectie met het middel oxytocine om het proces te versnellen. Als blijkt dat niks helpt, besluit de verloskundige een ambulance te bellen. “Om te voorkomen dat ik naar beneden getakeld moest worden ging ik aan de arm van een ambulancebroeder van de trap af naar beneden. We woonden namelijk tweehoog en onze flat had geen lift.” 

Toen we voor het stoplicht stonden, voelde ik dat ik opeens hevig begon te bloeden

Esther kletst er lustig op los in de ambulance, nog vol adrenaline van de bevalling en de toegediende oxytocine. “Ik was nog nooit in een ambulance geweest, dus vond het erg interessant allemaal.” Rustig en zonder sirenes rijdt de ambulance naar het ziekenhuis, tot plotseling de situatie verandert. “Toen we voor het stoplicht stonden voelde ik dat ik opeens hevig begon te bloeden.” In de ambulance wordt razendsnel gereageerd. De sirenes gaan aan en in volle vaart rijdt de ambulance naar het ziekenhuis. “Ik verloor heel veel bloed. Het ging allemaal zo snel dat ik me er niet veel meer van kan herinneren.” 

In shock 

Met grote spoed wordt Esther de verloskamer binnengereden. Ondanks dat de situatie ernstig is, neemt het zorgpersoneel de tijd om stap voor stap uit te leggen wat ze van plan zijn te gaan doen bij Esther. Ze willen door op haar buik te duwen, proberen de placenta eruit te duwen. “Al dat gepor en geduw in mijn buik liep op niets uit. Op een gegeven moment waren er wel twaalf mensen in de kamer. Ik was er helemaal klaar mee, want al dat geduw op mijn buik deed ontzettend veel pijn.”  

Net als ze met elkaar staan te overleggen wat de volgende stap is, krijgt Esther opnieuw een grote bloeding. “Er begon van alles te piepen. Ik dacht dat ik daar, in de verloskamer van het ziekenhuis, zou gaan sterven en voelde hoe ik steeds verder wegzakte. Toch voelde ik me niet paniekerig. Mijn bed werd plat geklapt en ik weet nog dat ik dacht: daar ga je. Het kinderliedje Je hoeft niet bang te zijn, kwam op in mijn gedachten. En de laatste zin die in mijn gedachten opkwam was: ‘God is er en Hij blijft, als jij je ogen sluit’.” In het vertrouwen dat God bij haar is en haar zal beschermen, verliest Esther haar bewustzijn. Ze raakt in shock en wordt met spoed naar de OK gereden. 

Ik weet nog dat ik dacht: daar ga je

Als Esther bijkomt, denkt ze dat ze in de hemel is. “Mijn zintuigen gingen een voor een weer ‘aan’. Hoe meer ik me bewust werd van mijn omgeving, hoe beter ik begon te beseffen dat ik niet in de hemel was, maar dat ik het had overleefd. God had Zijn vaderlijke hand om mij heen gelegd en mij gespaard tijdens de manuele verwijdering van mijn placenta.” Zonder operatie kon de placenta worden verwijderd en de bloeding gestelpt. 

“In totaal verloor ik vier liter bloed. Ik was me er heel goed van bewust hoe bevoorrecht ik was dat ik in deze tijd leef; anders had ik dit niet overleefd.” Om weer aan te sterken, krijgt Esther een bloedtransfusie. “Het heeft nog zeker twee jaar geduurd voordat ik me weer de oude voelde. Ik heb lange tijd problemen gehad met mijn concentratie en prikkelverwerking. Als mensen om mij heen aan het praten waren, voelde het alsof er met hamers op mijn hoofd werd geslagen. Ook kreeg ik enkele maanden na de bevalling last van een postnatale depressie.”  

Twee levens  

Niet lang na de bloedtransfusie kan Esther, samen met haar zoontje Jonathan het ziekenhuis verlaten. “Ik ben ontzettend dankbaar voor de goede zorg die ik in het ziekenhuis kreeg. Ondanks dat er sprake was van een noodsituatie, zijn zij heel rustig gebleven en hebben ze doorlopend contact met mij gehouden. Ze waren enorm lief voor mij en legden stap voor stap aan mij uit wat er gebeurde en waarom ze een bepaalde handeling deden. Ik ben dankbaar voor het adequaat en respectvol handelen van de zorg en zal dit nooit meer vergeten.” 

Esther is blij dat God haar heeft gespaard. “God gaf tijdens de bevalling niet alleen onze zoon het leven, maar ook mij. We hadden tijdens de zwangerschap bedacht dat hij Jonathan zou gaan heten. Na alles wat we hadden meegemaakt, kreeg deze naam een extra bijzondere betekenis voor ons. Jonathan betekent namelijk: God geeft. We beseften maar al te goed dat God niet alleen Jonathan aan ons had gegeven, maar dat hij ook mij het leven (opnieuw) gaf. Het had heel anders kunnen aflopen.” 

Geschreven door

Rita Maris

--:--