Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Geloofsopvoeding: hoe beantwoord je lastige kindervragen?

Nieske Selles vertelt

Hoe praat je met je kinderen over het geloof en hoe ga je om met lastige vragen? En wat als ze ouder zijn en niet meer mee willen naar de kerk? Wij spraken met Nieske Selles-Ten Brinke, auteur en spreker over onder andere geloofsopvoeding.

Deel:

Nieske: “Persoonlijk geloof ik dat de basis van de geloofsopvoeding van een kind, in de jonge jaren ligt. Het is van wezenlijk belang dat je in de geloofsopvoeding investeert als ze nog klein zijn, want als ze eenmaal gaan puberen kan het zijn dat andere dingen zo op de voorgrond komen in hun leven, dat het geloof (tijdelijk) op de achtergrond raakt.

Het kan ook zijn dat pubers nog wel iets met het geloof willen doen, maar dan vaak op een andere manier dan hun ouders. Nieske: “In de pubertijd is het vaak zoeken naar een manier waarop je dit als ouders het beste kunt begeleiden.”

Laat eens iemand anders met je puber praten

Vaak zie je dat in de pubertijd andere personen belangrijker worden dan ouders, als het gaat om geloofsvragen. Nieske: “Ik kan bijvoorbeeld tevergeefs iets tegen mijn puberzoon zeggen, maar als een oom hetzelfde tegen hem zegt, neemt hij het wel aan.” Een oom of een jongerenwerker zegt het misschien net even op een andere manier dan een ouder en opeens kan er een ingang zijn, waardoor een puber er wel ontvankelijk voor is.

Nieske benadrukt de rol van jeugdwerkers binnen de kerkelijke gemeenten. “Ik heb weleens aan een jeugdleider van onze kerk gevraagd of hij met mijn zoon ergens een colaatje wilde gaan drinken. Hij liep namelijk met zoveel vragen rond, dat ik – met zijn toestemming – heb gevraagd of een jeugdleider eens mee wilde denken.”

Toegeven dat je niet altijd een antwoord hebt

Sommige vragen kunnen behoorlijk ingewikkeld zijn, geeft ook Nieske toe. “Ik geef naar mijn kinderen eerlijk aan dat ik niet overal een antwoord op heb. Als een vraag vaak terugkomt en wij als ouders daar geen antwoord op kunnen geven, dan is het fijn als iemand anders, zoals een jeugdleider, meedenkt.”

Bij vragen over huisregels, gebaseerd op de geloofsopvoeding, kan er weleens irritatie ontstaan. Nieske: “Soms blijft er niets anders over dan te zeggen: ‘zo doen we dat nu eenmaal, of je het er nu mee eens bent of niet’. Op een gegeven moment ben je een beetje uitgepraat en zal een kind de regels van het gezin moeten accepteren.”

De beste manier

Op de vraag hoe je het beste met je kinderen over geloof kunt praten antwoordt Nieske: “Je kunt het beste op dezelfde ontspannen manier met je kinderen over het geloof praten, als dat je dat over welk onderwerp dan ook doet. Als je al vanaf dat ze heel klein zijn over het geloof praat, groeien ze daar vanzelf in mee.

Er komt misschien een fase waarin onderwerpen waar je het eerder ongedwongen over kon hebben, opeens weerstand opleveren bij je puber. Het is mijn ervaring dat het in zo`n geval het beste werkt om de vraag terug te geven. Een tiener of een puber die een vraag stelt, heeft daar vaak al lang zelf over nagedacht. Ze zijn gewoon benieuwd hoe jij erover denkt. Het is belangrijk om je kind serieus te nemen, ondanks dat het niet altijd makkelijke vragen zijn.”

Hoe ziet de hemel eruit?

Kleine kinderen hebben weer heel ander soort vragen. Nieske: “Soms wil een kind weten hoe de hemel eruitziet en stelt het allerlei vragen waar je als ouder het antwoord ook niet precies op weet. Het is allereerst belangrijk om aan te geven dat je de gestelde vraag een goede vraag vindt. Dat geeft het kind namelijk meteen een bevestiging, zodat het weet dat de vraag oké was. Soms komt zo`n vraag op een zeer ongelegen moment, als je bijvoorbeeld net eten aan het koken bent. Geef dat aan en zeg bijvoorbeeld: ‘Ik vind dat zo`n belangrijke vraag, dat ik hier de tijd voor wil nemen, maar op dit moment lukt dat even niet. Na het eten praten we hier verder over, hoor!’

Als het een moeilijke vraag is kun je dat het beste eerlijk aangeven bij je kind. Soms kun je aan de hand van de Bijbel tot een antwoord komen. In het geval van de vraag over de hemel, kun je aan je kind vragen hoe hij zelf denkt dat de hemel eruit ziet. Je kunt vervolgens delen wat jouw gedachten hierover zijn en aan de hand van de Bijbel tot nog meer antwoorden komen. Geef gewoon aan dat God sommige dingen zo bijzonder heeft bedacht, dat wij dat pas zullen begrijpen als we bij Hem zijn.”

Niet meer naar de kerk

Als kinderen niet meer naar de kerk willen, of niet meer mee willen luisteren met de zondagse kerkdiensten, kun je als ouders met je handen in je haar zitten. Moet je de strijd aangaan en met sancties komen, of kan dat ook anders? Nieske: “Ik denk dat je tot op een bepaalde leeftijd als ouders kunt zeggen: ‘Dit zijn de regels in ons gezin, jij woont hier, dus we doen dat met elkaar, jij ook!’ Maar er kan een moment komen dat je ze los moet laten, zodat ze zelf hun weg kunnen zoeken. Kies altijd voor de verbinding en het gesprek en ga nooit de strijd aan.

Bidden met en voor je kinderen, is het belangrijkste wat je kunt doen. Bid waar ze bij zijn en laat merken dat je het belangrijk vindt dat zij ook een levende relatie met God krijgen. Als kinderen op een bepaalde leeftijd zijn gekomen, zal de motivatie uit hun zelf moeten komen.”

Geef je kind over in Gods handen

Het kan voor ouders aanvoelen alsof zij hebben gefaald met hun geloofsopvoeding, als hun kind de kerk de rug toekeert en keuzes maakt die lijnrecht tegen Gods geboden ingaan, maar Nieske ziet dat anders. “Als ik mijn kind moet loslaten, geef ik hem over in Gods handen. Ik voel me echt bemoedigd als ik denk aan het moment dat ik mijn kinderen liet dopen. God kent onze kinderen en ook al lijkt het erop dat mijn kind de verkeerde keuzes maakt, ik vertrouw erop dat God, in Wiens naam wij onze kinderen lieten dopen, betrouwbaar is en ik geloof dat Hij iets goeds gaat doen in het leven van onze kinderen.

Ga je door een moeilijke periode en lijkt het erop dat jouw kind God vaarwel heeft gezegd? Geef al je angsten en je zorgen aan God. Leg het voor Zijn voeten neer en laat het daar in vertrouwen liggen. Eigenlijk zeg je dan: ‘Heer, dit kind heb ik van U gekregen, ik geef het aan U terug. Ik kan alleen nog maar bidden, doet U de rest.’ Voor mij werkt dat heel bevrijdend.”

Lees ook: Nieske Selles in gesprek met haar broer Jurjen ten Brinke

Wil je meer tips van Nieske over bijvoorbeeld de geloofsopvoeding, kijk dan op nieskeselles.nl/boeken

Geschreven door

Rita Maris

--:--