Navigatie overslaan
Sluit je aan
Gert-Jan Segers voor Visie.
© EO

Gert-Jan Segers: 'Ik stond op het punt de formatie op te blazen'

Column

vandaag · 10:00| Leestijd:3 min

Update: vandaag · 10:24

Rob Jetten en Henri Bontenbal en hun teams moeten aan de bak. Binnen twee weken moet er een proeve van een regeerakkoord op tafel liggen. D66- en CDA-Kamerleden drinken nu veel koffie, praten, slijpen potloden en vertrouwen voorzichtig de eerste zinnetjes aan het papier toe. In de hoop dat ze zo rechts en links dichter naar elkaar toe kunnen schrijven. Maar hoezeer woorden er ook toe doen, voor een coalitie heb je meer nodig dan beschreven papier.

Op een zaterdag in juli 2017 reed ik er speciaal voor naar het huis van informateur Gerrit Zalm. Om hem op het hart te drukken dat wij een paar dikke rode lijnen hadden als het ging om de bescherming van kwetsbaar leven. We hadden er in die formatie toen al een paar harde, verbale botsingen tussen D66 en de ChristenUnie op zitten. Aan Zalm de onmogelijke taak om de kloof tussen ons te overbruggen. Hij stak die zaterdag eerst nog een sigaret op en ging er toen diep over nadenken.

Ik was ervan overtuigd dat ik op het punt stond deze formatie op te blazen

Om te checken of ik niet verdwaald was in mijn eigen rechtlijnigheid belde ik nog met twee voorgangers. Maar net als mijn fractiegenoten zeiden ook André Rouvoet en Arie Slob dat we nooit akkoord konden gaan met het voorstel van Gerrit Zalm. Die had ons op concrete punten – zoals voltooid leven – onze zin gegeven, maar wilde verder alle nieuwe ethische dilemma’s aan de vrije krachten van de Kamer overlaten. Die vrije krachten een beetje kennende, wist ik dat wij als ChristenUnie vier jaar lang door liberale hordes overlopen zouden worden.

Met zwaar gemoed nam ik plaats aan de grote ovalen tafel in het Johan de Witthuis waar we steeds onderhandelden. Ik was ervan overtuigd dat ik op het punt stond deze formatie op te blazen.

“Ik kan zo’n afspraak niet uitleggen in Oldebroek en daarom doe ik het niet”, zei ik.

Het was even stil. Ik dacht sommige gedachten te kunnen lezen en meende bijna de krachttermen te kunnen horen die door de hoofden van de andere onderhandelaars moesten gaan.

Eigenlijk is de vraag of we elkaar wel vertrouwen

Toen nam VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra het woord: “Eigenlijk is de vraag of we elkaar wel vertrouwen.”

“En ik wil dat je het wél in Oldebroek kunt uitleggen”, zei Mark Rutte.

“En ik wil met jullie samenwerken”, zei Alexander Pechtold.

Dat was het begin van iets wat je nooit op papier kunt vastleggen en pas na een tijdje leert. Vertrouwen.

Meest gelezen

Lees ook